VAN PATRICK No. 2 5 Hij bezwoer ine op zijn woord van eer ja oom, u mag er gerust om lachen maar ik bezit zooiets als menschenkennis dat hij liever sterven zou dan ons verraden en ik geloof woord voor woord wat hij zegt. Ziezoo, dat is mijn aandeel in de geschiedenis vertel jij nu het jouwe, Sybil, voor de storm opnieuw losbreekt," eindigde Simon, terwijl hij haastig ging zitten en zijn voorhoofd afveegde. Daarop deed Sybil haar verhaal, dat zij Redmayne geholpen had te ontsnappen, wat hij tegen haar had gezegd en hoe hij verklaard had zich den moord op meneer Shutter te zullen laten aanleunen, zelfs al zou hij er voor ter dood veroordeeld worden. Ze eindigde in een gesmoorden snik de zenuw spanning was te hevig geweest. „Dus u ziet," voegde ze er aan toe, toen ze wat bedaard was, „dat hij niet de gewetenlooze boef is, waarvoor oom Dick hem houdt, maar een held." „En wil je mij wijsmaken, dat je dat allemaal gelooft vroeg de kolonel wat vriendelijker nu, want ofschoon hij het niet wilde erkennen, Sybil's ver haal had toch indruk op hem gemaakt. „Natuurlijk geloof ik het. Dacht u, dat ik hem anders geholpen had „Maar mijn lieve kind, wie denkt hij dan dat den moord gepleegd heeft?" vroeg mevrouw Ainsley. „Mevrouw Shutter natuurlijk." „Wat 'n onmenschelijke malligheid 1" schimpte de kolonel. „Daar is geen sprake van !"s „Maar toch ben ik er vrijwel zeker van, dat hij dat denkt en dat hij daarom de beschuldiging niet zal tegenspreken." „Maar waarom Wat beteekent mevrouw Shutter voor hem „Dat kan ik niet vertellen, maar ik zal mijn best doen er achter te komen. Natuurlijk moet hij er een ernstig motief voor hebben," antwoordde het meisje. „Ik heb erg met hem te doen, vooral omdat ik hem geducht de les gelezen heb, dat hij ons zoo heeft bedrogen. Maar ik ben later gaan inzien, dat het allemaal zoo vanzelf gekomen is en dat, als Simon niet alles gemerkt en hem beschermd had, hij het bedrog niet had kunnen volhouden. In ieder geval, hij was aardig en wist zich uitstekend te gedragen niemand zelfs ik niet, oom kan, wat dat betreft, ook maar iets van hem zeggen. Weest u nu eens eerlijk," ze keerde zich impulsief naar Lady Santley, „vóór u wist wie hij was, vond u hem toch ook heel aardig, nietwaar „Ja, kind, zeker, en na hetgeen jij me verteld hebt, kan ik niet inzien, waarom ik van opinie zou veranderen." „Een lieve schat bent u riep Sybil dankbaar. „En u, tantetje Ze keek mevrouw Ainsley aan. Ik vond hem heel innemend," was het iets minder enthousiaste, maar toch nog heel waardeerende antwoord. „En het verbaast mij, dat hij is, welwat we nu gehoord hebben." „En nu, oom Dick, het heeft absoluut geen zin om te zitten kijken met een gezicht als van een oorwurm, want u vond hem minstens even aardig als wij. Dus u moet niet zoo onredelijk en inconsequent zijn, om te beweren, dat het niet zoo is, omdat het blijkt, dat hij een ander is dan u dacht." De kolonel zette een zuur gezicht, bromde iets en drukte op de eiectrische bel. „Wat ik wel of niet denk, is geen voldoende reden om den volgenden gang te laten koud worden," en toen met een blik naar Simon, „je kunt eerst afeten, voor ik je de deur uitsmijt." „Dank u, oom, dat vind ik keurig van u," grijnsde Simon. Want het was van den kant van zijn oom een nederlaag. Maar het gesprek wilde toch niet meer vlotten en er bleef een gedrukte stemmingze waren allen met hun eigen gedachten