•Mi*1 MAG IK U VOORSTELLEN? 84 VRIJDAG 17 JUNI 1932 Ronny Lincoln stond aan den kant van den weg een verouderden wegwijzer te bestudeeren maar ze werd er geen wijs uit. Toen zag ze den jongen man. Die liep overmatig snel, en keek nu en dan gejaagd om. „Pardon meneer," sprak Ronny hem beleefd aan. Hij sloeg in een draf, maar zij volgde hem. „Toe meneer," smeekte ze, „alstublieft. Hij bleef staan en keek haar wanhopig in 't ge zicht. „Ga weg riep hij. „Ga weg „Ik wou u alleen even vragen...." „Ga weg zei hij nog eens. „Laat me met rust. Ik wil niets met dien steen te maken hebben, 't ls verschrikkelijkDuizendenmillioenen en millioenen Ronny keek hem eens goed aan, en de vreemde blik in zijn oogen deed haar wenschen, dat de weg minder eenzaam was. Zij glimlachte kalmcerend. Het zou maar 't beste zijn, dacht ze, een beetje met hem mee te praten. „Millioenen wat vroeg ze vriendelijk. „Meisjes," kreunde de jonge man. „Overal meis jes.... benden, zwermen, heele legers.... alle maal meisjes.... Kunt u dien steen niet door iemand anders laten onthullen „Ik heb geen steen," verzekerde Ronny hem, „maar als ik er een had, zou ik 'm met plezier door iemand anders laten onthullen." „O," zei hij, haar aanstarend. „Bent u dan niet van de kostschool „Natuurlijk niet," zei Ronny. „Zie ik er soms uit als een schoolmeisje „Ja.ik bedoel nee.zei hij. „Ik zie haast geen verschil tusschen meisjes, ziet u." „O nee zei Ronny koel. „Ik moest naar een kostschool, om een steen te onthullen," legde hij uit. „Mijn overgrootmoeder heeft vroeger dat gesticht gesticht ziet u, en daar hebben ze nu een steen voor gezet. Ik ben haar eenige levende nakomeling, en daarom hebben ze mij gevraagd, of ik 't ding kwam onthullen. Ik wou, dat ze in de stroop zakten." „Dan had u 't niet aan moeten nemen," zei Ronny. „Ik dacht dat 't een jongenskostschool was, dus toen heb ik ja gezegd. Maar ik heb door 't hek ge keken - en ik zag niets dan meisjes. Duizenden. Ikik ben op den loop gegaan." „Maar toch alleen kleine meisjes?" „Alle maten. En ik.. ik kan niet tegen meis jes. Stel je voor ik een gedenksteen onthullen en een speech houden, waar heele troepen meisjes bij staan! Kan ik gewoon niet. Ik ben bang voor meisjes." „Voor mij ook vroeg Ronny. „Hè u De jonge man scheen te schrikken scheen nu pas op te merken, dat Ronny een meisje was. Hij keek haar ernstig aan. „Nou, da's gek. Tegen u durf ik gerust te praten. U bent heel an ders." „En u zei, dat alle meisjes 't zelfde waren „Ja, in 't algemeen wel.Maar u bent anders. Uw oogenen u hebt twee kuiltjes.. „Ik zal eens verder moeten," zei Ronny. „Ik wou u vragen, hoe ik naar de kostschool moet ko men." „En u zei, dat u er niet bij hoorde riep de jonge man uit. „Dat doe ik ook niet. Ik ben vertegenwoordig ster van de Nicuw-Britsche Uitgeversmaatschappij. Ik verkoop woordenboeken, en ik dacht, dat de directrice van de kostschool er misschien een paar zou willen bestellen. Misschien," ging zij voort, alsof haar plotseling iets te binnen schoot, „hebt u wel een woordenboek noodig (jIkehnee, op 't oogenblik niet ,'dc Nieuw-Britsche dictionnaire," zei Ronny, opeens zakelijk, „is het beste woordenboek, dat u voor zoo'n prijs krijgen kunt. Een complete lijst van synoniemen en afkortingen, tweehonderddui zend definities, drieduizend vreemde