i-*sö VRIJDAG 6 MEI 1932 No
ZOO WOONDEN 71
Ziehier de huisbewaarders, die dit
vertrek van César Franck, den ge
malen orgelcorn/tonisi schoonhielden.
Een hoek van de kamer, die door
Richard Wagner (rue de Provencef
werd bewoond. Op zijn jtiano, waaraan
hij de Mei ster singer'comjtoneerde
ligt thans een stapel gramofoonplaten
de anecdotes, welke in hun levens vervlochten
zijn. Er is iets van schennis in deze jacht naar kleine
bijzonderheden want degenen, die haar onder
nemen, worden niet gedreven door gevoelens van
vereering, maar veeleer door een nieuwsgierigheid,
die even onaangenaam als minderwaardig is.
Sommige menschen besteden er een aanmerkelijk
deel van hun leven aan, om na te snuffelen met
wie de schilder Zoo en Zoo getrouwd was, en
wanneer, en hoe oud, en hoe het meisje er
uitzag, en wie haar vader en moeder waren
enz. En ais ze dit hebben achterhaald, voelen
deze lieden zich geroepen om het te pas en
vooral te onpas te vertellen aan iedereen,
die het maar hooren wil en aan ieder, wien
het niets schelen kan. Ergens in Duitschland
staan de pantoffels van Schiller onder
Nadat de tijdgenooten van den kunstenaar hem
het bestaan ondraaglijk hadden gemaakt door
verachtende miskenning, of door'n welwillend
heid, welke niet anders dan als een hoon kon worden
opgevat, maakt het dankbare nageslacht voor
zoover het althans geen kans ziet, den arbeid
van de enkele waarlijk grooten dezer aarde
commercieel uit te buiten zich meester van
een glazen stolp en er bestaan boekdeelen
over de vrouwen, die Beethoven vereerd heeft
in zijn leven, maar dat neemt niet weg, dat men
veronderstellen kan, dat deze kunstenaars op
andere wijze beter geëerd zouden kunnen worden
dan door het „uitstallen" van hun particuliere
levensomstandigheden.
En het is niet alleen de nagedachtenis der ar-
tisten, die dit lot treft. Met die van staatslieden,
denkers, uitvinders, zeehelden, is het evenzoo.
Is er een schitterende naam onder de zon, dan kan
men er zeker van zijn, dat hij niet zoo blinkend is,
of de „bijzonderhedenjagers" slagen er in, hem te
verduisteren. Is dat gelukt, dan volgt het onver
mijdelijke straatbordje, men onthult temidden van
daverende fanfares een gedenksteen in een gevel,
of een gedenkbank in een park, of men maakt
van het woonhuis van den beroemden doode een
museumpje.
Zoo talloos als de menschen zijn, die een oneven
redig vurige belangstelling hebben voor de futilitei
ten, die ook beteekenis hadden in h<"t bestaan
der grooten, zoo weinig in getal zijn zij, die met
ontzag naderen tot alles, wat aan dezulken herin
nert. Laat ons hopen, dat gij, lezer, tot die weini
gen behoort.
Indien dat dan zoo is, dan zult ge met gemengde
gevoelens de foto's bezien, bij dit artikeltje gere
produceerd en wellicht met verbazing kennis
nemen van de bijbehoorcnde onderschriften.
koeten vegen was de eerste waar
schuwing die luitenant Napoleon Bonaparte
tezien kreeg, als hij naar zijn kamer ging.
In dit Grand Hotel" woonde Richard Wagner
ten tijde dat hij de „Meister singer" componeerde.