No. 49
VRIJDAG 6 MEI 1932
1391
Dat afzonderlijke had haar tot hem geroepen in
het uur van zijn nederlaag. Zij stond aan zijn zijde,
toen de heele wereld hem ontweek. De hand op
zijn arm beefde, het opgeheven gezicht verzachtte
zich tot de oneindige schoonheid van het vrouwe
lijk medelijden.
Wyllard begon te zeggen, dat hij zich van zijn
andere vrienden niets aantrok, als zij met hem
meevoelde, maar de haperende woorden verstier
ven tot stilte. Het smeulende vuur gloeide krachtig
uit en sloeg op in vlam.
„O, Kitty!" riep hij uit. Kitty, je houdt van
me
Ze was in zijn armen. De kale gang was van
gedaante veranderd de flikkerende gasvlam was
de zon van het paradijs.
Edgar Wyllard ging dien avond naar zijn kamer
terug als een overwinnaar, met glorie bekroond.
Hij beminde en werd bemind. Al het andere,
inbegrepen het feit, dat er van zijn spaarpot niets
meer over was dan vijf pond, telde niet meer mee.
Hij was niet meer alleen. Voortaan zou hij de
wereld trotseeren met Kitty, de onvergelijkelijke,
aan zijn zijde.
Ze zouden binnen een maand trouwen en een
nieuw leven beginnen als leden van een reizenden
troep, die in het noorden van Engeland ging wer
ken.
Wyllard's onverwinnelijk optimisme liet zich
gelden. Hij zag de toekomst in rozige kleur. Door
zijn liefde bezield, zou hij ook als tooneelspeler
nog slagen. Kitty was schrander en mooi. Waarom
zou hun verbintenis haar voordeelen niet hebben
op de planken Zijn gedachten waren al een heel
eind op den tveg naar roem en fortuin, toen het
gezicht van een brief, die op tafel lag, een eind
maakte aan zijn ijverig gedrooin. De brief kwam
van sir Boulton, en hij brak hem zonder uitstel
open. Het was een uitnoodiging, om den vol
genden dag op Jesselton te komen dineeren.
Ik wou graag nog een en ander met je bepraten,"
schreef de oom. „Kom, als je kunt. Als 't morgen
niet gaat, sein me dan den eerstvolgenden dag, dat
je wel kunt. Ik reken er op."
Wyllard wreef zijn kin en fronste. Al was hij niet
met Kitty Gilmore verloofd geweest, dan had
hij toch niet naar Jesselton terug kunnen keeren
niet op de voorwaarde van zijn oom, en onder
géén voorwaarde. Als hij succes had gehad, was
alles heel anders geweest. Voorzoover het Jessel-
Üni- land vanuit de lucht.
DE LEK BIJ SCHOONHOVEN (Foto K.L.M.)
ton en zijn oom betrof, was hij een mislukkeling.
Tweemaal had hij vast gebouwd op de victorie,
tweemaal had hij de nederlaag geleden. Dat deel
van zijn leven lag achter hem, mét zijn oude tehuis
en zijn rijke vrienden.
Maar hij had beloofd, dat hij na de opvoering
van zijn stuk komen zou, en die belofte moest
ingelost worden, hoe eer hoe beter. Hij zou den
volgenden dag zijn afscheidsvisite aan huize Jes
selton brengen. De rest van zijn leven zou hij vrij
uit kunnen wijden aan.... zijn vrouw.
Wyllard schreef een korten uitleg aan Kitty
Gilmore, en sloot er den brief van zijn oom bij in.
Toen hij dit gepost had, sliep hij den slaap der ge
lukkigen en stond den volgenden morgen op tijd
op, om den trein van tien uur naar Jesselton te
halen.
Sir Boulton verwelkomde zijn neef met buiten
gewone hartelijkheid, en na een uitstekende lunch
gingen zij naar de bibliotheek om „een en ander te
bepraten".
