Paschen T Eieren overal En de vreemdeling bedaard naar dit bonte schouwspel staart. Naderhand een kopje troost, in „de Landbouw" wat verpoosd. In de manden gaan ze mee heel voorzichtig „nae de stee" En ten slotte weer naar 't land; volle beurs en leege mand. waar men heenziet, zonder tal.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 32