VRIJDAG 15 JULI 1932 No- 7
Een die niet mee wil. maar wel moet.
ts
Mama en de kinderen op weg naar de beschaafde wereld.
OLIFANTENJAGEN
Men vindt onder dit volk
vele families, die sinds
eeuwen befaamde olifan
tenvangers en -temmers
zijn en bij wie de voor
naamste eigenschappen
van listigheid, moed en
voorzichtigheid steeds
van vader op zoon over
gingen. Zij verstaan hun
vak zoo goed, dat zij ènin
staat zijn 'n enkelen oli
fant uit'n heelen troep weg
te rooven, èn de dieren bij
kudden tegelijk tevangen.
Dit laatste wordt als veel
moeilijker beschouwd.
Gevaarlijk is het evenwel niet. In Siam en Indië
houdt men zulke drijfjachten vaak ter eere van Europee-
sche gasten, die met hunne dames op speciale tribunes
het bedrijf gadeslaan. De meeste jachten worden in lndie
in het droge seizoen gehouden. Met eenige honderden
inboorlingen en zooveel mogelijk tamme olifanten trekt
men naar de streek, waar een kudde gesignaleerd is.
In een wijden boog, die soms wel tien kilometer lang
is, omsingelt men de kudde met een haag van dubbele
posten, die ongeveer zeventig meter van elkander zijn
verwijderd. En nu kan het spel, waarbij de goed
moedigheid der olifanten en de slimheid der drijvers
wel het opmerkelijkste zijn, beginnen. Binnen enkele
uren is de omsingeling voltooid door op de uiterste gren
zen van den cirkel een heg van bamboe te bouwen. De
drijvers verschuilen zich achter boomen en lage struiken,
Er wordt, het zal aan onze lezers niet onbe
kend zijn, nogal verschillend geoordeeld
over het vermaak, dat men „jacht" noemt.
Welke ook de sportieve sensaties mogen
wezen, die aan het jagen verbonden zijn, moeilijk
zal men kunnen ontkennen, dat er iets naargees
tigs schuilt in het bedrijf een dier te doen achtervol
gen door menschen en honden, totdat het eindelijk,
uitgeput, een prooi wordt van zijn kwelgeesten.
In tegenstelling met de jacht op tal van andere
dieren is die op olifanten niet wreed. Het doel is
allereerst verschillend van dat van andere jacht
partijen.
Immers, de olifant wordt levend gevangen, om
daarna getemd te worden en den mensch te die
nen. De Achter-Indiërs zijn wel de grootste mees
ters in de moeilijke kunst van het olifanten-jagen.