De oom sprak heel hartelijk en medelijdend over
het échec van „Flarden", maar uitte even duide
lijk zijn hoop, dat het Edgar naar Jesselton terug
zou brengen. Edgar hernieuwde zijn verklaring
van onafhankelijkheid, en gaf bericht van zijn
verloving.
„Maar beste jongen," riep sir Boulton, „dat
beteekent niets, niets Het is niets dan een be
vlieging, die wel weer overgaat, als je Marion
maar eerst gezien hebt
Edgar lachte eerst, werd toen boos, en wilde op
staanden voet vertrekken.
„Goed," zei de oom, „maar dan wil ik je toch
eerst even aan Marion voorstellen." Tegelijk
belde hij.
Edgar keek zuur, maar kon beleefdheidshalve
niet anders doen dan wachten. Een minuut later
kwam er een meisje in witte blouse en donkeren
rok een beetje aarzelend de kamer binnen. Edgar
gaf een kreet van verbazing en sprong op van zijn
stoel.
„Groote hemel 1" riep hij, „Kitty
Het meisje bloosde, keek verlegen en zweeg.
„Kitty?" riep sir Boulton. „Nonsens, Edgar.
Dit is Marion 1"
Hij leunde achterover in zijn stoel, wreef zich
in de handen en grinnikte. Maar Edgar zag alleen
het meisje, dat hij liefhad. Een oogenblik kwam
er toorn in hem op, hij was beetgenomen, het
slachtoffer geworden van een complot, maar zijn
liefde was te groot om toorn te laten leven, en
toen hij Marion's verslagenheid zag, kwam hij
naar haar toe en vatte haar handen.
„Kitty," zei hij, „is 't waar, ben jij Marion
Lee
Zij boog het hoofd. „Ja,"fluisterde ze. „Kun je
't me vergeven
Maar voor de jonge man kon antwoorden,
sprak sir Boulton.
„Pf 1 Vergeven 1" riep hij, „nonsens, kind Een
meisje mag toch zeker een schuilnaam voeren op
't tooneel
Hij lachte een beetje onzeker, kwam toen naar
Edgar toe en legde hem een hand op den schouder.
„Als er iemand vergeven moet worden, jongen,
ben ik 't," zei hij. „Toen Marion drie jaar geleden
hier kwam, heb ik haar de reden gezegd, de vol
komen eervolle reden, waarom je van huis was.
Ik heb haar ook gezegd, dat een huwelijk tusschen
jullie tweeën
„Wat zegt u?" riep Edgar, „hebt u dat drie
jaar geleden...."
„Drie jaar geleden," bevestigde sir Boulton.
„Maar Marion wou niet aan een wildvreemde
gekoppeld worden. Ze had een beetje tooneei-
ervaring, en ik vond 't niet kwaad, haar als Kitty
Gilmore nog wat op de planken te laten gaan.
Er waren een paar moeilijkheden, maar die kreeg
ik met behulp van Harrison uit den weg, ook Ma
rion's tegenzin in wat zij achterbakschheid noemde.
De rest weet je. Hij heeft ons benauwde uren ge
noeg bezorgd, hè Marion
Het meisje sloeg de handen voor het gloeiende
gezicht. „O, stil toch oom 1" smeekte ze snikkend.
„Niet
Edgar trok haar tegen zich aan, en keek over
haar hoofd naar sir Boulton. „Ongelikte beer 1"
mopperde hij. ,,'t Is goed hoor Kitty.... eh,
Marion, 't Komt er niets op aan, als je maar
je weet wel. Huil maar niet hoor! 't Is nu allemaal
in orde, lieveling 1"
Sir Boulton blies den aftocht en riep van den
drempel
„Bewaar één kus voor mij, Marion, en denk er
om, dat we om half zeven eten."
Toen trok hij de deur stevig achter zich dicht
en knipoogde tegen het plafond.