m MObE-REVUE Een vrö&lijk garnituur V 146 Een toilet dat in het bizonder opviel bij de opening van ..Royal Ascot" VRIJDAG 1 JULI 1932 No. 3 Bij een zwarte japon werd een wit, kort manteltje gedragen, van voren schuin over elkaar val lend en als een breede, ruim val lende ceintuur om de taillegeslagen. De korte wijde vleugelmouwtjes van dit manteltje vallen ruim over de lange nauwsluitende mouwen van de japon. Wit hoedje. Op de wedrennen van Chantilly trok het geruite toilet van onze afbeelding (hier naast rechts), met de een voudige lijnen die een slank figuur zoo goed tot zijn recht doen ko men en waarbij de groote, een voudige en toch zeer elegante hoed zich zoo fraai aansluit, in het bijzonder de aandacht. Een der elegante toiletten die de aan dacht trokken bij de wedrennen in Chan tilly. Witte en zwarte ele gance bij de opening van ..Royal Ascof op de wedrennen in Chantilly en bij „Royal-Ascof' Naarmate de zomer vordert schijnen de japonnen langer te worden en de hoeden grooter. De lange japon nen blijven niet meer voor den avond gereserveerd. Dat blijkt al heel duidelijk uit de foto's, welke ons worden toegezonden van de jongste mode-parades bij de opening van „Royal Ascot" en bij de wedrennen van Chantilly. Dit zijn van die gelegenheden, waarbij de proef op de som geleverd wordt, waar blijken moet wat er alzoo behouden werd van al de nouveauté's welke de mode-ontwerpers bij den aanvang van het seizoen in allerlei mode-shows te zien gaven. En tegelijk worden er weer nieuwe proefballons opgelaten en nieuwe scheppingen getoetst aan den smaak van het publiek. Naast eenvoudig voorname toiletten wa» er ook veel, dat door een overvloed van strooken en linten een opgedirkten in druk maakte. Veel japonnen werden gecompleteerd door een bolero of manteltje, soms van hetzelfde materiaal, soms van een ragfijn doorschijnend weef sel, dat nauwelijks eenige be dekking geeft. Van welk een geheel ander genre is de witte strookjesjapon op onze foto beneden, een der meest in het oogvallende toiletten bij de opening van „Royal Ascot." Als nieuwigheid zien wc hier ook weer de struisveeren boa verschijnen, zooals die een paar tientallen jaren geleden in de mode was. Een wit kanten hoed bekroont dit wel zéér bewerkelijke toilet. Ook de oudere dame draagt bij haar veorname zwart kanten japon een witten hoed met zwart fluweelband gegarneerd. Het meer artistieke of zoo men wil excentrieke was eveneens vertegen woordigd, getuige onze foto links boven, van 'n toilet, dat ook in de vorige eeuw op zijn plaats zou zijn geweest en nu tracht zich een plaatsje te veroveren in onzen tijd. Zelfs de wit kanten mof, die waarschijnlijk niet alleen als speelgoed maar ook als tasch dient, ont breekt niet, evenmin als de mitaines of zijn het enkel losse ondermouw tjes? In elk geval is dit geheel, met den grooten schuithoed, weer eens iets anders dan anders. Er waren trouwens meer speciale jongemeisjestoi- letten, 'n aardig ensem ble, bijvoorbeeld, drie kwart lange mantel met schouderkraagje waaruit de blouse met plat rond, tamelijk nauw den hals omsluitend kraagje te voorschijn kwam. Om het kraagje een ruim aangezet valencienne-kantje. Ter voltooiing van het geheel een eenvoudig schuin mate lot-hoedje. PAULA DEROSE 'an frissche effen kleuren, gekleurde stippen, of effen met kleuren afgebiesd, wordt dit garnituurtje, een taschje met bijpassende shawl, gemaakt. Zeer aardig om een van die effen linnen zomer-japonnctjes te completeeren. Het taschje is uit één stuk geknipt, de te zamen genaaide deelen, welke den zak vormen, en de overslag. De overslag is met drie schulpen, waarin op gelijken afstand knoopsgaten, de shawl is van onder breeder, en loopt boven smaller toe, de sluiting is met twee schulpen, waarin knoops gaten. Een dubbel lapje stof wordt tot een ring gemaakt, er worden twee knoopen op genaaid, en de ring kan geschoven worden om de shawl, en deze kan nu vastge maakt worden. We kiezen b.v. vuur- roode of blank metalen knoopen. (Het taschje wordt driemaal geknipt, een maal stof, eenmaal linnen, eenmaal voering). D.D.L.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 18