VRIJDAG 25 MAART Bewonderende blikken der mannen ooigen haar een eind- weegs. (Broumershaoen) De jonge man kijkt oerlangend. (Middelburg) 1186 Natuurlijk gaan er méér meisjes voorbij. Maar wij bedoelen vanzelfsprekend een mooi meisje. En als dèt voorbij gaat, welnu, wat dan We kijken. Ja, laten we er eerlijk voor uitkomen niemand hoeft er zich voor te schamenwe kijken haar aan, en probeeren even een zonnigen blik op te vangen (want een mooi meisje is altijd vroolijk) en de meest stoutmoedigen onder ons kijken haar ook nog na. Dat zijn "dan meestal de ongetrouwden; tenminste, zoo behóórt het te zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 2