N G (SLOT) De moord is door dien Chinees gepleegd. Maar u zult alle bijzonder heden weldra in geuren en kleuren hooren. Doe uw best voor Redmayne, dokter hij mag een dief en een inbreker zijn, in zijn hart is hij geen kwade kerel. Ik stel bijzonder belang in hem als u het eens minder druk hebt dan op het oogenblik, zal ik u wel vertellen waaróm." „Ik beloof u, dat ik mijn uiterste best zal doen en dat zullen mijn collega's van het ziekenhuis ongetwijfeld ook, Sir Anthony. Maar denk er aan, dat ik niet veel hoop kan geven. Ik zal uw familie uit het ziekenhuis opbellen, Lord Santley. O, op Sunningdale Manor? Prachtig. Dan wilt u zeker daarheen vervoerd worden Blijft u rustig liggen tot de ziekenauto komt." „Ja, laat me maar naar de Manor brengen," zei Simon. En raadselachtig voegde hij er aan toe „Ik ben bang, dat ze daar nog wel een poosje met me opgescheept zullen zitten." De dokter vertrok, opgewonden door het onverwachte drukke werk midden in den nacht en één en al verbazing. De heele verwarde geschiedenis daar op Barnes leek hem één groot mysterie, maar hij troostte zich met Sir Anthony's voorspelling, dat de oplossing wel spoedig bekend zou zijn. Het was anders een rare boel één man op het randje van den dood, een tweede met een half afgeschoten hand en numero drie alleen nog maar geschikt voor het gesticht, waar hij den volgenden ochtend zou heengebracht worden. Voorloopig zou hij zijn werk maar voltooien de dag van morgen zou het ant woord op zijn vragen wel brengen, dacht dokter Kent. Bij de voordeur trof hij inspecteur Renfrew. „Ik ga nu naar het hospitaal." zei hij. „Juist, dokter. Niet veel hoop voor Redmayne, nietwaar?" „Neen, 'n bedroefd klein beetje, tenzij hij-zelf het sterke verlangen heeft te blijven leven. Ik hoop, dat jelui den kerel in handen krijgt, die op hem geschoten heeft, en het zou me een lief ding waard zijn, te weten, waf dit allemaal te beteekenen heeft. Maar daar is nu geen tijd voor. Het is heel goed, dat u een van uw menschen hier laat om een oogje op meneer Barnett te hou den. Die kan niet alleen blijven. Zorg, dat hij naar bed gaat morgenochtend kom ik hem halen. Waar is Greenwood De dokter stelde de vraag, terwij! hij naar zijn auto liep. „Binnen bij Barnett. Hij kan op het oogenblik niet van hem weg." „Hij is nu zeker wel tevreden gesteld wat den moordenaar van meneer Shutter betreft De dokter zat thans achter het stuur. „Dat zal wel dienen. We hebben de bekentenis van den Chinees." „Welnu, méér kun je niet verlangen." De dokter drukte op den knop van de ontsteking en het volgend oogenblik schoot de groote wagen naar voren in het duister. Renfrew ging snel naar de bibliotheek terug, waar de detective, geleund tegen de schrijftafel, aanteekeningen in zijn notitieboek stond te maken Gabriël Barnett zat in zijn stoel en zijn hoofd ging nog steeds in hetzelfde langzame tempo en op dezelfde griezelige, zotte manier heen en weer. In een anderen hoek van de kamer was een agent bezig te telefoneeren. „Goed zoo," zei hij. „Neen, juffrouw, er is niets bijzonders. De leiding was niet heelemaal in orde, dat is alles." Daarop tot den inspecteur „Als u soms met het bureau spreken wilt, er is weer aansluiting." Met een paar groote stappen was Renfrew bij het toestel met een bruuske beweging greep hij den hoorn, terwijl Greenwood het hoofd omwendde en in spanning naar hem keek. „Met Renfrew. Nog iets gehoord van den Chinees?.. Alle menschen!.. die vervloekte bandietHeb je Scotland Yard opgebeld?.. Neen, ik geloof niet, dat we nu nog een kans hebben. Ik kom onmiddellijk." Hij legde