No. 9
VRIJDAG 29 JULI 1932
277
den elkaar al eens ontmoet. Vierentwintig uren te
voren namelijk aan het strand, was de foxterrier
van het meisje afgedwaald en aan wisse verdrin
king ontsnapt door het ingrijpen van Roger, die
somber roeide, omdat hij niets anders te doen had.
Oe ontmoeting daarna was kort geweest, maar had
indruk op Roger gemaakt, zooals bleek uit de ma
nier, waarop hij nu voor de schoonc stond, rood
tot achter de ooreh en grinnikend, niet in staat om
te spreken.
„Hoe komt u...." begon het meisje, en zweeg
toen. Haar blik ging langs hem heen, opnemend
zijn gehavende kleedij en zijn schoenlooze, nage
noeg soklooze voeten en het juweelen-étui
onder zijn arm. Bij dien laatsten aanblik schrok zij
en deed een stap achteruit. Haar oogen stonden
wijd van ongeloovige verbazing.
„Hoe komt u aan.o, 't kan niet 1"
„Nee zei Roger nevelig.
„Dat juweelentaschje.hebt u dat
Zij zweeg opeens wegens het geluid van stemmen;
jonge mannenstemmen de stemmen van Charles
en Harry, dichtbij in het kreupelhout. Roger werd
bleek en keek gejaagd rond, want hij dacht er niet
aan stil toe te luisteren, terwijl Charles en Harry
het meisje verslag deden van zijn vlucht. Het meisje
zelf maakte een vlugge beweging, aarzelde en zei
toen dringend
„Achter het zomerhuisje vlug 1 Ik stuur ze
wel weg."
„Ja maar, hoort u 'ns...."
„Vlug 1"
Roger verspilde geen tijd meer. Hij liep en ver
dween uit het gezicht, juist toen Charles en Harry
uit het bosch kwamen. Hij hoorde, hoe het meisje
hen kalm groette.
„Hallo lui. Jullie iets gevonden
„Nee," kwam de schaapachtige stem van Charles.
„We hebben 'm gezien in den rozentuin en'wc heb
ben 'm nagezeten, maar hij schijnt weggekomen te
zijn."
„In ieder geval was hij doodsbang voor ons,"
zei Harry. „Je had hem moeten zien rennen, Joan.
Op z'n sokken 1"
„Stakker," zei Joan. „Ik heb tóch met 'm te doen.
Zou je 't niet aan de anderen gaan zeggen Die zijn
aan den voorkant van 't huis. Denk je, dat hij nog
in de buurt is
„Ik weet 't niet," zei Charles. „Hij kan in dien
tijd 'n heel eind weggekomen zijn. Maar je kunt
hier niet alleen blijven, Joan, Hij zag er buitenge
woon ongunstig uit."
„Ik zal wel op mezelf passen," zei Joan kalm.
„Gaan jullie nu maar gauw de anderen waarschu
wen. Ik kom direct."
„Maar.
„Ga dan toch 1 Wil je hem met alle geweld laten
ontsnappen
Protesteerend gemompel en de stappen van on
willige voeten stierven weg langs het pad. Toen
de stem van het meisje
„U kunt nu wel komen."
Roger kwam, onnoozel.
„Dank u heel erg," zei hij. ,,'t Was verbazend
aardig.
„Geef dat maar hier," zei Joan kort, naar het
juweelenétui wijzend.
WatbliefO ja. Ik was net van plan
„Nu moest u maar gauw maken, dat u wegkwam,
vóór 't te laat is. Ikik heb iets voor u willen
doen, omdat u Togo gisteren gered hebt. Als ik u
laat gaan, belooft u me dan dat u voortaan eerlijk
zult blijven
Een verslagen jongeman staarde haar sprakeloos
aan.
„O, hoe hebt u 't gekund zei Joan opeens.
„Gisteren leek u zoo.... zoo.... en nu bent u
een...." Deze eigenaardige vage opmerking ver
ging midden in den zin. „In ieder geval, beloof dat
u eerlijk zult worden
„Eerlijk'" herhaalde Roger verbluft. „Ee....
Groote grut, denkt u, dat ik 't ding gestolen heb
„Hebt u dat dan niet gedaan?" zei Joan.
