'i:e VRIJDAG 22 APRIL 1932 De harnassen, die eigenlijk in een museum voor wapenkunde thuis- hooren, glinsteren in de zon, de paarden trappelen, de oude wacht marcheert af feilloos als een kunstig samengesteld apparaat de nieuwe betrekt haar post. Toeristen blijven nog wat rond hangen de Londenaars zeiven snellen naart hun verwaarloosde plichten. Zij nemen zich voor, als het eenigszins kan, morgen weer te gaan kijken. Waarom Omdat zij verstokte vechtjassen zijn, omdat zij er zich graag van overtuigen, dat het leven van hun koning geen ge vaar loopt, omdat zij liever hun trotsche vloot zouden missen dan deze wacht Ach neen, zij zijn precies als alle andere menschen. Zij zijn verzot op tooneel. En een der oudste en hoogste vormen van tooneel ispoppenkast. Vaders adjudant. No. 47 m in den goeden zin van het onaangename woord. Maar laat een bewoner van het vasteland van Euro pa eens voorstellen om de garde af te schaffen Hij zou den wind van voren krijgen. De koninklijke garde, de lijfwacht des konings, ziet er buitensporig krijgs haftig uit. De leden van dit voortreffelijk regiment maken paradestappen, waarop een rasechte Pruis jaloersch kari zijn. Zij rinkelen met de sporen, klappen met de hakken, vliegen in de houding, op een manier, die nog niet verbeterd is, en die ook niet verbeterd kan worden. Zijn dat die flegmatieke zonen van Albion? Het lijkt onmogelijk, maar het is desniettemin zoo. En het mooiste is, dat het instituut totaal verouderd is. lederen morgen om half twaalf wordt de wacht van de garde voor het Buckingham Palace afgelost. Dat gaat gepaard met allerlei vertoon en met veel ouderwetsche waardigheid. Trommels roffelen, commando's weerklinken, sabels worden gepresen teerd, wachtwoorden gewisseld, de muziekkapel speelt eeuwenlang is het zoo gegaan, en zelfs in deze eeuw van zachtmoedigheid, waarin het on- gewenscht wordt geacht zijn kinderen met tinnen soldaatjes te laten spelen, denkt men er niet aan deze praal, deze fraaie, maar vrijwel nuttelooze vertooning af te schaffen. Heel Londen zou ongelukkig zijn, als dat ge beurde. Want hoe vaak ook herhaald, het militaire gebeuren trekt eiken morgen honderden toeschou wers. De haastige kantoorheeren, die zich naar the Strand spoeden, blijven staan de aandeelen mogen stijgen of dalen, de markten mogen willig worden of lusteloos, éérst moeten ze dit hebben gezien: de aflossing van de koninklijke wacht. Naast de zakenlieden staan de renteniers, die er een afzonder lijke wandeling voor over hebben, de boodschappen jongens, die de dreigementen met ontslag wegens te laat komen glad vergeten zijn, de kinderjuffrou wen met de hun toevertrouwde spruiten, de moeders met baby's, die zon noodig hebben, de straten makers, en de schooljongens met vacantie, de werkeloozen en de automobilisten, die gauw ergens hun wagen hebben geparkeerd, kortom heel Lon- Zoo groot is de belangstelling. den blijft staan, om het militaire schouwspel bij te wonen en er vooral niets van te missen. Zij zijn een en al bewon dering, zij luisteren adem loos naar de bevelen, la ten zich gewillig dringen en op de teenen trappen. Is de macht binnendan mordl 't paleishek gesloten. De commandant Dan de macht gaat na of er aan uitrusting oan zijn mannetjes niets ontbreekt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 13