DOOR
VRIJDAG 29 A
Onder de talrijke fouten, welke den twintigste-
eeuwschen mensch aankleven is dit een der
voornaamste: de miskenning van de stilte. Hij
heeft de oogenblikken, die tusschen twee geluiden
liggen, niet anders weten te vullen, dan met nieuw
lawijt. Dit pleit niet voor hem,
als men wil erkennen, dat alleen
in de stilte de gedachten groot
worden en puur. En dit bezwaar
kan men dan ook tegen de radio
staande houden zij belet het den
ken. Maar omdat dit ook al niet
ieders bezigheid is, en meer nog,
omdat onze bezigheden daarvoor
vaak een belemmering zijn, be
hoort niemand de radio te ver-
oordeelen als een nietsnut of
een lastpost, en mag geen enkel
mensch zijn medeburger
Holland leidt met tO
waaruit u de „Negende" van Beethoven tegen-
klinkt, doch mijnheer en mevrouw laten het
hondje uit.
Er zijn vaders, die hun zonen een uitbrander
kunnen geven, terwijl de loudspeaker vermaant
over „Zachtheid bij de opvoeding", er zijn men-
schen die nu eenmaal niet waard zijn een radio
te hebben, daar zij de kunst van het luisteren
niet hebben geleerd. Tot een minder ergerlijke
categorie behooren de lieden, die zoo enthou
siast zijn met de uitzendingen van Hilversum,
Huizen, Daventry, Warschau, Berlijn, enz., dat
zij van geen ophouden weten en van loutere geest
drift meenen, dat hun boven- of benedenburen
evenveel behoefte hebben aan dansmuziek als zij
zelf. Dezulken zou men een beetje meer maat
gevoel willen toewenschen. Maar laat ons de radio
weldaden niet vergeten. De werelddeelen heeft
zij aan elkaar verbonden, de afstanden denkbeeldig,
kennis en kunst bereikbaar gemaakt, het leven
vereenvoudigd en veraangenaamd. Goed „gehan-
His Masters Voice
Een „Roeiend" debat
tijdens een lezing ooer
de oorzaken oan de crisis
No. 48
Als er goede muziek wordt uitgezonden.
hoog aanslagbiljet toewenschen, omdat deze de
gelukkige eigenaar is van een ontvangtoestel.
Het ligt er maar aan hoe men zijn bezit gebruikt.
Toegegeven, er zijn radiomaniakken, radiomal
loten, radiowaanzinnigen er bestaat een radioitis.
ledereen kent wel de huiskamers, waarin, terwijl
de heele familie in de bioscoop zit, de stem van
een Duitschen hoogleeraar spreekt over „Goethe
und die politischc Lage Deutschlands", of die,