JOHAN DE GRAAFF
Een vrouw uit mijn eigen land zou het in Europa niet uithouden," gaf
hij ten antwoord.
„Maar als ge voornemens zijt in Europa te blijven, kunt ge toch
een Europeesche trouwen hernam Paul.
„Zooals mijn vader vroeg de ander peinzend.
„Is uw vader met een Europeesche getrouwd?" viel Paul verrast uit.
„Ja, hij huwde vorig jaar een Circassische. Haar ouders kwamen uit Azië
naar Stamboul, waar zij werd geboren en opgevoed. Ik heb haar zelf voor mijn
vader gekocht en naar Tripolis gebracht. Zij is nog jong, maar zij leeft zeer
gelukkig met mijn vader. Allah heeft hen gezegend en gegeven.
„Dat is een voorbeeld ter navolging, Sidi Moulay," hernam Paul. „De
keus zal u niet moeilijk vallen.... tenzij u wacht op de rechte vrouw...."
besloot hij glimlachend.
Den Arabier aanziende, trof hem plotseling een uitdrukking in diens
oogen die hem pijnlijk aandeed en toen Moulay het hoofd boog en „In
Sh'Allah" (Als God wil) mompelde, begreep Paul dat hij een gevoelige snaar
had aangeraakt en verontschuldigde hij zijn vragen.
Met een pijnlijken glimlach en een afwerend handgebaar sneed de Arabier
zijn excuus af en Paul haastte zich het gesprek op iets anders te brengen. Sa
men reden zij een oogenblik later het wagenpark uit en om het Valkhof heen
een buitenweg op. Zij hadden nog maar eenige minuten gereden toen de Ara
bier zijn waarschuwend „Oah" liet hooren.
Paul wiens gedachten waren vooruitgeloopen naar het onderhoud dat
over zijn levensgeluk beslissen zou, schrok uit zijn gepeins op en keek hem ver
rast aan. Moelay wees hem terzijde van den weg en tot zijn verwondering zag
hij, voor een buitenherberg, den leeuwenoppasser staan, onvast ter been en met
dreigend opgeheven vuist.
,,'n Jinni," viel de Arabier verachtelijk uit, „een duivel en nu alweer dron
ken. Moge Allah hem...."
Op het laatste oogenblik hield hij zijn verwensching in en zijn paard de
sporen gevend, galoppeerde hij zwijgend verder.
HOOFDSTUK XVIII
EEN AANZOEK EN EEN ANTWOORD
"TOadat Paul het met zichzelf eens was geworden omtrent den aard van zijn
gevoelens voor het meisje dat zoo onverwachts in zijn leven gekomen was
en nadat hij besloten had haar te vragen zijn vrouw te worden, was er voor
een afwijzend antwoord van Tine nooit plaats geweest in zijn gedachten. Ver
trouwend op de verzekering van Moelay, dat er geen enkel beletsel voor een
verbintenis met Tine bestond, kwam een weigering uit haar mond hem zoo
ongerijmd en ondenkbaar voor, dat hij er geen oogenblik bij had stilgestaan.
Toen hij echter aan de lunch naast het meisje gezeten was en haar van
terzijde gadesloeg, werd zijn vast vertrouwen op een instemmend antwoord op
de vraag, die hij op het punt'stond te doen, plotseling gereduceerd tot de kleinst
mogelijke verwachting. Tine gebruikte zwijgend en bedrukt haar maaltijd
en was zoo geheel in haar gedachten verdiept, dat zij de gesprekken zonder
de minste belangstelling langs zich heen liet gaan. Haar nerveuze bewegingen
en dwalende blikken verrieden onrust en agitatie en het viel Paul plotseling
in, dat deze stemming niet de goede kon zijn van een meisje, dat een liefdes
verklaring verwacht en voornemens is het aanzoek met een gelukkig „ja" te
beantwoorden.