bezig en die waren verre van aangenaam. Simon vooral zag er bezorgd uit, ai had hij, den afloop in aanmerking genomen, geen reden tot klagen. De kolonel was de eerste, die de stilte verbrak, toen de bedienden weer waren verdwenen. „Tot op zekere hoogte kan ik de zaak begrijpen," erkende hij met kenne- Iijken tegenzin. „Hij was een aardige, prettige jongen en als hij onzen naam niet noemt en de politie het niet te weten komt, zal het voor geen van ons onaangename gevolgen hebben." „Het pleit voor uw sportief gevoel, oom, dat u dat zegt, maar ik wist, dat u alles in een ander licht zou zien, als u de bijzonderheden wist. Ik was alleen ongerust, dat u mij de deur zou uitgooien, vóór u mij aangehoord had. Maar ik ben nu nog veel ongeruster om Redmayne. ik zou het afschuwelijk vinden, als hij gearresteerd werd." „Dat gebeurtvast en zeker als hij naar Barnes gaat. Drommels die Barnetts 1 Maar zoo heel erg verbaasd ben ik eigenlijk niet. Lompe, brutale schavuiten, allebei kerels, die in een beschaafde omgeving niet thuishoorenl." „Hij heeft de Barnetts niet genoemd," bracht Sybil in het midden. „Neen, maar die moeten het toch wei zijn. Maar wat je over mevrouw Shutter zei, dat is absoluut nonsens. Tot zoo iets is zij niet in staat." „Geen sprake van," stemde Lady Santley met haar zwager in. „Het is ten eenen male onmogelijk." „Hoe kunnen we er in vredesnaam wat van gewaar worden?" riep Sybil uit. „Zou Tony Hayden het weten Als er een of ;.nder mysterie is, zal mevrouw Shutter het hém ongetwijfeld toevertrouwen." „Ik heb wel zin om hem op te bellen," zei Simon, die rusteloos op zijn stoel heen en weer draaide. „Ik zit on de waarheid te zeggen danig in de rats over Redmayne. Die Chinees loopt nog vrij rond en als het hém ook om die beelden te doen is, is Redmayne niet veilig." „Dacht je, dat hem niet alleen van den kant van de politie, maar ook van dien Chinees gevaar dreigt riep Sybil verschrikt. „Als je het mij vraagt, ja. Ik zou vanavond niet graag in zijn schoenen staan. En nu we 't over schoenen hebben, Syb, moet ik je nog we! mijn com pliment maken voor je reuzenidee om hem jouw oude spullen te laten aantrek ken. Hoe kwam je daarbij „Het was de eenige oplossing. Ik had bij mijzelf uitgemaakt, dat hij, als zijn gezicht diep in een hoed zat, best vooreen meisje kon doorgaan. En twee dames in een auto hadden minder kans om aangehouden te worden dan twee mannen of een man en een vrouw. Maar dat is op het oogenblik niet het be langrijkste. Bel liever Sir Anthony op en zie wat gewaar te worden." Simon sprong op en keek zijn tante aan. „Vindt u 't goed „Lieve jongen, als jij niet naar de telefoon gaat, doe ik het zelf." Dus ging Simon naar de bibliotheek en bleef daar 'n heele poos. Toen hij eindelijk terugkwam, stond zelfs op 't gezicht van den kolonel spanning te lezen. „En klonk de rasp-stem. „Wat nieuws Simon keek ernstig, toen hij weer aan tafel ging zitten. „Ik kreeg Tony op Trend Hall aan de telefoon," vertelde hij. „Hij is erg onder den indruk en heeft zijn zuster, mevrouw Cathcart, opgebeld en die komt nu voorloopig bij mevrouw Shutter logeeren. Ons aandeel in het drama heb ik hem natuurlijk niet verteld. Ik vroeg hem alleen of er nog iets naders bekend was en of ze de twee vluchtelingen al hadden. En toen hoorde ik iets van hem, dat het heele raadsel oplost. Het blijkt, dat Mevrouw Shutter Redmayne's zuster is." „Wat riepen