'Waa* zou die koekoek tocA zijn 1386 VRIJDAG 6 MEI 1932 No. 49 Op hetzelfde oogenblik werd er zachtjes, bijna schuchter aan de bel ge trokken. „Nu al zei Philips, „dat kan bijna niet Welnee 1 Dat moet iemand anders zijn Burnham kan onmogelijk in zoo'n kort tijdje het ware meisje gevonden hebben." Qiddings was intusschen bij de voordeur gekomen en deed die open.Philips hoorde een zachte stem bedeesd vragen „Woont mijnheer Seymour Philips hier Het was een heel innemende stem. Maar hij wist bij ondervinding, dat hij daar niet al te veel op vertrouwen moest. Hij durfde nauwelijks hopen, dat ze knap en aardig zou zijn. Giddings kwam met de bezoekster de kamer binnen. Dat hoorde hij aan het geritsel van de japon. Hij spande zijn ooren in. Als de deur nu ten minste maar hoorbaar dicht ging, al was het ook nog zoo zacht. „Miss Larrimore, sir," diende Giddings op grimmigen, schorren toon aan en toensloeg de deur met een geweldigen slag dicht. De heele kamer dreunde ervan. HOOFDSTUK II. GEHEIMZINNIG. j^Jiss Larrimore overwon haar eerste bedeesdheid, toen ze Philips rechtop in zijn stoel zag zitten met het hoofd achterover en de handen om de leuningen geklemd. Bezorgd liep ze snel naar hem toe. „Het was de deur maar, die dichtsloeg," zei ze, „u hoeft er niet van te schrikken, heusch niet." Hij keerde zich op het geluid van haar stem naar haar toe en zei „Dank u! Als het donker is, dan schrikt nien van een of ander geluid gewoonlijk veel meer dan noodig is, niet waar Ik heb me wel eens doodgeschrokken van een flappe rend gordijn midden in den nacht." Hij glimlachte. „Zoudt u niet gaan zitten vroeg hij vriendelijk. „Ja, graagdank u." „En waar zit u nu „In den grooten leunstoel, die tegenover den uwen staat, vlak bij u." Hij zweeg even en zei dan „Er moet hier ergens een voetenbankje zijn, voor het geval die stoel wat hoog voor u mocht zijn. Ik ben nog al lang en houd daarom van hooge stoelen." „Ik heb het bankje al," antwoordde ze met een zacht lachje, „ik ben nog al klein en heb het dus hard noodig." „U bent eigenlijk de eerste persoon, die ik ontmoet heb, nadat ze me hier hebben opgesloten," zei hij met zekere nieuwsgierigheid, „u kunt u niet voorstellen, hoe vreemd het wel is. U bent zooiets van een Stem zonder meer voor me, miss Larrimore." „Het heeft wel iets weg van de oude Grieksche treurspelen," zei ze. „Een Stem doet zich hooren, zeggend...." Philips vroeg zich af, wat het wel voor een verpleegster zijn mocht, die Burnham hem gestuurd had. „Ik veronderstel," begon hij, als tastend, „dat dokter Burnham u heeft meegedeeld, wat hier het geval isen wat u hier zooal te doen zult hebben „Ja, heel in het kort ten minsteIk moet u bezig houden en amuseeren ten minste voor zoover me dat luktIk heb zooiets nog nooit te voren bij de hand gehad, ziet u „Dokter Burnham heeft het dan nog al vrij onhandig ingekleed," zei Philips. „Ik heb gezelschap noodig, dat is alles. U moet niet het gevoel hebben, dat u uzelf alle mogelijke moeite geven moet om het mij gezellig of aangenaam te maken. Ik zat hier zoo doodalleen met niemand dan mijn huisknecht om mee te praten, ziet u?.. en dat begon een beetje op mijn zenuwen te werken. Ik heb u slechts noodgedwongen laten komen.En ik moet eigenlijk eerlijk zeg gen, dat ik mezelf met het geval meer dan verlegen voel en. „Kom, dat is onzin. Waarom Het leek hem, of haar stem dichter bij hem