Op tets dooi ons land. 116 VRIJDAG 24 JUNI 1932 No. 4 D O O R HARÓL D B AYN E S paar dagen bedenktijd en liet de bescheiden aan rechter Oreyson zien, die ze nauwkeurig onderzocht en de zaak bona fide verklaarde. Hij raadde den jongen farmer zelfs sterk aan, van deze prachtige gelegenheid gebruik te maken. Het resultaat was, dat Jack de documenten teekcnde en zelfs den moed vond Jane te vragen om hem te trouwen. Het scheen', dat het meisje heelemaal niet verrast was door zijn vraagook de oude heer, die Jack altijd graag had mogen lijden, stemde toe. Opgewekt streelde Jack den nek van Fred en ver telde hem, dat hij beslist de gelukkigste man van New Jersey was. Nu, elk wereldwijs inensch had Jack Tomer kun nen vertellen, dat hij te veel geluk op eens had en er veel te trotsch op was. Dat het allemaal te vlot en te mooi was. Jack leerde de waarheid daarvan, toen hij een paar dagen later naar het postkantoor ging om de September-aflevering van „De Veefok ker" af te halen. Ted Williams' artikel zou zijn stier voorgoed beroemd maken Ongeduldig sloeg hij het blad open. Maar.... Las hij goed? Dat daar En déze regel „Nog nooit hebben wij het meegemaakt, dat 'n eerste prijs werd toegekend aan zoo'n absoluut derde klas stier als Fred van mr. Tomer een waardelooze fokstier." Hoe was dat mogelijk Ted Williams, die zijn Fred eerst zoo geprezen had? Ted Williams, die een veefokker kon maken of breken. Diep verslagen ging Jack naar Jane's huis en toonde daar de krant. „Wat gemeen, wat vreeselijk gemeen barstte 't meisje uit. „Maar gelukkig dat het contract met de Wintcr-compagny afgeteekend is. Anders had je kans, dat Winter nog terug krabbelde. Toe nou, lieve jongen, kijk toch niet zoo ongelukkig. Alles komt nog wel goed." Maar Jack bleek alle reden te hebben voor zijn pessimisme. Want een week later kwam 't bericht, dat het pasgevormde Winter-Tomer syndicaat bankroet was. Rechter Greyson was even verbijs terd als Jack, toen het ontstellende nieuws kwam. Hij ging naar de stad om de zaak weer te onderzoe ken. Bij zijn terugkomst stapte hij bij Jack af om de meer dan verschrikkelijke resultaten mede te deelen. Het was hem uit goede bronnen gebleken, dat de jongeman schandelijk bedrogen was. Glak had zich gewroken. De gewetenlooze kerel had „De Veefok ker" eenvoudig opgekocht den redacteur, Ted Wil liams, had hij voor grof geld omgekocht om het ongunstige artikel over den stier te schrijven. Meer nog. Winter was een satelliet van Glak, op Jack afgestuurd om hem over te halen tot deelgenoot schap in het syndicaat, dat daarna over den kop ging zooals te voren afgesproken was. De aan deelhouders moesten dus betalen ,,'t Is de handigste zwendel, dien ik ooit gezien heb, beste jongen moest de heer Greyson bekennen. „Twintig jaar beurservaring hebben hem geleerd, de zaak zoo doortrapt sluw op de zetten, dat de wet geen vat op hem heeft. Zelf loopt hij geen schade bij de liquidatie van de company. Maar jij zit er in. Geld heb je natuurlijk niet, dus om de schulden van de company te betalen komt jouw boeltje onder den hamer. Ook Fred, die dan voor een zacht prijsje door Glak natuurlijk gekocht wordt. Dat was zijn heele opzet, 't Is een duivel, die kerel, 't Ergste is, dat ik je door mijn advies geholpen heb in den put te raken. Ik moet je bekennen, dat ik haast niet naar huis durf te gaan, om Jane onder de oogen te komen. Niemand van ons kan financieel tegen den schurk op. 't ls ellendig." Diep verslagen bleef Jack achter. Het resultaat van jaren arbeid wèg en bovendien zou het nu weer jaren duren, voor hij in 'n positie zou zijn om met Jane te huwen. Den volgenden morgen was hij in zijn stallen, toen plotseling twee armen om zijn hals werden ge slagen. Een wonderlijk aardig meisje keek hem een oogenblik later in de oogen. „O, lieve jongen," zei ze, „vader heeft me alles verteld. Ik weet niet wat ik zeggen moet, behalve dat we zoo gauw mogelijk gaan trouwen. We zullen samen voor een nieuw bestaan vechten, hoor." „Neen", hakkelde hij, „ik kan jou toch niet ,,'t ls allemaal in orde hoor," zei ze kalm. „Zelfs vader stemde toe na een paar uur. En jij moei Kijk,"ging ze door, „daar heb je juist den man, dien ik gevraagd heb hier te komen." Jack keek op. Om den hoek kwam Jeromi Glak aan wandelen. De jongeman balde de vuisten. „Stil, lieve jongen," fluisterde het meisje. „Wees niet ruw tegen hem. Later zal ik alles uitleggen." Li.sf, Het conflict tusschen Jeromi Glak en Jack Tomer begon na de groote jaarlijksche veekeuring van Newjersey, Jeromi Glak was 'n financieele reus. Na zijn vestiging in de streek trachtte hij door geld goed te maken wat hem aan kennis ontbrak. Uit Europa liet hij rasschapen en raspaarden komen. Ook ander vee. Veel vee. 