nty wij
ri
No. 47
VRIJDAG 22 APRIL 1932
1327
„Jawel." De kleur verdiepte zich in de wangen
van het meisje, en ze sloeg haar oogen neer. „Maar
je bent toch al zoo verwaand ik durf je heusch
niet te vertellen, hoeveel."
Hierop gaf Cecil een onderdrukten kreet van
opgetogenheid, en bracht haar hand aan zijn lip
pen. „Dat is dan afgedaan," zei hij met een zucht
van verlichting. „Nu moeten we 't alleen nog met
moeder in orde maken." Onwillekeurig rechtte
Cecil zijn schouders de herinnering aan het
gesprek was nog levendig in hem.
Het typeerde hem, dat hij geen poging deed,
om zijn moeders vijandige houding voor Valerie
te verbergen, en het typeerde het meisje, dat ze
weigerde zijn vrouw te worden, zoolang mevrouw
Portman haar niet als schoondochter erkennen
wou.
,,'t Zal ook heel moeielijk gaan, als ze niet toe
geeft," zei Cecil. „Mijn vader heeft alles aan haar
nagelatenals ik zonder haar toestemming trouw,
heb ik niets, en ik ben zóó deftig opgevoed, dat ik
niets kan." Hij vertelde er niet bij, dat ze zijn toe-
laag al had ingetrokken, tot hij „weer bij zijn ver
stand" kwam. „Maar ik geloof, dat we haar voor
oordeel in een paar weken wel overwinnen, als we
toonen, dat we vast besloten zijn en óm haar
dat te toonen, moeten we ons zooveel mogelijk
samen laten zien. Schouwburgen, restaurants,
overal, waar over ons gepraat wordt, moeten we
heengaan."
Valerie knikte. „Maar ik kan niet naar deftige
gelegenheden gaan," zei ze toen opeens verslagen,
met een blik naar haar ijverig afgeborstelde serge
japon.
Cecil begreep haar onmiddellijk.
„Je moet van mij 't een en ander aannemen,"
drong hij aan. „Toe, lieveling 1 Als we onzen zin
konden doen, trouwden we morgen, en dan zou
ik tóch japonnen voor je koopen. Je kunt niet
weigeren."
Er zou een harder hart zijn noodig geweest dan
dat van Valerie, om te weerstaan aan de warmte
in zijn oogen en zijn jongensachtige stem.
„Je bent een schat, Cecil," fluisterde ze.
In de dagen, die volgden, smaakte Vale
rie 't genot, mooie dingen te koopen in
plaats van te verkoopen. Volgens Cecil's
wensch was rood de overheerschende kleur
in haar garderobe. Ze werd dikwijls met
hem gezien. De menschen werden nieuws
gierig, en wijl er niet veel inlichtingen
te krijgen waren, ging men haar „het
meisje in 't rood" noemen, en dat was
juist, wat hij hebben wou.
Wat mevrouw Portman betreft, haar
ergernis kende geen grenzen, maar wer
kelijk ongerust maakte zij zich niet. Zij
was zoo zeker van haar overwinning,
dat zij, om de praatsters tot zwijgen te
brepgen, beweerde, dat Valerie een verre
bloedverwante was, „een lief kind, pas
terug van kostschool ze is te bleu, om
in gezelschappen te komen, maar ze is
zóó dankbaar, als die goeie Cecil haar
eens mee uitneemt...."
Cecil hoorde de geruchten en grinnikte.
Zonder het te willen speelde zijn moeder
in zijn kaart, want ze zou later haar ver
haal moeilijk in kunnen trekken, zonder
zich belachelijk te maken.
En de populariteit van mevrouw Port
man, was niet zoo groot, dat zij de pijle,
van den spot zou kunnen trotseeren,
vooral niet, nu haar deftige aspiraties zich
wilden uitvieren rn een groote partij,
waarbij de hertogin van Dumpshire
beloofd had, tegenwoordig te zullen
zijn.
Het was de dag voor dat feest, toen
Cecil zijn moeder aansprak over t onder
werp, dat hem het naast aan het hart
lag. Het oogenblik was niet zeer gun*
stig mevrouw Portman had juist ont
dekt, dat zij er in haar nieuwe japon
van amethysten zijde ongeloofelijk geel
uitzag.
„Je hoeft niet meer te praten, Cecil,"
riep ze, knorrig neerzinkend in de sofa
kussens in haar boudoir. „Je zult dat
meisje nooit trouwen met mijn toestemming, en
je zult nog wel zooveel gezond verstand hebben,
dat je begrijpt, dat liefde in een hutje niets voor
jou is."
„Ik denk 't toch te probeeren, als u niet naar
rede wilt luisteren. Er klonk verontwaardiging
in Cecil's prettige stem hij was ongeveer aan
het einde van zijn argumenten, en de ergernis
om de vaische positie, waarin hij zich gedron
gen zag, bracht een donkere frons op zijn voor
hoofd.
Mevrouw Portman beantwoordde het dreige
ment met een ijzig lachje.
„Juffrouw.... eh.... West zal wel een heel
zuinig persoontje zijn," merkte ze op, „maar al
ben je nog zoo zuinig, huishouden zonder geld
gaat nooit. En ik zou niet weten, hoe je je eigen
brood moest verdienen."
Cecil keerde zich boos om. „Ik ook niet 1" zei hij.
