DOOR EDWARD D. DICKINSON
VRIJDAG 3 JUNI 1932
Vóór een der circustenten, opgeslagen aan den
buitenkant van het dorp, zat Philippe Rigand,
de olifantentemmer dicht naast hem Yvonne
Charoste, de koorddanseres samen zaten ze
te wenschen dat ze meer geld hadden kunnen spa
ren. Geen van beiden keek bijster opgewekt,
want het was tot dusver een echt pech-seizoen
geweest. Regenachtig, en reeds driemaal was
de groote tent door een storm omgewaaid. Bij
iedere gelegenheid placht monsieur Herisson zich
de haren uit te trekken, te vloeken en te verklaren
dat hij een geruïneerd man was, ofschoon ieder
wist dat hij reeds lang binnen was. Sommige
artisten beweerden dat hij in zijn schik was met
zoo'n orkaan, want deze deed hem een excuus
aan de hand om de gages te verlagen, wegens
slechte zaken. En een verlaagd salaris terug te
brengen op het oude peil, vereischte de kracht
van Hercules en het geduld van Job. Dus waren
beiden bedrukt, zelfs de anders opgewekte
Yvonne. Philippe placht altijd te spreken over
de eigen boerderij die zij zouden beginnen; hij
deed het, uit gewoonte, ook nu, maar de anders
gretig instemmende Yvonne ging er ongewoon
scherp tegen in.
„Wat klets je van paarden en koeien en scha
pen, alsof je ze morgen al zou koopen. Dat deed
je verleden jaar, en het jaar daarvóór ook al.
En heb je meer geld dan toen Geen cent. 't
Volgend seizoen is natuurlijk weer even slecht
slechter nog. Let op, nog in geen dertig jaar kunnen
we trouwen,"—en Yvonne barstte in tranen uit.
Philippe keek ontsteld. Hij had over zijn boer
derij gesproken, tot hij er bij wijze van spreken,
iedere vlieg in den stal van kende sterker nog,
hij had zich altijd verbeeld dat zij er over dacht
als hij hetgeen waar was en nu dit 1 Hij
voelde zich beleedigd.
„O best," zei hij, „laten we ergens anders over
spreken, als je niet met me trouwen wilt. Laten
we over het weer spreken, of over je kansen om
kennis te maken met een aardigen slager of krui
denier." Het zou beslist een ruzie geworden zijn,
wanneer nu niet op dat oogenblik een geweldig
getier en hulpgeroep uit de dorpsstraat geklonken
had. Philippe sprong meteen op en rende in de
richting van het geschreeuw, zoo vlug hij kon.
„O, goeie hemel, daar is de oude Frenzy weer
losgebrokenschreeuwde hij. Het vermoeden
dat de olifant was losgebroken, bleek maar al te
waar. Zoodra Philippe de dorpsstraat in rende zag
hij het. Het halve dorp was daar verzameld
midden in 't tumult zag hij den ouden humeurigen
olifant, bezig zijn enormen kop door het raam van
een fruitwinkel te werken. Vrouwen gilden, man
nen brulden, het hardst van allen de winkelier,
die uit het bovenvenster hing.
Wanhopig wrong Philippe zich door de menigte,
tot bij den olifant, en schreeuwde boven alles uit:
„Frenzy 1 Kaffer 1 Stommeling 1 Hier Fren
zy HierAf 1"
Het resultaat was goed. De olifant hield op met
trompetteren en werkte zich terug. Maar hij was
helaas te haastig. De raamkozijnen boden geen
voldoenden weerstand toen zijn massieve kop
zichtbaar werd zaten zij er als een lijst omheen.
„Dat is de laatste stroohalm," steunde Philippe.
„Wat een onkosten 1 Wat zal de baas zeggen
En hij dreef het nu gekalmeerde dier vóór zich
uit, op een afstand gevolgd door de menigte, die
hoopte dat er nog iets gebeuren zou. Alleen de
fruithandelaar liep mee met een ander doel.
In diep ellendige stemming dreef Philippe den
olifant zijn verblijf binnen, legde hem stevig aan
kettingen, stak een sigaret op en wachtte op het
onvermijdelijk verzoek, direct bij den baas te
komen. Dat verzoek kwam maar al te spoedig
schoorvoetend ging hij bij monsieur Herisson
binnen, waar zijn ergste verwachtingen nog over
troffen werden. Hij werd overstelpt met een kern
collectie vloeken en verwijten hij begon zacht te
fluiten toen hem een gekwiteerde rekening onder
den neus geduwd werd.
