I
r
dokteï
„Utót en oéél melk
oootgesckteoen.
No. 3
VRIJDAG 17 JUNI 1932
85
„De Nieuw-Britsche dictionnaire is heel nieuw.
Bevat honderden ehaanhangsels met
eh
„Compleet aanhangsel van synoniemen en af
kortingen," viel Ronny er op in. „Zij bevat twee
honderdduizend definities, drieduizend vreemde
uitdrukkingen en een eeuwigdurenden kalender.
„Alles staat er in," ging Charlie vol hoop voort.
„Vreeselijk handig."
Juffrouw Weele keek achterdochtig van Char
lie naar Ronny.
„We dachten," zei Charlie, „dat u wel eens nieu
we woordenboeken noodig kon hebben."
„Heelemaal niet," zei juffrouw Weele, nogal
koel. „Als u praat, hoort u de muziek niet."
Charlie en Ronny doorstonden de rest van het
concert in somber zwijgen. Daarna werden zij
door juffrouw Weele naar een kamer geleid, waar
thee voor twee personen gereed stond.
„Ik zal u een uurtje alleen moeten laten," zei
ze. „De genoodigden moeten verwelkomd worden.
Dus tot straks.... Er komen nogal veel ouders,
en natuurlijk het bestuur."
Ronny schrok hevig.
„Het heele bestuur?" vroeg ze. „Allemaal?"
„Ja Dat verheugt ons des te meer, omdat de
voorzitter, meneer Lincoln, over een paar dagen het
land uit gaat. Ik hoop, dat de thee u smaakt Tot
over een uurtje En weg was zij.
Ronny keek haar aangenomen broeder ontsteld
aan.
„Hebt u gehoord, wat ze zei sprak ze. ,,'t
Bestuur komt straks. M-mijn vader. Hij is voor
zitter. Daardoor kreeg ik 't idee, om hierheen te
gaan. Ik ik wist niet, dat hij komen zou."
„Wéét hij niet van die woordenboeken?"
vroeg Charlie.
„Nee.... en als hij 't hoort, neemt hij me zóó
meeU zult zelf uw speech moeten houden I"
„Onmogelijk protesteerde Charlie. „U kunt.
„Al had ik een kans, om iets te verknopen, dan
zou hij die nog bederven," jammerde Ronny.
„Ik moet weg!" En ze liep naar de deur.
„Dat kan niet I" Charlie hield haar tegen. „Er
loopen overal cipiersters.
Zij deed de deur op een kier open, en keek de
gang in. Het wemelde er van bezoekers, groepjes,
die begeleid werden door leeraressen. Aan ontsnap
pen viel niet te denken. Wanhopig viel Ronny op
een stoet neer.
Hetiry Lincoln, de voorzitter van het school
bestuur, zat al in de kamer der directrice.
„Ik heb het gedrag van dien jongen man en die
jonge vrouw van 't eerste oogenblik af al eigen
aardig gevonden," sprak juffrouw Weele ernstig.
„Meneer Belmont leek me ontzettend zenuwachtig,
en zijn zuster...."
„Hij heeft geen zuster," zei de heer Lincoln.
„Zijn halfzuster dan, of schoonzuster.
„Heeft hij ook niet. Vóór we hem uitnoodigden
is gebleken, dat hij heelemaal geen bloedverwan
ten heeft."
„Enfin, die jongedame schijnt toch op de een of
andere manier bij hem te hooien," hield juffrouw
Weele vol. „En 't eigenaardigste is, dat ze met ge
weld een paar woordenboeken schijnen te willen
verkoopen."
„Woordenboeken herhaalde Henry Lincoln.
„Ik vond 't het beste, er u eerst over te spreken."
„Zeer goed," zei Lincoln. „We zullen het dade
lijk gaan onderzoeken."
Zij gingen samen naar beneden, en deden de
deur open, waarachter de twee jongelui wanhopig
voor hun koude thee zaten.
Henry Lincoln deed een stap achteruit. „Groote
hemel riep hij uit. „Dat.dat is mijn dochter!"
