m
■WÊJ
't Leven condom de boerderij is als vernieuwd
door de witte bloesempracht. (Wemeldin
ktc boomgaarden rondom Wemeldinge leverert
•htig vergezicht.
De boer kijkt even op. als hij langs zijn boomgaard komt
en zijn blik wordt minder somber. (Koudekecke)
ons van binnen een weinig be
schaamd over onze opstandige of
mismoedige gedachten.
Ja, de bloei is gekomen.
Het moge zijn, dat het vorige
voorjaar nog zoo kort geleden lijkt
en dat er nog meer perioden van
ontwaken zullen volgen de bloei
is gekomen
En de zieke mag zich dan al
verveeld omgooien op zijn bed, en
zich ongelukkig prijzen, dat hij met
dit mooie weer niet naar buiten
mag, als zijn oog valt op den ouden
knoestigen pereboom, waarvan hij
de kruin juist kan zien, dan zal
hij een oogenblik zijn ontevreden
gedachten vergeten de bloei is gekomen
En de boer, die mistroostig over zijn akkers
loopt, mistroostig omdat hij niet weet, hoe hij het
eind van het jaar zal halen, kijkt even op, als hij
langs zijn boomgaard komt, en zijn blik wordt min
der somber de bloei is gekomen
Zoo vermag bloeiend Zeeland vertroostend te
werken. En in dieperen zin kunnen we er uit leeren,
dat het leven, ondanks de vele tegenslagen en te
leurstellingen, die het dagelijks brengt, ook voort
durend iets moois te geven heeft aan degenen, die
het willen zien.
Zeeland bloeit, en die bloei getuigt van een le
vensdurf, dien wij, menschen, maar al te zeer mis
sen. En hij getuigt tevens van een vertrouwen in
het leven, dat ons kan beschamen.
Want het bloeit niet alleen in de boomgaarden,
waar de groote, volle bloemtrossen dicht opeen
hangen, de bloei is overal.
Rondom Pinksteren is Zeeland één bloemen
weelde. Overal bloeien de voorjaarsbloemen, groot
of klein.
En dat kan ons weer met het leven verzoenen,
omdat de telkens terugkeerende bloei getuigt van
de onvergankelijkheid en de opstanding van het
leven.
Overal, waar je komt, bloeit het, niet alleen in
de boomgaarden, maar voor elk landelijk huisje.