zijn baas veiliger en prettiger dan bij zijn soortge- nooten. De zeeleeuwen worden gevangen in driedubbele netten met groote mazen. Die worden in kloven op rotskusten gespannen, en de leeuwen raken vast, als ze naar zee terug willen. Werken ze één laag van 't net stuk, dan houdt de tweede of derde wel. In 't begin willen de gevangenen niet eten, en kele vasten wel een week. Maar als ze eenmaal voedsel van hun oppasser hebben aangenomen, is het eerste derde deel van hun dressuur volbrai ht. Wc hebben in den dierentuin San Diego vaak heel wat zeeleeuwen in den grooten open vijver, en acht daarvan ben ik nu aan 't africhten. Er is onder de zeeleeuwen evenveel verschil in geschiktheid en schranderheid als onder de hon den en onder de menschen. Sommige worden on middellijk tam, als zij zich eenmaal in de gevangen schap geschikt hebben zij laten zich met de hand voeden en streelen, en volgen hun oppasser overal. Mijn eerste stap bij de dressuur is vertrouwen winnen. Dit doe ik, door stil uren lang bij hen door te brengen, als ze pas gevangen zijn. De exemplaren, die me 't meest geschikt lijken, breng ik in 'n pret tige tank binnen een der gebouwen, want de dieren moeten van 't begin af wennen aan 't verblijf bin nen en aan de tegenwoordigheid van menschen. Bij die groep uitgelezen zeeleeuwen zittende of staande, beweeg ik me voorzichtig (geen plotse linge bewegingen) en praat voortdurend, met mijn gewone stem, nooit schreeuwend, nooit boos, nooit vrees toonend, en vooral, hun nooit reden gevend om mij te vreezen. Ze wennen dan zoo aan me, dat ze me met hun neus aanstooten. me opzij duwen, en eindelijk zelfs blaffen, als ik kom. Als er een toelaat, dat ik zijn kop streel, of een ander bewijs van hartelijkheid geef, wordt hij on middellijk beloond met de woorden „Braaf hoor, braaf hoor 1" en een stuk visch. DIRECTEUR AFD. DRES SUUR DIERENTUIN SAN DIEGO - CALIFORNIË heeft net zoo'n goeden mond met tanden als de beste hond. De wijfjes zijn gevaarlijk, als ze iongen hebben, en al heb ik 't honderden malen zien probeerent is met mijn weten nog, nooit gelukt, een zeeleeuwen-baby in gevangenschap groot te krijgen. Als een zeeleeuw, mannetje of wijfje, op (wee- of drie jarigen leeftijd gevangen wordt, hecht hij zich vaak even zeer aan zijn meester als een goedver zorgde hond. Kapitein O. Allan Hancock heeft al jaren een zeeleeuw op zijn motorjacht. Bubbles, zooals het dier heet, heeft een tank aan boord, en vrijheid van beweging op het achterdek. Hij mag ook in zee zwemmen, blijft dan soms een heelen dag weg. maar komt altijd vóór donker terug. Zeeleeuwen zijn in telligenter dan honden en pre cies even harte lijk ze leeren even vlug, vergeten nooit, en doen sommige kunstjes beter, met name het spelen met vuur. !k ben al twintig jaar zeeleeuwen aan 't africhten, en nog komt 't dikwijls voor, dat ik mii verbaas en verheug om een nieuw bewijs van hun schranderheid. Ik herinner me een dier, dat ik jaren geleden gedresseerd heb. Het was bang voor vuur, maar deed de andere kunsten heel goed. Toen ik zijn volledig vertrouwen ge wonnen had, begon ik die vrees te bestrijden. Eerst hield ik pas ver koold hout onder zijn neus, zonder vlam of gloed; zoo leerdehij, dat de geur van vuur hem niet kon deren. Toen schilderde ik zijn haiter, stok en bal, en den hoorn, waarop hij blies, helderoranje-rood,zoo goed mo gelijk vlamkleurig. Daardoor leerde hij, dat de kleur van vuur geen pijn deed. Daarna wende ik hem aan hitte, door een eiectrischen bedwarmer bij zijn neus te houden, en eiken keer, als hij het kalm verdroeg, kreeg hij een stuk visch tot belooning. Het duurde niet lang, of hij speelde volmaakt en zonder eenige vrees met zijn brandenden fakkel. Als u een gedresseerden zeeleeuw ziet, kunt u er gerust op rekenen, dat hij van een smalle kust strook aan de Zuidzee komt, ongeveer tusschen Santa Barbara, Californië, en de zuidpunt van het Mexicaansche schiereiland. Nergens ter wereld zijn de zeeleeuwen zoo handelbaar, zoo leerzaam, zoo makkelijk te vangen en zoo makkelijk af te richten. Door zeelui wordt wel verteld, dat men de „zee honden", zooals zij ook de zeeleeuwen noemen, ge rust kan naderen op hun rotsen en streelen of voe deren, dat men ze met een visch in een kooi kan lok ken, en de jongen zóó kan oppakken en met de hand grootbrengen. Men moet dit echter maar niet probeeren. Men kan een wilden zeeleeuw niet zoo dicht naderen, dat men hem kan streelen en al kon men wél dicht genoeg bijkomen, dan raakte men een hand kwijt, als men die uitstrekte, want de zeeleeuw Repetitie- voor het balanceer-nu.tuner der zeeleeuwen, die met een grooten bal op hun neus 'n trapje beklimmen en ooer een balk schuiven. Een paar maanden geleden echter, toen Bubbles uit zwemmen was, kwam er een kudde wilde zee leeuwen langs. Het tamme d!er vluchtte aanstonds naar het jacht, huilend als een bange hond, en wil nu met geen geweld de zee meer in. Hij vindt 't bij

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 10