OTA ARAGONESA4
Vol^daN
No. 6
VRIJDAG 8 JULI 1932
183
Cpanje is 't land
van den echten
volksdans. Daar is hij 'n brok nationaal leven, de on
weerstaanbare expressie van de blijde, zongebrande
natuur van 't volk. De vormen van den Spaanschen
dans zijn in den loop der eeuwen nauwelijks gewij
zigd. Enkele zijn zelfs terug te brengen tot den tijd
van 't Oude Rome en de reeds in de oudheid beroemde
danseressen van Cadix. Even wordt, door den inval
der Arabieren, de continuïteitsketen verbroken,
maar de danskunst werd op 't Iberische Schiereiland
toch niet verwaarloosd naar Jovellanos verzekert,
zocht de volksdans zijn toevlucht in Asturia. In
ieder geval kwamen de dansvormen van de 10de en
12de eeuw onveranderd tot ons. Men kende toen o.a.
de Turdion, de Gibidana, de Pié, de Gibao, en later
de Madame Orleans, de Alemana en de Pavana. In
de 18de eeuw werden de Zarabanda en de Chacona
practisch niet meer beoefend, en verschenen voor t
eerst de Bolero, de Seguidilla en de Tandango.
De Jota is de nationale Aragoneesche dans,
levendig en rijk, maar tevens waardig en eenigs-
zins minder overdadig, bijna godsdienstig van karak
ter, en afkomstig van de 16de-eeuwsche Passacaglia.
Het is een snelle, gezongen volksdans in 3/8 of 3/4
maat, die overigens door geheel Spanje is ingebur
gerd. Hij vcreischt, zooals ook uit onze foto's wel
blijkt, een zeer groote soepel
heid der ledematen en virtuo
siteit in den castagnettensiag,
waarvan men een paar in iedere
hand houdt, ter begeleiding en
onderstreeping van den zang,
de muziek en de rhythmische
beweging. De paren dansen
tegenover elkaar op dezelfde
plaats, doch wisselen voortdu
rend van stand.
Soms wordt er een stretta
(levendige slotpassage) aan toe
gevoegd als besluit.
Op onze foto's komt de blij
heid en levendigheid van de Jota
(spreek uit Chota) wel goed uit,
waartoe de fleurige kleeder
dracht der Aragoneezen veel
bijdraagt.