No. 1
te halen en den olifant over te houden Je zult
zien, dat je op 't einde geld en olifant allebei kwijt
raakt."
Tegen dit argument wist Philippe niets in te
brengen daarom deed hij, wat wellicht het ver
standigst was -hij vertelde de waarheid.
„Ja, zie je, Yvonne," bekende hij. „Ik deed 't
eigenlijk omdat ik de gedachte niet verdragen kon
dat die arme Frenzy zou afgemaakt worden."
Dat was Yvonne feitelijk met hem eens, want
zij hield van Philippe en van ouden Frenzy, maar,
vrouw zijnde, kon zij dat niet bekennen. In plaats
daarvan werd hij vergast op een nieuwen stortvloed
van tranen en het verwijt, „dat hij meer hield van
zijn olifant dan van haar, en maar zoo gauw moge
lijk met dat akelige oude beest moest trouwen",
zoodat Philippe in een meer dan bedrukte stemming
naar bed ging. Maar deze sloeg weer om, toen hij
een kwartier later geritsel aan het deurkleed van
zijn tent hoorde, en op zijn „hallo" een zachte
stem hoorde „St. Stil. Ik ben 't Yvonne. Ik
kon niet slapen, 'k wou je alleen even vertellen
dat ik blij ben dat je ouden Frenzy gekocht hebt.
Natuurlijk kon je hem niet laten afmaken, de
stakkerd. Hij is lief, en jij ook, en Herisson is een
oude schurk. We wachten met trouwen maar op
een beteren tijd hè, en dan trekken we in onze
boerderij. Dag
„Groote goedheid," fluisterde hij. „Je zou zeggen
dat iedere appel van goud is geweest."
„Goud of niet," brulde monsieur Herisson, ,,'t
heeft me half geruïneerdMaar nu is 't uit 1
Morgen laat ik den ellendeling afmaken. Versta
je afmaken 1"
„Maar...., maar.gaapte Philippe, „dat
meent u niet. U maakt een grapje."
Monsieur Herisson schudde van woede. „Een
grapje Grapje Een grap, met zoo'n rekening
in mijn hand Morgen gaat ie er aan 1 En wees
blij dat ik jou niet ontsla."
,,'t Zijn alleen z'n zenuwen," pleitte Philippe
wanhopig. „Dat komt door het weer. Ik bezweer
u, tegen den zomer is hij zoo mak als een lam."
„Daar zal hij geen kans voor krijgen," zei zijn
patroon grimmig. „Morgen, heb ik gezegd. Ik laat
hem afmaken. Dan hebben we Rajah nog."
Een plotseling idee greep den ongelukkigen
Philippe. „Ik wil 'm van u koopen 1" riep hij spon
taan. „Ik heb drie duizend francs bespaard.
Ik zal ze u geven. Dan betaalt u mij per voorstel
ling."
De eigenaar keek listig. „Ah," zei hij, „dat ver
andert de zaak natuurlijk. Ga zitten, ga zitten
laat ik een glas wijn inschenken. Dan kunnen we
er over praten."
Welke woorden zoo vreemd klonken uit den
mond van monsieur Herisson, dat Philippe nog niet
geheel van zijn verbouwereerdheid was bekomen,
toen hij een half uur later weer buiten stond met
een contract dat hem eigenaar van ouden Frenzy
had gemaakt, en dat tevens inhield, dat hij een
kleine commissie zou krijgen van iedere voorstel
ling. Maar hij kwam volkomen bij toen hij Yvonne
sprak, die vóór zijn tent op hem wachtte.
Yvonne had op Philippe
gewacht om hem te vertellen,
dat zij het daarstraks niet
zoo erg bedoeld had, maar
toen zij hoorde wat
hij gedaan had,
barstte zij los, erger
dan tevoren.
„Begrijp je dan niet, hoe dom je
geweest bent Je weet hoe makke
lijk oude Frenzy losbreekt en den
boel vernielt. En wie moet voortaan de schade
betalen Jij, natuurlijk 1 De oude Herisson heeft
je te pakken gehad. Je denkt je spaarcenten er uit
i