ze allemaal tegelijk, een en al verbazing. „Het is een feitTony zegt, dat ze er geen bezwaar tegen heeft, dat wij het weten. Het is tegenover haar niet meer dan billijk, dat het bekend is." „Daaruit zou je afleiden, dat ze terwille van hem iets verborgen heeft gehouden," merkte de kolonel op. „Ga door, Simon, wat verder „Tony ziet alles heel somber in. Hij is bang, dat zijn gewezen tuinman, Ling, Redmayne vermoorden zal hij denkt, dat die Chinees onzen vriend opdracht gegeven heeft die beelden te stelen en dat Redmayne later op eigen houtje nog een overeenkomst heeft aangegaan met de Barnetts met hetzelfde doel. Verder schijnt mevrouw Shutter in de meening te verkeeren, dat haar broer den moord gepleegd heeft ze is daarom buiten zichzelf van angst, dat hij gearresteerd zal worden. Het is een verwarde geschiedenis, maar het komt me voor, dat, wat er ook gebeurt, die arme Redmayne in elk geval het loodje leggen zal." „O, maar dat is verschrikkelijk!" riep Sybil zenuwachig. „Kunnen we niets doen „Ik heb, evenals Tony, aangeboden de politie te helpen vanavond laat en vannacht bij de bewaking van Barnes." „Wat zeg je riep het meisje verontwaardigd. „Simon, hoe kun je zoo iets gemeens doen Wil je dan, dat hij gearresteerd wordt „Lieve deugd!" kreunde hij. „Ik dacht, dat je meer verstand had, Syb. Ik ga er natuurlijk heen om Redmayne te helpen, maar dat kan ik er moeilijk bijzeggen. Ik heb het gevoel, dat ik er bij moet zijn. Tony zegt, dat de politie verwacht, dat hij naar het huis van de Barnetts komt en Ling ook. Zr zullen hen ongehinderd naar binnen laten gaan en dan zijn ze erbij. Een soort kat- en-muisspel, de politie waardig." „Kom nu, jongen protesteerde de kolonel. „Spreek nu geen kwaad van de politie. Ze doen alleen maar hun plicht en je maakt het ze heel moeilijk." „Wat kan mij plicht schelen Het spijt me, dat ik het zeggen moet maar werkelijk, mijn sympathie is heelemaal aan den kant van Redmayne vooral nu ik weet, dat hij de broer van mevrouw Shutter is. Tony was er erg mee ingenomen, dat ik ook kwam hij vroeg of ik hem direct na donker op de. Grange wilde komen halen. Dus ik ga, hoor." „Ik vind het reuze van je, oude jongen," prees Sybil hartelijk. „Hm! Je brengt jezelf nog in groote moeilijkheden, kerel," gromde de kolonel. „Heb je een eiectrische zaklantaarn bij je Die kon je wel eens noodig hebben." „Neen, die heb ik niet." „Dan zal ik je de mijne leenen. Maar neem mijn raad en laat je revolver boven op je kamer." „Ik was niet anders van plan. Ik vind het overigens geweldig joviaal van u, oom Dick, dat ik uw zaklantaarn mag leenen. U hebt zeker geen zin om mee te gaan „Als ik meeging, dan was het om een oogje op jou te houden. Eigenlijk kon ik. Maar hier kwam mevrouw Ainsley de teugels weer in handen nemen. „Wees niet kinderachtig, Dick, vermaande ze, „je zou iedereen maar in den weg loopen, probeeren den baas te spelen over de politie en jezelf belache lijk maken. Anne en Sybil blijven hier logeeren ik kan ze wel van de noodige toiletartikelen voorzien en jij, Simon, je komt dadelijk terug, als het afge- loopen is, om ons alles te vertellen." Ik beloof het u," antwoordde Simon, „en het is heel lief van u, om moed'er en Sybil hier te houden. Moeder, belt u naar huis op zeg maar, dat ze ons niet hoeven te verwachten voor ze ons zien. En nu verdwijn ik."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 21