„Uw dochter?" galmde juffrouw Weele hem na.
Ronny probeerde te glimlachen en Charlie zat
te schuiven op zijn stoel.
„Ronny," zei Lincoln, moeilijk sprekend, „wat
beteckent dat Je hebt juffrouw Weele in den
waan gebracht, dat je een zuster van dien jongen
man
„Ja vader. Kijkt u eens...."
„Ik dacht dat je in Londen zat, met dat onzinnige
plan, om bezigheid te zoeken en nu vind ik je
hier met dien vlegel...."
„Maar vadertje, hij is geen vlegel...."
„Hij is een vlegel," raasde Henry Lincoln, ,,'t
Is een schandaal Jij bent jong en onervaren je
schijnt onwetend in de klauwen van dat individu
te zijn gevallen. Maar u, meneer...."
„Luister nu even," zei Charlie, „dan zal ik 't u
uitleggen."
„Spaar u de moeite," snauwde Lincoln. „Ik wil
niets hooren. Ronny, ben je nog niet weg?"
„Nee, paps."
„Dan ga je. Direct. Je wacht op me in mijn hotel.
Ik kom bij je, zoodra die ellendige plechtigheid
voorbij is."
Ronny zuchtte. „Vaarwel," zei ze tot Charlie.
„Maar u kunt zóó toch niet weggaan Ik wil u
weerzien
„Uitgesloten," zei de vader zelfbewust. „Mijn
dochteren ik vertrekken overmorgen naar Amerika."
„Maar.
„Vaarwel Charlie," zei Ronny zacht.
Charlie keek haar hulpeloos aan.
„Als de leerlingen en de ouders niet allemaal
wisten, dat u hier was," zei Lincoln, „liet ik u den
steen niet eens onthullen. U bent de eer niet waard.
Maar om schandaal te vermijden, zullen we de
plechtigheid maar moeten laten doorgaan."
„Ik heb lak aan uw plechtigheid!" snauwde
Charlie. „En ik heb lak aan den steen ook. Onthul
hem zelf maar. Ik doe 't niet."
De voorzitter en de directrice stonden met open
mond.
„Moet ik daaruit begrijpen," wist Henry Lin
coln uit te brengen, „dat u weigert den gedenk
steen te onthullen
Maar Charlie stond voor het raam en keek naar
buiten. Hij zag Ronny in den grooten auto van
haar vader stappen en wegrijden.
Ze was weg. Ze ging naar Amerika, en hij zou
haar nooit weerzien. Hij had haar beloofd, dat hij
haar aan een bestelling zou helpen en hij had
gefaald zijn woord niet gehouden. Ze zou voor
goed verdwijnen uit zijn leven hem verachten.
Hij beet op zijn lip. Het was nog niet te laat. Nog
kon hij zijn woord gestand doen. Maar daartoe
zou hij een ontzettende marteling moeten door
staan hij zou moeten speechen, voor zoo'n heele
zee van meisjes.... Wanhoop vervulde hem,
maar hij hield zich taai. Het was de eenige manier,
om tegenover Ronny zijn woord te houden.
„Ik zal den steen onthullen," zei hij. „Kan ik
even een kladje maken van mijn speech
„Heel graag," zei juffrouw Weele, en zij gaf hem
papier en potlood.
Charlie schreef. Henry Lincoln keek over zijn
schouder, en schrok, toen hij den gang van het
potlood volgde.
„....En ik vind het onderwijs-systeem op
deze school zeer onvoldoende. Ik heb ontdekt,
dat er geen één modern woordenboek in huis is,
en ik vind het noodig, dat er zonder dralen een
groot aantal Nieuw-Britsche dictionnaires wordt
besteld
„Wat drommel, meneer," riep Lincoln ontzet,
„wat schrijft u daar?"
„Mijn speech."
„Wou.wou u dat gaan zeggen
„Ja zeker."
De lippen van den heer Lincoln trokken zenuw
achtig.
„We hebben een voldoend aantal goede woorden
boeken," bracht hij uit.