klonk, alsof ze zich naar hem toe gebogen had. „Och, mijn das zou bijvoorbeeld scheef kunnen zitten," zei hij. „Dat is toch niet het geval." „En ik kan mijn haar niet zelf borstelen. Het zit geloof ik heel anders dan ik het gewoonlijk zelf doe." „Het zit heel netjes. Ik geloof, dat u erg ijdel bent." „Dat zou iedereen in mijn geval zijn. Laat u zelf uw haar maar eens door een ander opmaken en laat een ander u aankleedendan wed ik, dat u ook het gevoel krijgt, alsof u uzelf niet meer bent. Hoe weet ik, of mijn das en broek bij elkaar passen Hoe weet ik, dat ik niet een blauwe en een grijze sok aan heb Hoe weet ik, dat mijn schoenen bij elkaar passen Hoe kan ik weten, of ik misschien geen gekken zwarten veeg over mijn wang heb Ze lachte hartelijk. „Maar u hebt heusch niets van dat alles verzekerde ze hem vroolijk „Ik heb er nooit eenig idee van gehad, dat mijn oogen me van zoo groot nut waren! Ik heb ze heel mijn leven lang verschrikkelijk misbruikt Ik heb in treinen en andere hobbelende voertuigen bij slecht licht zitten lezen. Ik heb nachten lang bij electrisch licht zitten schrijven ofschoon ik het net zoo goed bij daglicht had kunnen doen." „Dus is het waar, dat u 's nachts werkt en overdag slaapt vroeg ze belangstellend. „Ja-aHoe dat zoo „Och, dat heb ik eens over u gelezen. Doet u het om niet door anderen gestoord te worden? En om een goed excuus te hebben, om niet op visite en zoo te hoeven gaan „Zoo half en half," gaf hij toe. „En is het waar, dat er nog nooit een portret van u afgedrukt is en dat heel weinig menschen u van gezicht kennen „Ja, dat kan wel. Ik heb er een hekel aan, als ze over mijn verhaaltjes drukte maken." „Oh!zei ze teleurgesteld, „en ik had nog wel net willen zeggen, dat ik er nooit een van oversla Hij lachte. „Heusch niet „Heusch niet. Feitelijk bent u sedert jaren mijn lievelings schrijver geweest, mijnheer Philips. Ik moet tot mijn schande beken nen, dat ik heel veel tijd heb zitten verdroomen over de vraag, wat u toch wel voor iemand was en hoe u er wel uit zag." „Daar heb je het nu al," antwoordde hij op somberen toon „al weer een bewonderaarster weg „Weg „Ja, natuurlijk. De glans der geheimzinnigheid is nu verdwenen U hebt me gezien en ik ben jammer genoeg een heel gewoon mensch Nu zullen mijn verhaaltjes niet langer zulk een betoovering voor u hebben." „Integendeel. Ik denk, dat ik ze, nu ik u eenmaal gezien heb met veel meer belangstelling lezen zal. Ik kijk nu uit naar kleine persoonlijke trekjes, tk zal uzelf nu beter uit uw verhaal kunnen herkennen." „Heusch Enkel omdat u me nu even gezien hebt „Neen," antwoordde ze langzaam, „maar wel.... door wat ik zoolangzamerhand.... van u zal Ieeren kennen. Ik ben hier immers voor twee weken aangenomen, is het zoo niet „Ja, dat is zoo." „En mijn diensturen „Die zullen niet meevallen. Van 's morgens negen tot tien uur s avonds." „Maar toch zeker vrij voor lunch en diner Twee keer een uur „Geen denken aan Er wordt hier bij mij voor u gedekt „Op die manier hang ik u binnenkort de keel uit 1" zei ze waar- schuwend. „In twee weken al?" protesteerde hij ongeloovig. „In twee dagen!" „U maakt uzelf meer dan noodig zwart," zei hij lachend. Ik waag het er in elk geval graag op." „Mij bestantwoordde ze met een zuchtje, „als u er dan bepaald dienst f d"S morSenochtend om negen uur bij u in

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 10