4, h No. 4 Toch is er ook romantiek. Althans in dien zin, dat het circusberoep in sommige op zichten identiek is met on verklaarbaarheid, met ge heimzinnigheid. Men kan nu wel beweren dat de artisten- prestaties het resultaat zijn van jarenlange, nooit onderbroken training, geheel verklaarbaar zijn die prestaties daardoor toch niet. Er is tenslotte altijd een bestanddeel, waar het nuchtere verstand geen verklaring voor kan geven. Vreemde ver mogens, voor onbestaanbaar gehouden, blijken door de tijden heen, dwars door het gewone leven, bewaard te zijn gebleven. Ze be- men dit feit, waarvoor de Amerikaansche politie hem een certificaat uit reikte? Houdini zelf heeft het nooit verteld; zijn geheim is met hem in het graf gegaan. Geen artist is nog verschenen die dit onverklaarbaar feit heeft herhaald. Hoe is het wonderlijk circuswezen ontstaan Waar en wanneer vond het zijn oorsprong We weten het niet met zekerheid. We weten dat in de middeleeuwen reizende kunstenmakers de be zoekers van jaarmarkten en kermissen vermaakten met goochelen en koorddansen. Daar ligt misschien de oorsprong. Feit is in elk geval dat tegen het einde der achttiende, en meer nog in het begin der negentiende eeuw, enkele families opduiken, die in min of meer groote troepen Europa afreizen. Daaronder zijn meest namen, die ook nu nog be kend zijn. In Duitschland Krone, Renz, Schumann, Althoff Duitschland levert het leeuwen aandeel in Oost-Europa Sidoli, in Holland de Carré's, in Rusland de Fourniaires, (van wie onze bekende acteur Four- niaire afstamt), in Italië de Chia- rini's. De Chiarini's zijn waar- Uit het goed geordende burgerlijke leven is de romantiek vrijwel verdwenen. Dat schijnt vanzelf en ongewild te zijn gebeurd. Opzette lijk zeker nietof zijn er niet maar weinig rnenschen, die toch wonderwel en tevreden hun regelmatig leven in de geregelde maatschappij leiden, die geen verlangen hebben naar het ro mantische Misschien is het wel daardoor voor een groot deel te verklaren dat zelfs in onzen tijd nog zoo'n groote be langstelling bestaat voor het circus. Verklaarbaar is het zeker. Ze staan zoover van het burgerlijk milieu, de circus- menschen; hun leven is in zijn verschijningen en uitingen zoo afwijkend van het hen omrin gende, het wonder der manége, die des avonds te voorschijn is getooverd uit den uiterlijk orde- loozen troep welke 's morgens aankwam, is zoo fantastisch, dat het alles zeker prikkelend werkt op den zin voor 't fan tastische, dat de gapende toe schouwer in tastbaren vorm voor zich ziet. Maar is die ro mantiek echt of zoo valsch als de lichtende en klatergouden gevel waarachter de vaal-grijze tent is opgeslagen Och, daar is veel grauwe, en zelfs eentonige werkelijkheid besloten binnen het circusleven. Het circuswerk is een vak, zoo efficiënt mogelijk uitgeoefend: de directies drijven een zaak als u of een anderze moeten de beste krachten zoo voordee- lig mogelijk engageeren, hun circus zoo snel mogelijk weten te verplaatsen, de voordeeligste reisroute weten te kiezen; ze moeten uitstekende organisa toren wat een woord van moderne werkelijkheid!zijn, ze behooren absoluut zakenlui te zijn, die geld kunnen verdienen. Poederkwast en wenkbrauwen- stift kunnen nergens slechter ge mist worden dan in de klater gouden omgeving van het circus staan alleen nog het circus leven, ze mani festeeren zich in sommige circus- artisten. In dit verband moet ik b.v. denken aan den voor eenige jaren gestorven Heinrich Weiss, beter be kend als Houdini. Of weet u wellicht een verkla ring voor het staaltje van zijn kunst, dat hij in 1906 in Washington ten beste gaf. Hij werd opge sloten in een gevangeniscel, die alleen van buiten af door een slot geopend kon worden, er werden anders uitsluitend moordenaars in opgesloten, die op hun terechtstelling wacht ten. Het duurde in dit geval geen vijf minuten vóórdat Houdini kalm de cel kwam uitwandelen. Houdini was illusionist,en hij kende dus 'n massa trucs. Maar hoe verklaart Een ongewone, lange stoet van olifanten en zware auto's dat kan alleen van een circus zijn, dat naar de nieuwe stand plaats trekt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 10