iA^ TEN ACHTER r>l e Zuidoosthoek van Roemenië, de land- Enkele doorstoken planken, waar in scherpe steentjes zijn geklemd, doen dienst als dorschmachine. O» De kinderen wer ken ook mede in het land en doen dienst als drijvers van de ezelsdie voor de ploegen loopen. De eigenaardige wind molens van de Dobroedscha No. 7 VRIJDAG 15 JULI Een prachtige kop van een ouden boer in het gebied tus- schen Donauen Zwarte Zee Een ezeltje trekt den geheelen dag aan het oudérwetsche water rad, dat voor de bevloering van de akkers noodig is. streek tusschen Donau en Zwarte Zee, welke men ook wel de Dobroedscha noemt, behoort sinds het congres van Berlijn (1878) tot Roemenië. Dit gebied, 23.300 vier kante kilometers groot, is het onrustigste gedeelte van het landhet is tevens het meest achterlijke. Daar heerschen nog de vroegmiddeleeuwsche gewoonten, daar volgt men nog de werkmethoden van negen en meer eeuwen geleden. Daar is de beschaving 1000 jaar ten achter. Het land is vruchtbaar maar arm aan water, en toch is het een der voorraadschuren van het land. Nochtans, zooals gezegd, aan bijzondere of moderne werkmethoden is dit niet te danken. In de Dobroedscha kent men nog geen landbouw-tractors en machines. Dc boer daar weet van zijn concurrenten, de Ame- rikaansche farmers, niets af, hij weet niets van Australië en Canada, hij weet alleen, dat hij met lederen nieuwen oogst voor zijn tarwe minder ontvangt. Hij is er hooglijk verbaasd over, maar begrijpen doet hij niet waarom hij ten slotte zoo weinig verdient, wanthij arbeidt met zijn soms uit honderd en meer personen bestaande familie immers altijd even vlijtig en met dezelfde werktuigen als zijn vader, zijn groot vader en zijn overgrootvaderEn de ezel, filosoof, trekt rustig aan den vreemd- soortigen, ouderwetschen ploeg en het waterrad rond. Hij weet, dat 't nog tientallen jaren duren kan, vooraleer zijn plaats door een tractor wordt ingenomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 7