^.vvr. m pNi .33 w%m 11- ST m w- »8eS5 feipi A r\ v**«: - Ik ~*rl; ^mega- ïméï W.' m, lllllPPfs tem .r *;V' WMÊËm ":XQ 3^' 1 •-i, '.M^X - ftfT"- >1M. 1/ yk*s? Rondom Pinksteren is Zeeland één bloemenweelde. (Kapelle) rjjnc. Er zijn dingen, die zoo vaak terugkomen, dat we dikwijls wel kunnen huilen, als wij ze weer zien. De mensch is nu eenmaal niet volmaakt, en hij staat niet altijd open voor het goede -of het mooie. Dikwijls kan het gebeuren, dat hij totaal on gevoelig blijft voor datgene, wat hem anders in verrukking brengt. En ook is 't zoo, dat de mensch de neiging heeft, het mooie niet meer te zien. Wanneer men eiken dag langs een mooi grachtje wan delt, ziet men het ten slotte niet meer. En als dan een ander er de opmerkzaamheid op vestigt, en zegt maar wat is dat toch mooi dan halen we de schouders op en zeggen onverschillig Nu ja, maar ik wou dat ik toch eens iets anders zag dan altijd maar weer dat zelfde grachtje Zoo is het bij ons eenigszins gesteld, als wij ons schikken naar den loop der seizoenen, als wij in den winter moeten schrijven over de sneeuw, in den zomer over den oogst, en dat elk jaar opnieuw. Dat kan makkelijk een kwelling worden, en bijna was het dan vandaag ook zoo ver, toen we op stap gingen, de velden en het voorjaar tegemoet. Moeten we nu wéér over bloemen en het jong groen schrijven, moeten we nu wéér in verrukking staren naar datgene, wat nog zoo kortgeleden plaats vond Maar zie We waren bij een boomgaard geko men, en zagen hoe de eerste bloesems voorzichtig te voorschijn waren gekomen, om van de warme zonnestralen te proeven. Ineens was onze onver schilligheid verdwenen en de bui van moedeloos heid dreef over. Wat was dat mooi! Neen, zóó had den we het toch nog nooit gezien. En gedreven door ontroering, hadden we de vulpen al in de hand voor we het goed beseften Zoo is de mensch. Zoo zijn we allen. En als dan het leven kwaad 'met goed vergeldt, dan voelen wij Zeeland bloeit en vooral de uitgestrekte bopmga een prachtig v&gez SÏ3H5 De bloesemweelde in de omgeving van Schore. We waren bij een boomgaard en zagen hoe de eerste bloesems te voorschijn waren gekomen. Biezelinge

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 16