En daar gaat ie meer perder, termyl de bel
tingelt en een groet je tegenlacht.
No. 6
Moet je nog mee, de conducteur
macht mei eoen met fluiten (/luist).
Neen, maar niet al te veel kwaad Ze zijn toch
ook wel leuk, deze trammetjes, levend symbool
van onzen Zeeuwschen volksgeest, die alles maar
kalmpjes aan wil doen en zich niet druk maakt
over den dag van morgen, die toch wel komen zal
met al zijn lief en leed. Daarom ook, dat we er
genoegen mee nemen, en ons zelfs tot zekere hoogte'
moeten aanpassen bij de sfeer van het trammetje.
Het is, alsof je_zoo een huiskamer binnenstapt,
een vertrek, waar je bekend bent, en waar pijp
en pantoffels al gemoedelijk wachten.
En je wordt begroet met een hartelijkheid, alsof
je verwacht werd en er urenlang in spanning naar
je komst werd uitgezien.
En dan begint het praatje, het echt-Zeeuwsche
tram- en treinpraatje, dat je met het trammetje
moet verzoenen, en de trage minuten op schok
kende veeren in prettigge kout doet omvliegen.
Toch nog by na te laat.
snelverbindingen voor degenen, die
zuinig moeten omspringen met hun
kostbaren tijd.
En ook in een sneller rijdend ver
voermiddel kun je gezellig praten,
al heb je daar misschien den tijd niet,
om eerst even genoeglijk je pantof
fels aan te trekken, en al bestaat de
kans, dat je pijpje nog niet eens goed
en wel gestopt is, als je de plaats van
bestemming al hebt bereikt.
Maar, hoe dit zij, het moderne zal
ook wel hier neerstrijken, en als het
eenmaal zoo ver is, dat de autobussen
bij dozijnen langs de wegen jagen,
dan zullen we gelegenheid vinden om
wéér ontevreden te zijn, en met ver
langen terug te denken aan den goe
den ouden tijd, toen altes nog zoo snel
niet ging en men zijn leven zeker
was
VRIJDAG 22 APRIL 1932
O, is het nu weer niet goed Ja, het
is met de tram zoo, dat je er geen kwaad,
maar ook geen goed van mag zeggen.
Dat zijn van die dingen, die je moet
nemen, zooals ze nu eenmaal zijn, en die
zich niet laten bespreken. Eigenlijk is dat
een zeer verstandige opvatting, die we
graag zouden onderschrijven, ware het
niet, dat we toch ook nog een open oog
hebben voor verbetering. En het moge
dan al zoo zijn, dat de trammetjes ge
zellig zijn en goedkoop, en vele andere
goede eigenschappen meer bezitten, dit
neemt niet weg, dat ze te zeer een slak-
kengangetje loopen voor onzen snellen
tijd.
Neen, en dit geldt vooral voorZeeuwsch-
Vlaanderen, er is daar behoefte aan eenige
En er is altijd ruim tijd voor een
praatje aan de stations van de tram.
En je mordt begroetals
of je vermacht merd.