IN TRA Af 1316 VRIJDAG 22 APRIL 1932 No. 47 De tram komt aan. 'I ls maar een schaduto meer Dan nroeger. het reizende en belang stellende publiek nan onze trammetjes. Ze zijn uit de mode geraakt. (Breskensl T T et is mogelijk, alle V JLJL zaken van vele kan- ten te bezien, en 7 deze mogelijkheid kan ons voor eenzijdigheid bewa ren. Natuurlijk zijn er altijd menschen, die zich bij één kant willen houden. Ze zeggen Zóó is het, en niet anders. En daar moet je het dan maar mee doen. Maar wij willen trachten, een beetje anders te zijn. Geen licht zonder schaduw, en geen schaduw zonder licht. Alles heeft zijn voor en tegen, en men heeft beide onder oogen te zien. Het signaal nan k klinkt trooste luns. (Terneuzen) Ze sloppen altijd (I'll rami del Ook wat de Zeeuwsche trammetjes betreft, die ons in zoovele opzichten een doorn in het oog zijn. Zeker, wan neer je haast hebt, wanneer je in een beperkten tijd „even" van Schoon- dijke naar Huist moet, dan kun je we! eens foeteren op de koffiemolentjes- achtige vervoermiddelen,die je tergend langzaam en hortend en stootend door het landschap trekken. Maar aan den anderen kant, wan neer je niets te doen hebt, en je wilt (Jok roei moet iemand uitstappen. loch zijn ze roei leuk, deze trammetjes, levend symbool van ónzen Zeeuroschen volksgeestdie alles maar kalmpjes aan roil doen. Philippine) op je gemak genieten van het natuurschoon in Zeelands dreven, waarin zul je je dan met een prettiger gevoel opbergen dan in deze versmade trammetjes Dat ze rijden, merk je eerst, als ze al weer stop- pen, en je met een schok uit je mijmeringen wordt gewekt. En stoppen doen ze veel, in een overda dige hoeveelheid zelfs. Ze stoppen altijd en overal. Soms zie je niet waarvoor en moet je maar veron derstellen, dat het is, omdat er anders een kip onder de wielen zou zijn geraakt of ook wel moet er plotseling iemand uitstappen, hoewel argusoogen niet de geringste aanduiding van iets wat op een station zou kunnen lijken, kunnen ontdekken. En al rijdende wieg je heen en weer als op zachte en kalm voortrollende golven, om in slaap te vallen onder dit onvolprezen rhythme en twee stations na je bestemming met een looden gevoel in je beenen te ontwaken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 4