ittWELOoS// No. 6 VRIJDAG 8 JULI 1932 167 Het moet een vreeselijk gevoel van kleinheid en verlatenheid geven, wanneer men voor het eerst aan de grens van de Sahara staat, wanneer men onder den invloed komt der geheimzinnigheid dezer eindelooze zandvlakte, waar de zon fel en ste kend mensch en aarde brandt, waar soms de gevreesde zandstorm reizi gers en dieren kan plagen. De Saha ra is niet. zooals men vroeger meen de, een onafgebroken zandzee (er is groote verscheidenheid van bodem- vorm en talrijke gebieden zijn be woond) doch dikwijls ziet de reiziger geruimen tijd niets dan 'n golvende, heete vlakte van zand en niets an ders dan zand. In die gebieden kan men werkelijk van eindeloosheid spreken, een eindeloosheid van zand en zon In enkele gedeelten der woestijn (in Algiers, tusschen groote oasen, enz.) geschiedt t reizen niet meer per kameel doch met trein en autobus. Doch in het echte zandgebied van de Sahara kan men de moeizame reizen slechts met kameelen maken. De oase, het einde van de dagreis, waarnaar men gedurende den langen, heeten dag zoo heeft verlangd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 7