den hoorn neer en richtte zich tot Greenwood. „Dat doet de deur dicht," viel hij opgewonden uit. „Ze hebben Ling tegen gehouden bij de grens van 't cordon tenminste ze probéérden hem tegen te houden maar de wagen schoot met kracht vooruit, er moet 'n handige chauffeur aan het stuur zitten en die ellendige, verwenschte Chinees heeft dien armen Miles een schot door het hart gegeven." „Dood vroeg Greenwood verslagen. „Morsdood 1 Een van onze beste kerels Nu zal hij wel spoorloos ver dwijnen. Want als die Chineezen eenmaal tusschen hun eigen landslui zitten, is het blind zoeken. Dan kun je de moeite wel sparen. Ling heeft nu al drie moorden op zijn geweten." „Twee," verbeterde Greenwood eigenwijs. „Jij moet natuurlijk weer wat bijzonders hebben," mopperde Renfrew echt boos nu. „Enfin, je hebt altijd een harden en dwarsen kop gehad En daarmee liep de inspecteur de kamer uit. XXIII. LATER Iln een kamer eerste-klas van het groote ziekenhuis in Sunningdale boog een vrouw over het bed van een jongeman, die den dood zeer nabij scheen te zijn. Een oppervlakkige blik op zijn gezicht zou iederen leek op genees kundig gebied zelfs in den waan hebben gebracht, dat hij al overleden was. Aan het voeteinde van het bed stond een scherp-toeziende verpleegster en in een hoek bij het venster zat een slank, breedgeschouderd man in donkerblauwe uniform hij zag er, zooals dat bij politieagenten zonder hoofddeksel altijd het geval is, maar half als een politieagent uit De vrouw met het bleeke gezicht, de goudblonde haren en de smaakvolle kleeding, die over het bed bukte, was Evangeline Shutter. De man in het bed, over wien de schaduwen des doods zich schenen te hebben gelegd, was haar broer Bobby Redmayne de zuster was de particuliere dagverpleegster, Nancy Parker, en de politieagent was Harry Baines, die van zes uur in den morgen tot twee uur in den middag belast was met de bewaking van den patiënt, zooals de wet voorschrijft ten opzichte van verdachten, die in een ziekenhuis moeten verblijven tot hun gezondheidstoestand toelaat, dat ze voor den rechter verschijnen, tenzij de dood hen van deze verplichting ontslaat en hen voor een Hoogeren Rechter dagvaardt. En als agent Baines straks om twee uur wegging, zou hij worden afgelost door een kameraad, die op zijn beurt hier tot tien uur wacht zou hebben, om dan plaats te maken voor een derde, die een langen, vermoeienden nacht in de ziekenkamer zou hebben door te brengen. En zoo zou het doorgaan dag in dag uit, nacht in nacht uitgeen seconde zou Bobby uit het wakend oog van de gerechtigheid zijn, behalve en dat was de reden waarom zijn zuster zoo haastig ontboden was om te zien wat zij wellicht nog kon uitrichten behalve als hij voorgoed dit broze leven zou verlaten. Want alles wat binnen het bereik der medische wetenschap lag, was voor Bobby Redmayne gedaan. Dit was niet alleen een gevolg van het feit, dat Evangeline Shutter een chèque van twintig duizend pond aan het zieken huis beloofd had, ingeval haar broer zou herstellen. Want op het oogenblik dat zij deze belofte had gedaan in een opwelling van wanhopige ongerust heid stond het vast, dat, hoe welkom de chèque de kas van de inrichting ook mocht zijn, geen van de doctoren, verpleegsters of wie dan ook meer voor Bobby wilde of kon doen, dan zij zouden hebben gedaan voor den eersten landlooper den besten, die hier zou worden binnengebracht zonder een penny in zijn zak en zonder rijke bloedverwanten om zijn verpleging te betalen. Een klasse-kamer kon hij natuurlijk krijgen, wanneer mevrouw Shutter de kosten daarvan op zich