bosch en hei overvloed VRIJDAG 1 JULI 1932 No. 3 „Niks as weelde" „Niks as weelde, me neer, nergens zie je niks anders as weelde. As je, om es wat te noemen, in de groote zaal staat, zie je op den muur 'n heelen zeeslag met prach tige schepen, en de golven zijn net echt en je ziet 'n massa officieren in eerste klas groot gala-uniform. Maar as je nou dichterbij komt, zie je niks anders as gouddraad. Dat noem ik nou kunst, com pleet zoo'n schilderij in gouddraad. Zoo is alles hier, meneer. De kassen en het Het is heusch niet noodig om lang na te denken over die vraag: Waar? Het antwoord is gauw gevonden, het is kort en het is goed het is hfer Een lange inleiding om te komen waar wij willen komen, is evenmin noodig. Het gaat over de va- cantie. Dat is een dankbaar en een prettig onder werp, maar het kan ook wel eens een lastig onder werp zijn. Je kunt er gezellig over praten, honderden plannen maken en precies uitspinnen, wat we zul len doen en hoe we 't zullen doen, en op die manier zes weken lang de vóórpret hebben. Maar als men weifelt over het land en de plaats die dit jaar de eer van onze tegenwoordig heid zullen hebben, als er rechts en links brieven worden geschreven en overal van daan circulaires komen en boekjes van Ver- eenigingen voor Vreemdelingenverkeer, zoo dat de keus telkens moeilijker wordt, dan kan de zaak moeilijk en vervelend worden. een typisch draaihekje bij een landelijken weg A Zt i f En het is toch werkelijk niet noodig. Voor iedereen die zich een vacantie kan veroorloven, hetzij van drie dagen of van anderhalve maand, geldt hier blijven. land is heusch mooi genoeg om er geld voor-uit te geven bovendien heeft Nederland zijn hartig van de wereldcrisis, en daarom is iedere rijks daalder, die door vacantie- gangers niet over de gren- wordt gebracht, winst voor ons land. parkje kan er uren wandelen, me neer ik kan 't weten, want ik ben geboren van Breukelen en ik ben er nou 78, dus ik kan er van meepraten." Dat was in Breukelen. De gezellige Breukelaar die ons dit alles trotsch ver telde, had gelijk, want huize Gunterstein, aan den oostelijken oever van de Vecht, is wèl de moeite waard. Als een vesting rijst het met de zware steenen uit het water op. 't fs ook vroeger een burcht geweest, die o.a. in 1573 door de Spanjaarden werd ingenomen en vernield. Daarna is het weer gerestaureerd Johan v. Oldebarnevelt, de raadpensionaris die in 1619 werd onthoofd, heeft er nog gewoond. Trouwens, er is meer in de Vechtstreek wat de moeite waard is. Vroeger zouden we niet gedècht hebben aan een tocht door dit mooie en interes sante land met een auto zou het nog gaan, dat is vlug en gemakkelijk. Maar per fiets.Dank je wel. Zoo'n lange, taaie straatwegWe hadden daarin grof ongelijk. De Vechtstreek is niet voor niets beroemd de rijke Amsterdammers, die hier vroeger hun landhuizen bouwden, wisten wel wat ze deden. Als het er niet zoo mooi was, hadden ze wel ergens anders een plekje voor hun zomerver blijf gezocht 't geld was er disponibel voor, zou Janus Tulp van Justus van Maurik zeggen. En er staan wat kasteelen en landhuizen, vooral in de streek van den z.g. Menistenhemel in de buurt van Nieuwersluis en Breukelen (men moet minstens een kwartier blijven om dit gedeelte van de Vecht en van den straatweg AmsterdamUtrecht met het prachtig geboomte te bewonderen). Rupel- monde is hier, Sterreschans, het grootsche kasteel

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 10