't ls met het vee-avontuur dat wij hier te maken hebben. Drie jaar na zijn eerste optreden als boer zond hij 'n tweejarigen stier naar de groote keuring, het puikje der stieren. Dat dacht hij vóór de keuring. Toen deze was af- geloopen, was de eerste prijs door de jury toegekend aan den besten fokstier. Dat bleek niet de stier van Jeromi te zijn, maar de tweejarige stier „Fred", eigenaar de jonge Jack Tomer, een landsman van New Jersey, wiens familie ook reeds Fred's ouders en grootouders had gefokt. Nadat de keuring was afgeloopen en het vee naar de stallen was teruggeleid, onderdrukte Glak zijn woede en zocht den eigenaar van den bekroonden stier op. Hij vond Jack in een stal, druk bezig zijn geliefden stier te tooncn aan een bijzonder aardig slank meisje, geheel in het wit gekleed. „Is u Tomer?" riep Glak in de ooren van den opgewekt pratenden Jack. „Jawel," gaf die ten antwoord, nijdig dat hij gestoord werd in zijn gesprek met liet meisje, dat zich nu een paar pas verwijderde. „Ik ben Glak," zei de ander „Jeromi Glak. Wel van me gehoord zeker, hè Natuurlijk. Maar ik wou u eens spreken over dien stier van u. 'n Toeval, dat hij won van mijn stier, 't Geluk heeft het dit maal gewonnen van de wetenschap...." „Mijn stier," viel Jack in, gekwetst door Glak's optreden, „mijn fokstier een toeval, een geluk Mijn prijswinner is het resultaat van jarenlange proefnemingen. Dacht u, dat de jury Glak glimlachte, zooals men glimlacht om het beteekenislooze babbelen van een kind. Hij wuifde afwijzend. „Goed, goed I Laat die stier van u puik zijn. Best. Maar laten we tot zaken komen. Hoeveel moet u er voor hebben „Voor Fred?" vroeg Jack verbluft. „Voor Fred? Die is niet te koop." Liefkoozend streek hij over den fliiweeligen nek van zijn stier en keerde zich om, als teeken dat het gesprek was geëindigd. Maar zooiets had op Jeromi Glak absoluut geen uitwerking. „Kom kom," hervatte hij. „Niet te koop? Alles is te koop. Als je maar betalen kunt. Wat dunkt u van 9000 dollar voor uw stier U schudt van neen? Nu, ik wil royaal zijn 10.000 Dollar I" Jack ging vlak voor den ander staan hij begon zijn geduld te verliezen. „Eens en voorgoed hij is niet te koop I Niet te koop I Knoop dat in je ooren. Ik ken je ik heb veel over je gehoord. Ik heb gehoord, dat je bedoe ling is, door je geld iedereen hier in de streek er onder te krijgen. Maar ik heb maling aan je duiten. Mijn fokstier is niet te koop. En doe me een genoe gen en ruk in. Dit is een stal." Glak staarde den jongeman eerst verbaasd aan, daarna kwam er een blik in zijn oogen, waarvan menig financier in Wall Street Jack had kunnen zeggen, dat het onheil voorspelde. Den besten kenner van de jury, Ted Williams, had hij hooren zeggen, dat Fred de beste stier van de laatste tien jaar was. En zijn uitspraken bezaten gezag in de veefokkerswereld. Bovendien, hij werd hier ge dwarsboomd, niet door een Wall Street geldmag naat, maar door een farmer een boer, die hem niet alleen zijn stier weigerde, maar hem boven dien beleedigde I Voor 'n man van Glak's aard was hier maar één oplossing mogelijk. Gelukkig onbewust van wat hij zichzelf op den hals had gehaald verliet Jack den stal om Jane Greyson te zoeken. Jack's land grensde aan het grootere van rechter Greyson sinds hun kin derjaren waren de jonge lui vrienden geweest. Het was Jane's opgewekte moed, welke hem steeds een steun was geweest, zijn landerijen schuldvrij te maken. Hij had nog 'n doel haar eens te mo gen vragen de zijne te worden. De glorie van dien dag bracht zijn doel zeker dichterbij. Met zoo'n stier als Fred zou de Tomer-veestapel beroemd worden. Nog ve.el nader kwam dat doel, toen hij twee dagen later bezoek kfgeg van 'n zekeren Jim Winter. Winter was de promotor van een pas opgericht syndicaat, dat ten doel had 'n georgani seerde verbetering in den veestapel te brengen. Winter had gehoord van Fred's succes, zoodat hij den eigenaar op uiterst voordeelige voorwaarden een positie in 't syndicaat aanbood. Jack vroeg een BOOMF.N EN BRUGGETJES - NEDER LANGBROEK IN DE ZUID OOSTHOEK VAN UTRECHT.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 20