uitdrukkin gen, sierlijke letter, en een apart aanhangsel met. „Dat zal best," gaf de jonge man snel toe. „Maar op 't oogenblik...." „De Nieuw-Britsche dictionnaire laat u nooit in den steek. Hij is keurig ingebonden en handig van formaat. Het is een gelegenheid, die niemand mag „Ja precies, maar eh.ik zal heusch eens ver der moeten." „Maar die steen dan vroeg Ronny. Met haar woordenboek had ze hier toch geen kans. „Zouden ze niet op u zitten wachten De jonge man slikte en keek om. „Ik kan 't niet," zei hij woest. „Met al die meis jes. Ik kan 't gewoon niet Hij zweeg opeens en keek Ronny peinzend aan. „Zeg, u kunt er nogal mee terecht „Pardon zei Ronny. „Ik bedoel, dat u dat smoesje over die woorden boeken heel aardig hebt afgedraaid. U zou best een speech kunnen houden." „Ik?" zei Ronny twijfelachtig. „Ja Als u met me meeging naar die kostschool, zou ik 't niet erg vinden. Dan kon ik den steen ont hullen en u kon de speech houden. Ik ik zou kunnen zeggen, dat u mijn zuster was of zooiets. Als u wist, hoe ik er mee inzit, deed u 't direct. Ik heb in geen dagen gegeten, en ik heb vannacht geen oog toegedaan. En nou blijkt 't nog een meis jesschool te zijn óók," ging hij met aandoening voort. „Ik heb er grijze haren van." Als om dit te bewijzen zette hij zijn hoed af. Zijn haar was donker, en 'n beetje krullig. Iets grijs zag Ronny niet. Ze vond zijn haar wel aardig. Ze dacht na. Ze wist, dat het niet mee zou val len, een bestelling op den Britschen dictionnaire te krijgen van de directrice. Wie weet kwam ze niet eens binnen, als ze alleen ging. Maar als ze verge zeld werd door den afstammeling van de stich teres „Als ik meega," zei ze, „en u help met de speech, helpt u me dan, om mijn woordenboeken te ver knopen „Graag. Ik beloof 't. Help me er door, en de woordenboeken zijn zoo goed als besteld." Ronny glimlachte. „Vooruit dan maar." Ze liepen samen naar Huize Jeugdwijk. De jonge man, die Charlie Belmont bleek te heeten, keek nu veel opgewekter en zijn eerlijke bruine oogen prikkelden Ronny tot vertrouwelijkheid. „Ik zit óók nogal in de knel," vertelde ze. „Als ik geen flinke bestelling op die woordenboeken krijg, moet ik over drie dagen naar Amerika." „Amerika?" Charlie schrok. „Weg uit Enge land bedoelt u „Ja," zei Ronny. „Weg uit Engeland." „MaarCharlie slikte. „Ik.. dan zie ik u misschien nooit meer „Nee Mijn vader is president van de Lincoln- Petroleum-Maatschappij, ziet u, en hij moet naar Amerika, op inspectie. Hij wil me meenemen, om dat hij denkt, dat ik niet op eigen beenen kan staan. Maar ik wil hem bewijzen, dat ik dat wèl kan, enenfin, we hebben een afspraak ge maakt. Als ik een betrekking had, vóór de hoot vertrok, mocht ik blijven. Anders moest ik mee. En de boot gaat over drie dagen." „Maar u hèbt toch een betrekking zei Charlie. „Woordenboeken verkoopen „Dat is pas een betrekking, als ik woordenboe ken verkocht heb. Ik werk op proef, ziet u. Maar ik ben al een week bezig, en ik ben er nog geenéén kwijt." „O, als 't anders niet is," troostte Charlie haar. „Ik zal wel zorgen, dat u woordenboeken verkoopt, 't Zou een schandaal zijn, als u wegging, nu ik u pas ken. U bent zoozoo heel anders. Ik vind u gewoon „Hier is de kostschool," zei Ronny, toen zij een groot hek naderden. Charlie keek bang, toen hij er door ging, maar