tmm Karl May, de schrij ver nan zoo menig vermaard nwrk, oner Indianen. nar. Karl No. 42 /V mulling pan Karl Mail, te Radebeul by Dresden, thans als Museum ingericht. n het kleine Duitsche stadie Rade beul bij Dresden staat een eigen aardige woning, een blokhut, ge bouwd naar het model waarin Zuid- Amerikaansche Indianen-stammen pleegden te leven. Dat was het woonhuis van den man, die, Jules Verne misschien uitgezonderd, de lievelingsschrijver mag heeten van iederen echten jonger., nl. van Kari May. De jeugd van heel Europa wist hij en zelfs de wereldoorlog heeft VRIJDAG 18 MAART 1932 daar geen verandering in kunnen brengen gevangen te houden in den ban van zijn spannende, opwindende, en vaak geestige verhalen. De groote aantrekkelijkheid ervan is ongetwijfeld gelegen in de „locale kleur"in de uitvoerige beschrijving van personen, gebruiken, plaatsen, kleeding, woning, zóó getrouw, dat het jaren lang voor een uitgemaakte zaak gold, dat deze verteller alle be schreven streken moest hebben bezocht en alle avonturen zelf moest hebben beleefd. En toch schijnt het aan geen twijfel meer onderhevig of Karl May is nooit in Amerika, waar het voornaamste gedeelte van zijn boeken speelt, geweest. Wel heeft hij veel in den Balkan en in Noord-Afrika gereisd, maar de Indianen heeft hij alleen maar gezien bij de gratie van zijn ongeloofelijk rijke fantasie. Wie las niet met gloeiende wangen (en smokkelde niet des avonds het boek mee in bed „Winnetou, het opperhoofd der Apachen", „De Pelsjagers van de Rio Pecos", „De Duivelskop in het Rots gebergte", „De Schat in het Zilvermeer", welke alle spelen in het land der Indianen, die zonder uitzondering met hun blanken broeder Karl May, zich zelf noemende Old Shatterhand, zouden hebben gedweept en in hem hun grooten beschermer zouden hebben gezien.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 12