„Maar iets zal ik beginnen al moest ik met een
draaiorgel gaan loopen," en hij verliet het vertrek,
om naar zijn kamer te gaan en eindeloos sigaret
ten te verrooken op een probleem, dat hem bijna
te machtig was. De middag was ongeveer om, toen
hij eindelijk tot een besluit kwam.
„Ik doe 'tl" riep hij uit. „En ik geloof waar
achtig, dat ik 't ermee winnen zal."
Den volgenden morgen kwam het mevrouw
Portman gelegen, heel vriendelijk te zijn, want de
partij lag haar zwaar op de maag, en ze kon er
niet aan denken, hoe 't gaan moest, als haar zoon
er niet bij was.
„Je komt toch vanmiddag, jongen zei
ze, toen Cecil zich met den eetlust der jeugd
op het ontbijt wierp. „De hertogin komt,
en
„O, ik zal wel zorgen, dat ik in de buurt ben,"
antwoordde Cecil luchtig. Mevrouw Portman
bezat niet veel opmerkingsgave, anders had ze
wel onraad gelezen in den glimlach, die met de
woorden samenging.
Veilig gehuld in het amethysten satijn, het gelige
haar overvloedig gekruld, was mevrouw Portman
juist haar grijs-met-gouden salon binnengeruischt,
toen de galmen van een draaiorgel haar oor be
reikten. Met een uitroepje van ergernis liep ze
m
Tiet huisje in den zonneschijn
naar het raam en keek naar buiten. Toen viel
haar mond open; en ze gaf een kreet van af
schuw, want daar, met geestdrift den slinger han-
teerend van een bepaald armoedig draaiorgel,
stond haar zoon 1
„Cecil 1" Het was 't eenige, wat ze kon zeggen,
en ze zei het met grooten nadruk.
„De eenige manier, die ik bedenken kon, om
mijn eigen brood te verdienen," riep Cecil vanuit
de goot. „Wat zal ik spelen voor uw gasten Ik
geloof, dat die doos oud ijzer,, Na den taatsten tan
go" kan uitbrengen, en „Tot wederziens, heer
dokter." Ik hoop, dat ze een beetje royaal
zijn. Ik krijg maar zelden zoo'n prachtige ge
legenheid."
„Breng dadelijk dat ding wegDe stem van
mevrouw Portman verhief zich tot een schreeuw
van angst, ,,'t Is bij vieren, ze kunnen ieder oogen
blik komen. O Cecil, hoe durf je.
Maar Cecil glimlachte genoeglijk en bleef met
onverflauwden ijver doordraaien.
,,'t Spijt me, dat ik u hinder," zei hij, „maar
ik doe 't heusch niet voor m'n pleizier. Ik moet
op de een of andere manier geld verdienen, be
halve natuurlijk als u toegeeft. Ik begrijp wel,
dat 't niet aardig staat, als de zoon des huizes
voor 't raam van 't salon met een draaiorgel
optreedt
„Cecil! Wees dan toch redelijk...." Mevrouw
Portman keek in doodsangst naar de klok. „Ik
wil niet
„De hertogin zal 't wel leuk vinden, denkt u
niet grinnikte Cecil. „Ze heeft nogal zin voor
humor
Mevrouw Portman schrok opnieuw. Ze zag
met volle helderheid in, hoe ze voor dwaas zou
staan tegenover haar gasten, als haar zoon in
zijn waanzinnige onderneming volhield.
„Ik geloof, dat ik een paar auto's zie," zei Cecil
vroolijk. „Ja, twee, en er komt net een rijtuig
met twee paarden den hoek om."
Mevrouw Portman stond zich de handen te
wringen. De hertogin was koppig trouw aan
haar équipage en paarden, en 't was de gedachte
aan de scherpe tong van de hertogin, die haar
tegenstand brak.
„Cecil," kreunde ze, „houd in 's he
melsnaam op met dat lawaai en kom
binnen. Als je met alle geweld dat
meisje wilt trouwen, zal 't maar moeten
gebeuren."
Cecil brak het lied van den Garde
luitenant in 't midden af. „En zult u
Valerie ontvangen Kan ze op de partij
komen? Ik zal haar direct gaan haten:"
„O, zooals je wilt, gauw!" Mevrouw
Portman rekte haar hals het raam uit,
zag een paar auto's die het huis nader
den. Daarachter kwam een rijtuig met
tweespan. „Kom in 's hemelsnaam bin
nen, Cecil, en laat Jenkins dat afschu
welijke ding ergens wegstoppen 1"
Maar Cecil had al een passeerende
taxi aangeroepen, en was op weg naar
Valerie, die gekleed en wel zat te wach
ten op het resultaat van zijn kunstgreep.
Mevrouw Portman moest later toe
geven, dat ze een groot deel van het
succes van haar partij aan Valerie te
danken had. In haar japon van roode
zijde was zij het middelpunt van aan
trekkingskracht. Het nieuws van Cecil's
verloving gaf een aangenaam onderwerp
van gesprek, en zelfs de hertogin be
zweek voor Valerie's kinderlijke hoffelijk
heid en innemende manieren.
„Je moet eens een kopje thee bij me
komen drinken, kindlief," zei 2e bij 't
afscheid. „Mevrouw Portman zal je bren
gen, is 't niet mevrouw?" vroeg ze,
met een innemend lachje voor die dame.
„Met heel veel genoegen," zei mevrouw
Portman.
En Valerie en Cecil, 'n blik wisselend
achter haar satijnen rug, wisten, dat de
slag gewonnen was. Want als een her
togin het zegel van haar goedkeuring
zette op hun verloving, viel er natuurlijk
niet meer over te praten 1