de tegenwoordigheid van Ronny scheen hem moed te geven. Hij vluchtte tenminste niet. Hij liep een volle binnenplaats over, zonder zich te storen aan de nieuwsgierige blikken der vergaderde schoolmeisjes. Maar hij kreeg een kleur, toen een snibbige stem hem tot staan bracht. „Jonge man Charlie zag een lange, magere, strenge vrouw, die hem met onvriendelijke oogen afkeurend aan keek. „Wie bent u vroeg zij. „Wat doet u hier „Ik eh.kom den steen onthullen," stotterde Charlie. „Ik ben Charlie Belmont." „O De lange dame ontdooide en glimlachte bijna menschelijk. „Heel aangenaam, meneer Bel mont. Ik ben juffrouw Weele, de directrice." Juffrouw Weele keek naar Ronny. „Mag ik u voorstellen Mijn zuster," zei Charlie. De wenkbrauwen van juffrouw Weele gingen snel omhoog. „Hè ik dacht, dat u geen familie meer had Charlie slikte en bloosde. „N-nee ze is ook niet écht mijn zuster. Ik heb haar geadopteerd. Ik wil zeggen, mijn vader heeft haar geadopteerd. Ze is zoo ongeveer mijn half zuster. Een soort van schoonzuster, begrijpt u Juffrouw Weele begreep het niet. Ze kreeg den indruk, dat Ronny op de een of andere geheimzin nige manier met hem verwant was maar ze be sloot, het er maar bij te laten. „Ik moet u nog iets vertellen, meneer Belinont," zei ze. „We hadden u geschreven, dat de onthul ling om twaalf uur zou plaatsvinden, maar de meeste gasten konden zoo vroeg niet. Daarom is de plechtigheid uitgesteld tot zes uur." „Zes uur zei Charlie blij. Zelfs dit korte uit stel gaf hem vreugde. „Nou, dan gaan we maar weer." „O neen protesteerde de directrice. „Ik heb net een uurtje tijd, om een kop koffie met u te drinken en na de lunch zullen de meisjes een concert geven, om uw tijd te passeeren." „Groote hemel „Pardon „Ik zei," stotterde Charlie, ,,dat ik 't heel vrien delijk van u vond." „Volstrekt niet. 't ls me een groot genoegen zei juffrouw Weele. Zij dronken een kop koffie, en bezichtigden daar na het gebouw. Ronny nam het grootste deel van het gesprek voor haar rekening, en Charlie lachte haar nu en dan dankbaar toe. Maar het ergste moest nog komen. Juffrouw Weele bracht hen naar een groote zaal, die vol meisjes zat, die allemaal naar Charlie keken en over Charlie praatten. Op een groot platform gingen de meisjes beurtelings spelen en zingen werkelijk niet kwaad.... maar voor Charlie, die tnsschen juffrouw Weele en Ronny zat, was 't een nachtmerrie. Toen de directrice een oogenblik weg was, vroeg Ronny „Hoe moet 't nu met mijn woordenboeken Ze ziet er echt naar uit, om nooit iets te koopen en dan moet ik toch naar Amerika." „Geen kwestie van," zei Charlie. Ik heb be loofd, dat ik u helpen zou. U hebt 't mij ook gedaan. Wacht maar." En zoodra juffrouw Weele terug was, begon hij den aanval. „Juffrouw Weele ik.... u hebt zeker nogal wat woordenboeken hier op school „Natuurlijk," zei juffrouw Weele. „Heel veel zelfs." „O," zei Charlie, lichtelijk uit het veld geslagen. Toen was er een stilte. „Zijn 't wel goeie woordenboeken waagde Charlie. „O ja," zei de directrice verwonderd, „heel goede." „O," zei Charlie. Weer werd het stil. „Misschien," waagde hij toen, „zijn er toch nog wel andere, betere woordenboeken, dan die u hebt „Best mogelijk." „De Nieuw-Britsche dictionnaire bijvoorbeeld „Pardon

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 20