door BEVERLY BBRNES VRIJDAG 10 JUNI 1932 No. 2 Een fanatiek Indische fakir, die, geheel met een witte klei-aarde bestre ken, gedurende den tijd der godsdienstige processies, op een met scherpgepunte spijkers beslagen bed den dag doorbrengt. De „wonderen" der fakirs wekken nog steeds veler verbazing. Men begrijpt niet, hoe een mensch 'n heelen dag op spijkerpunten kan zitten, zich scherpe naalden in 't vleesch kan laten drijven of hoe zoo'n bruine broeder in een uur tijds een zaadje kan laten opgroeien tot een boom en wat er verder besproken zal worden in dit artikel. De wetenschap echter heeft den sluier van geheim zinnigheid weggetrokken van die vertooningen, en voor vele fakirkunsten aangetoond, dat zij langs volkomen natuurlijken weg hun beslag krijgen. Een fakir hoeft niet altijd een gooche laar te zijn al zijn sommige goochelaars tevens fakir. Het woord, oorspronkelijk een Mohammedaansche term, beteekent, evenals „der- wisch," een godsdienstige bedelaar. De Indische godsdiensten hebben het woord overgenomen en over heel de wereld bekend gemaakt. De goochelkunst van Indië is volstrekt niet buitengewoon. Tal van tooneelgoochelaars doen veel verbazingwekkender dingen Howard Thurston en menige andere goochelaar doen fakir wonderen beter dan de fakirs zelf. De toer van het spijkerbed, het menschel ij ke speldenkussen enz. zijn door Indiërs het eerst in Europa en Amerika vertoond, maar door anderen nagedaan. Zich levend laten begraven was ook een nieuwtje tot wijlen Harry Houdini en an deren er een veel mooier vertooning van maak ten, dan de Indiërs ooit hadden durven droomen. Het vermogen der fakirs om pijn te verdragen, is echter door den Franschen geleerde Henri Pieron het best verklaard. Zijn on derzoekingen hebben uit gemaakt, dat de zooge naamde pijn geen eigen werkelijk bestaan heeft, maar waarschijnlijk een door de menschheid ver worven instinct is, dat waarschuwt tegen gevaar. Er zijn vele voorbeelden van menschen, die in toestanden van diepe geesteswerkzaamheid geen pijn gewaar werden. Dr. L. Gualiano, een Itali- aansch geleerde, heeft een groot aantal misdadi gers na hun veroordee ling onderzocht, en be vonden, dat zij niet in staat schenen te zijn, om pijn te gevoelen. Zij merkten zelfs niet, dat er naalden tot onder hun huid werden gestoken. Een man, die uit een brandend huis sprong, kreeg een poos later pijn, en merkte, dat een spij ker dwars door zijn voet was gedrongen. Hij had er in de opwinding van den brand niets van gevoeld. Volgens de anatomisten komt het zelden voor, dat een zenuw onafgebroken doorloopt van de huid naar de hersenen, waar gewaarwordingen bewust worden. Er zijn korte tusschenruimten, waar de pijngevoelens overheen springen, zooals een electrische vonk over een gaping springt. Soms echter zijn de zenuweinden niet naar elkaar toe gericht, maar teruggebogen, en dan kan er geen sensatie dóór er kan geen pijn gevoeld worden. Deze vorm van gevoelloosheid is vaak door hypnotiseurs op het tooneel te voorschijn ge roepen hypnose deed hier het werk, wat anders hysterie verrichten kan. In de middeleeuwen nam men o.a. deze proef, om na te gaan, of een bepaald persoon behekst was: er werden naalden in verschillende deeien van het lichaam gestoken, om de „doode plekken",waar de klauwen des duivels het lichaam hadden aange raakt, te vinden. Als de verdachte in lichten graad hysterisch was, en daardoor niet bij iederen prik opsprong, werd zij als heks veroordeeld. Bij sommige rassen nu, met name de Mongolen, de Hindoes en de Eskimo's, heeft zich het vermo gen, om de pijn uit te schakelen, ontwikkeld tot een raseigenschap. Het Sufiïsme, in Perzië en Turkije, en het Hindoesche Yogaisme hebben de hypnose krachtig beoefend, en beoefenen de extase, door muziek, drogerijen en dans ontwikkeld, als een kunst. De Hindoe-god Siwa was de groote Yogi, en zijn volgelingen nemen aan, dat zij door hypnose en versterving wonderbare krachten en heerschappij over de natuur kunnen verkrijgen. Het is buitengewoon makkelijk voor de fakirs „wonderen" te doen, als zij voor een zuiver Indisch publiek staan. Die raken door hypnose zoover, dat ze alles gelooven. Een heel gewoon maniertje is de „zuurstof-dronkenschap": door beurtelings lang zaam en snel ademhalen en lang den adem inhou den wordt het bloed oververzadigd met zuurstof. Dat soort van dronkenschap kennen we tegen woordig ook van vliegers, die op groote hoogte hebben gevlogen. Vaak zijn zij uren na de landing ontoerekenbaar, praten wartaal en vertoonen alle verschijnselen van acute dronkenschap. De Indische toovenarij is heel iets anders. Er zijn duizenden goochelaars in Indië, zegt Howard Thurston, maar hun trucs zijn heel simpel, lijken niets op wonderen en worden door vaklui gemak kelijk ontmaskerd. Een der meest vertoonde kunsten b.v. is de truc van den mango-boom. De „toovenaar" plant een zaad van de mango, legt er een doek over, zingt geheimzinnige tooverspreuken, heft van tijd tot tijd den doek op, en laat dan zien, dat het boompje telkens gegroeid is, tot 'n hoogte van een meter zelfs. Zijne Kon. Hoogheid Abdulsa- lamkhan. de door allen erkende fakir-koning van Indië. een be roemdheid in de buurt van Lncknow, waar hij zijn hoofd kwartier heeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 10