No. 5
VRIJDAG 1 JULI 1932
1.37
De eerste oogst wordt klaar ge
maakt en verpakt voor export
gestolde vreugde, zonlicht dat
in 't scheppen diepe vreugde had.
Maar waar de markt de prijzen drukt,
wordt niet met vreugd' ov'ral geplukt,
óók worden struiken uitgerukt,
met wortel, bladeren en vrucht,
gedoemd te sterven in de lucht.
Tragiek van 't leven, die zich niet
bekommert om een lach of lied.
en zich niet stoort aan- ons verdriet.
Maar, hoogte zonder val bestaat
nu eenmaal niet, waar 't leven slaat
is vreugd naast smart, duister naast licht,
gedruktheid naast een vergezicht.
Dit is het, wat de zomer leert
aan hem, die moed en hoop ontbeert.
Het leven neemt, het leven geeft,
het slaat, het wondt, het balsemt, groeit,
het zinkt ineen, het lacht, het stoeit,
maar nè den winter, zomer bloeit,
en door de wolken zonlicht streeft
het leven, 't heerlijk leven, lééft I
TAe zomer zet met zon weer in
en brengt op 't veld het eerst gewin
van bessen, wit en purperrood,
verborgen in der blaren schoot.
De trossen hangen zwaar en rijp
voor nijv're werkershand te grijp,
die naar den tros grijpt, haastig, vlug
het mandje in en weer terug.
Het is een wonder kleurenfeest,
waarbij een slecht humeur geneest
De vieve pluksters, 't frissche fruit,
het noodigt tot een glimlach uit.
En ook de aardbei groeit en rijpt
totdat de plukkershand haar grijpt.
Ze hangt zwaarmoedig aan haar steel
als treurde zij om 't aardsche deel,
dat haar tot loon gegeven wordt
geborgen in een vrouwenschort I
En dan in 't sipje, roode vracht
die ieder lokkend tegenlacht
De schaduwzijde van het kleurige
en eens zoo loonende Zeeuwsche
bedrijf. Wegens de geringe op- ij
brengst worden de bessenstruiken op
de hier afgebeelde manier uitgeroeid.
Een verleide
lijk vrachtje
Ut.- f* - .V* "t
zelfs al draagt de plukster niet
de klassieke Zeeuwsche dracht.