„Dat is 'n kwes
tie van opvatting,"
zei Charlie koel.
Ik denk er anders
over en dat zal ik
ze vertellen óók."
„Maar iedereen,
de ouders.... Ik
verbied u, om zoo
iets in 't publiek
te zeggen
„Uitsteken d."
Charlie haalde de
schouders op. „Dan
moet u zelf den
steen maar onthul
len en de speech
.houden. Als ik 't
doen moet, kan ik
zeggen wat ik wil."
De heer Lincoln stond te hijgen. „Jongmensch",
mompelde hij, „als ik 't niet liet voor de menschen,
schopte ik je 't hek uit."
„Niet zoo hard praten," verzocht Charlie, druk
bezig met zijn potlood, „ik kan zoo niet schrijven."
Een poos was er stilte. De heer Lincoln liep mop
perend heen en weer. Eindelijk bleef hij staan en
sprak Charlie weer toe.
„Verondersteld, jonge man, dat we.... eh
besloten, een paar gros van die woordenboeken te
koopen
„Dan had ik natuurlijk geen reden tot klagen
meer, meneer Lincoln. Dan zou ik mijn speech
veranderen. Als u de bestelling even opschrijft,
zal ik er wel verder voor zorgen...."
Toen de heer Lincoln den volgenden dag, tegen
elven, uit zijn raam keek, zag hij zijn dochter met
een jongen man in den tuin wandelen. Henry
Lincoln knorde, want hij herkende Charlie Belmont.
Met een grimmig gezicht ging hij de twee achterna.
„Ik heb door den zuren appel heengebeten,"
zei Charlie. „Ik had alles wel in elkaar kunnen trap
pen, toen ik dat ellendige ding onthulde en die
speech voor al die meisjes hield. Maar ik dacht aan
jou, Ronny en.... ik heb 't gedaan gekregen.
En
„Hoe durft u," brulde Lincoln, hen inhalend,
„hoe durft u in mijn huis te komen, meneer, na
die onbeschaamdheid van gisteren Ik heb u toch
gezegd, dat mijn dochter en ik overmorgen...."
„Maar vader," zei Ronny liefjes, „ik ga toch niet
mee naar Amerika
„Hè Wat Wat zeg je Niet mee
„Nee, u zei, dat ik thuis mocht blijven, als ik
een positie vond."
„Jawel, maar je hèbt geen positie."
Ronny overhandigde haar vader een verkreu
kelden brief. Hij las dien langzaam.
„Geachte juffrouw Lincoln. Wij hebben het
genoegen, u te feliciteeren met de groote be
stelling, die u op onzen dictionnaire hebt weten te
verkrijgen, en volgens onze overeenkomst zullen
wij u een vaste plaats bij onzen staf geven. Wij
hopen ii dezer dagen te mogen zien ter nadere
bespreking. Met alle hoogachting.
De Nieuw-Britsche Uitgeversmaatschappij."
Vader Lincoln keek Charlie aan.
„Maar ikik had die bestelling bij u gedaan
„Pardon," zei Charlie vriendelijk, „uw dochter
is de vertegenwoordigster van die firma ik niet.
Ik hielp haar alleen maar een beetje, 't Spijt me,
dat ik 't zóó heb moeten doen, maar er zat niets
anders op. Ik had Ronny beloofd, dat ik haar een
order zou bezorgen, ziet u."
„Ronny een order beloofd?" herhaalde Henry
Lincoln opgelucht. „Ik dacht, dat u gisteren mis
bruik maakte van uw positie, om een voordeeltje
te halen. Dus 't was voor mijn dochter
„Ja ik moest mijn woord toch houden
Lincoln aarzelde, grinnikte toen en stak de hand
uit. „Ik zal óók mijn woord houden," zei hij. „Ik
ga naar New-York en ik zal jou hier laten, Ronny,
om je eigen boontjes te doppen. Maar je moet mij
de schuld niet geven, als je 't saai hebt."
Ronny keek naar Charlie. „Ik geloof niet, dat ik
't saai zal hebben," zei ze zacht.