wilde nemen. Maar een klasse-kamer beteekende nog allerminst het behoud van een leven, dat van het oogenblik af dat de patiënt op een draagbaar het ziekenhuis was binnengebracht, voortdurend dreigde het geteisterde en zwaar-gehavende lichaam te verlaten. Dus hadden de menschlievende doctoren van het hospitaal haar laten roepen, in de hoop dat de stem, de tranen, de smeekbeden van een zuster zouden uitwerken, wat de macht der wetenschappelijke geneeskunst te boven ging. Alles wat deze laatste had kunnen doen, was gedaan en het eenige, dat nog overbleef, was de langzaam maar zeker verkwijnende en uitdoovende levensvlam doovend bij gebrek aan wil om te blijven branden weer aan te blazen. „Bobby, lieve jongen, ik ben het, Vangy. Hoor je me?" zei ze, terwijl ze de ijskoude hand, die slap op de deken lag, vasthield, alsof ze dat vliedende leven tot blijven wilde dwingen door lichamelijke overmacht, terwijl de waak zame verpleegster gereed stond met een glas brandewijn in de hand, om elk kostbaar sprankje van opflikkerend leven, dat zichtbaar mocht worden, te voeden met deze opwekkende vloeistof. En Baines, vóór alles mensch, ondanks zijn uniform en grimmigen plicht, hij stond met zijn rug naar het bed en tuurde uit het venster, omdat hij den doodsangst en de verbijsterde smart in die mooie, smeekende oogen niet kon aanzien, zich tegelijkertijd in de volle oprechtheid van zijn eerlijk agentenhart mijlenver wenschend. „Bobby, lieveling!" snikte Evangeline, nu knielend naast het bed. „Ik ben het, Vangy het was zoo innig-gemeen van me om je aan je lot over te laten. Ik wil nu zoo graag voor je zorgen toe geef me een kans Ze bukte zich dieper en verhief haar stem en haar roerende, wanhopige smeek bede drong in de harten van den man en de vrouw, die genoopt waren haar aan te hooren. „Bobby, lieveling, hoor je me? Als je me verstaat, probeer dan mijn hand te drukken...." En heel zacht voelde ze een drukje op haar hand. „Je moet beter worden, Bobby ik wil het zoo verschrikkelijk graag en Tony wil het en Sybil Petres. We hebben je allemaal zoo noodig. En we zullen allemaal voor je zorgen en je gelukkig maken. Wil je het niet probeeren, Bobby, om beter te worden en opnieuw te beginnen je hebt immers ge zegd, dat je dat wilde Je zult ons allemaal zoo vreeselijk ongelukkig maken als je van ons weggaat. Bobby, lieve jongen, hoor je wat ik zeg Weer was er het zachte drukje op haar hand. „Wil je het probeeren, terwille van mij, terwille van ons allemaal En voor de dërde maal kwam die zachte druk, maar krachtiger nu en met een blijkbare bedoeling.Evangeline Shutter zonk nog dieper op den grond, als kon haar gefolterd hart het niet langer dragen en.daar haar zenuwen te sterk gespannen waren voor een gevoel van weldadige opluchting, barstte ze uit in een w^esten vloed van tranen. Maar de verpleegster had den druk van Bobby Redmayne's hand gezien en ze snelde naar den patiënt bevochtigde zijn lippen met den drank, dien ze meegebracht had en slaagde er zelfs in hem een kleine hoeveelheid te doen innemen, terwijl Baines, wien de spanning ondraaglijk werd, op zijn teenen naar de deur sloop en Sir Anthony wenkte, die met den inwonenden dokter en de hoofdverpleegster in angstige verwachting op de gang stond. „Ik geloof, dat het kunstje gelukt is, Sir Anthony," fluisterde hij met een verdacht trillende stem. „Maar nu moest u haar maar weer meenemen, want ze schreit om een steenen hart te vermurwen, meneer 1" Sir Anthony ging zacht naar binnen, trok de nog steeds wild snikkende

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 21