Onder den indruk van haar vreemde houding en langzamerhand vervuld
van vrees voor een weigering, wachtte hij terneergeslagen het einde van den
maaltijd af en slaakte hij een zucht van verlichting toen hij Farber eindelijk
zag opstaan. Ten prooi aan een groeiend ongeduld, wachtte hij in zijn wagen
den vastgestelden tijd voor de wandeling af en met een gevoel alsof hij koorts
had, begaf hij zich eindelijk tegen twee uur naar Tine's compartiment. Het
meisje kwam hem in het wagenpark reeds tegemoet en het eerste wat hem op
viel was een vastberaden trek op haar bleek gelaat, die hem plotseling zekerheid
gaf, dat zij het met zichzelf omtrent het een of ander, dat haar tot nu toe had
doen twijfelen, eens geworden was.
Hij naderde haar met een vertrouwelijken glimlach en ging daarop zwij
gend naast haar voort, het Kelfkensbosch over en het Valkhof op. Bij het uit
zicht over de uiterwaarden van de Waal bleven zij onwillekeurig even staan en
sloegen vervolgens den weg naar Berg en Dal in.
Het was een prachtige herfstmiddag en weldra liepen zij links en rechts
tusschen het stervend groen en goud van het bosch, dat de lucht met balse
mieke geuren vervulde en de wandeling tot een groot genot maakte. Aanvan
kelijk spraken zij over dingen van den dag, zorgvuldig hun woorden kiezend,
om niet aan gevoelens te raken, die eenige inleiding noodzakelijk maakten.
Eerst toen zii dwalend door het heuvelachtig terrein een hoogte hadden be
klommen en zich hadden neergezet om te rusten, schenen zij beiden zich te
herinneren met welke voornemens zij waren uitgegaan. De rust om hen heen
maakte hen stil en vestigde hun aandacht op de omgeving, die zij zwijgend
bewonderden.
Paul's blik bleef tenslotte op Tine's gelaat rusten en een zacht, droomerig
licht in haar oogen bespeurend, riep hij haar met een enkel woord tot de wer
kelijkheid terug.
„Tine"
Het meisje sloeg een bedroefden blik naar hem op, die hem plotseling de
hoop, die hem gedurende de wandeling opnieuw had vervuld, weer ontnam.
„Heb je begrepen waarover ik je dezen middag wilde spreken, meisje
V'oeg hij zacht.
DOOR
„Ja, ik heb het begrepen, Paul, en ik had nog wet zoo 1 f\
gehooptIN O. 1U
Zij zweeg met een zucht en hij drong aan „Wat had je gehoopt, liefste
Het was voor de eerste maal dat hij haar zoo noemde en even trilde haar
gelaat van een vluchtige ontroering.
,,'k Had gehoopt dat dit ons bespaard zou zijn gebleven," vulde het meisje
bedroefd aan.
Paul liet zich plotseling gaan en hartstochtelijk viel hij uit „Waarom zou
je hopen dat het mooiste en liefste in je leven je bespaard zou blijven,
Tine
Zij opende haar mond voor een antwoord, maar Paul deed geen moeite
meer zich in te houden en haar hand in de zijne nemend, vervolgde hij opge
wonden „Liefste, je moet het toch allang geweten hebben, dat ik van je
houd. Ik houd van je vanaf het eerste oogenblik, geloof ik, dat ik je zag. Nooit
heb ik vermoed hoeveel vreugde en voldoening ik er nog eens in zou vinden
een vrouw te kunnen verzekeren dat mijn hart haar geheel toebehoorde.
De gevoelens die jij in mij hebt gewekt, heb ik nog nooit in m'n leven gekend.
Ze zijn zoo mooi en teer, dat ik er niet aan twijfelen kan of het is liefde, die me
voor jou vervult. Reeds een dag nadat ik je had leeren kennen, voelde ik dat
ik in jouw bezit mijn hoogste geluk zou vinden. Ik heb lang geaarzeld voor ik
je dit heb durven bekennen en nu, vandaag, was er zóóveel dat me drong.
Je weet nu, liefste, dat mijn levensgeluk van jou afhangt enen
Haastig, nu en dan onsamenhangend had hij gesproken, alsof van de
haast waarmee hij zijn hart uitstortte haar toestemmend antwoord afhing.
Nu zweeg hij, omdat hij geen weg uit zijn woorden meer kon vinden en bijna
angstig keek hij het meisje aan. Haar oogen verrieden zooveel gelukkige
ontroering, dat alles wat hem zorg had gegeven en hem gekweld had, plotseling
uit hem werd weggenomen. Beter en zuiverder dan woorden drukte haar
gelaat uit wat hij voor haar beteekende en er lag een oogenblik zooveel stil en
aandoenlijk geluk in haar trekken, dat Paul zich reeds zeker waande van de
overwinning.
Er bleef een diepe stilte tusschen hen hangen maar plotseling ontspande
zich Tine's gelaat en toen zij de oogen opsloeg, zag Paul een paar tranen aan de
oogwimpers beven. Haar trillende lippen verrieden hoe geweldig de strijd was
die in haar hart woedde en bij de gedachte daaraan kwam het hem voor alsof
er een groot, zwart gordijn voor hem werd neergelaten. Maar toch gaf hij het
niet op, hij kon en wilde niet gelooven aan wat haar zwijgen beteekenen moest.
„Tinetoe liefstesmeekte hij.
Smartelijk bewogen boog het meisje het hoofd. „Het kan niethet
mag niet, boy
Onbewust legde zij al haar teederheid voor hem in haar stem en dit ont
roerde hem sterk.
„Het kan niet, het mag niet herhaalde hij heesch, „waarom dan niet,
lieveling
Terwijl hij sprak, schenen zijn schouders in te zakken onder den last van
haar antwoord. Tine zag het en het vervulde haar plotseling met een zoo groot
medelijden, dat zij er de kracht uit wist te putten terwilie van hem sterk te
zijn. Vlug begon zij te spreken, alles in haar geest terugroepend, wat zij zich
sinds den morgen had voorgenomen hem te zeggen. Maar de woorden, die zij
drie- vier malen had gerepeteerd, wilden haar niet over de lippen komen en
al wat ze sprak welde op uit haar hart.
„Neen, het kan niet, heusch niet, Paul. De hemel weet hoe gelukkig ik
me zou voelen als ik anders mocht spreken, maar het is onmogelijk O, ik
heb zoo gevreesd voor dit oogenblik en toch ben ik ondanks alles zoo blij dat
het gekomen is. Dit oogenblik vergoedt veel van jaren vol leed en net zal een
lichtende herinnering en troost voor me zijn in de donkere uren die nog komen
zullen. Dat ik, die dit aan jou te danken heb, jou in ruil daarvoor dit groote
leed moet aandoen, pijnigt me meer dan al het verdriet, dat ik in mijn leven
tot op dezen dag ondervond. Maar geloof me, Paul, dat ik je geen ander ant
woord kan geven. Door slechts aan mijn eigen geluk te denken zou ik anderen
hopeloos ongelukkig maken
„Maak je mij nu dan niet ongelukkig viel hij haar schor in de rede.
„Zeg me dan toch liefste wat er js, dat
„Dat mag ik je niet zeggen," viel het meisje wanhopig uit. „Het is mijn
geheim niet, maar wees ervan overtuigd dat ik met mijn weigering ook jouw
geluk op het oog hebals ik me nu vergat, zou ik je voor altijd ongelukkig
maken
Er kwam een weeke klagende trek om haar mond en haar woorden deden
Paul dwalen in een doolhof van gedachten. Zijn heele leven was zijn liefde
voor dit meisje en die liefde voelde hij na haar weigerend antwoord-zoeter en
krachtiger dan ooit tevoren. Hij had Tine al zijn gevoelens blootgelegd en hij
was er zeker van dat hij werd bemind. Voor een eenvoudig, onbedorven hart
als het zijne, dat alle sluipwegen schuwde, was het onmogelijk te begrijpen
wat ter wereld machtiger kon zijn dan hun liefde. Het geluk van anderen mocht
toch niet zwaarder wegen dan hun eigen geluk en dit was Immers onafscheide
lijk aan hun vereeniging gebonden Wat was het dan toch, dat hem ongelukkig
kon maken, als zij de inspraak van haar hart volgde en zich aan hem toever
trouwde