„Nee, dat heb ik niet 1" zei Roger boos. „Ik heb
nog nooit van m'n leven gestolen Ik
„Waarom liep u dan weg voor die twee jongens
En waarom hebt u geen schoenen aan En hoe
komt u aan 't étui En hoe
Ik liep weg ehomdat ik geen schoenen aan
had," was Roger's duidelijke verklaring. „En ik
heb 't juweelenkistje van den man afgenomen, die
't wel gestolen heeft. Als u 'm hebben wilt, zal ik 'm
u laten zien."
„Laten zien Watwaar is hij dan
„In 't zomerhuisje. Ik liep hem tegen 't lijf, net
vóór ik u ontmoette, en toen heb ik hem 't ding af
gepakt en hem daar opgesloten."
Er volgde een pauze.
,,'t Klinkt erg buitengewoon," zei Joan langzaam.
„Ik zou u heel graag gelooven, maar.
„Goed," zei Roger Paragon stijf, „als ik u dan
even mag voorgaan
Hij ging naar het paviljoentje met waardigen
tred (maar éénmaal verstoord door een lucht
sprong, toen hij op een steentje trapte), schoof de
knip af en trok de deur open.
„Kom er uit jij 1" commandeerde hij. „En houd
je kalm, anders zal 't je spijten 1"
De gevangene kwam zeer kalm. Hij bleef op den
drempel staan, knipoogend in 't plotselinge licht.
„Wat moet dat!" zei hij nijdig. „Ik...."
Een schrikkreet van Joan viel hem in de rede.
„Vader 1"
De lange, magere, grijsharige man keek haar
ijzig aan.
„Is dat weer een van jouw grapjes, Joan
Wie is die eigenaardige jongeman...." Hier zag
hij het juweelen-étui in de hand van zijn dochter,
en schudde het hoofd. „O, heb jij 't nu Ik geloof
niet, dat ik er veel van begrijp."
„Maar vader, hij zei, dat u het doosje gestolen
had, en dat hij 't u af heeft genomen en u hier op
heeft gesloten 1"
„De tweede helft van die bewering," zei de grijze
man, „is volkomen juist. Maar ik verzeker je, dat
ik 't ding niet gestolen had. De man, die 't gestolen
heeft, is nu onder de hoede van Jenkins op weg
naar 't politiebureau."
„O 1" zei Joan.
Om verschillende redenen zei Roger Paragon
niets.
„Jenkins en ik," ging de grijze man voort, „zagen
den kerel tusschen de broeikassen zitten, aan den
anderen kant van den rozentuin. Jenkins nam hem
mee en ik liep om, om de vervolgers terug te roepen.
Onderweg ontmoette ik dit.... eh.... prikkel
bare jongmensch, dat me van het étui beroofde
en me in het theehuisje opsloot. Ik ben nieuwsgierig
naar zijn verklaring."
Vier vragende oogen wendden zich naar Roger.
Die bewoog slapjes zijn handen en deed zijn mond
een paar keer open, maar er kwam geen geluid
uit, want Roger onderging alle emoties van iemand,
die onverwacht met een knuppel geraakt is. Hij
draaide zijn handen nog eens om en produceerde
een neusgeluid.
„Err...." zei hij.
„Ten eerste," begon de lange magere man, „wie
bent u eigenlijk
„Naam is Paragon," mompelde Roger, want 't
is makkelijker, een vraag te beantwoorden dan
een verklaring op touw te zetten.
„Paragon?" riep Joan uit. „Toch niet...."
„Mr. dr. Roger Paragon zei haar vader.
Een knik van Roger.
,,'t Wordt hoe langer hoe merkwaardiger,"
zei de grijze man. „Als u die meneer Paragon bent,
die vanavond bij me zou komen dineeren
tusschen twee haakjes, mijn naam is Tuke dan
mag ik misschien wel vragen, een beetje licht in
de duisternis te werpen."
Roger staarde hem aan.
„Bent u Tukesir Wilberforce wil ik zeggen?"
„Dat kan ik bewijzen," zei de grijze man, „dus
mijn nieuwsgierigheid is niet ongegrond, zooals
u ziet."
Er volgde een oogenblik, waarin het heelal
wankelde boven het hoofd van Roger Paragon.
Toen, zich mannelijk beheerschend, rechtte hij
zijn schouders, keek sir Wilberforce dapper aan
en begon zijn jammerverhaal.
Zij luisterden zwijgend, en toen hij uitgesproken
was, verviel Joan in een hulpeloozen schater.
Haar vader veroorloofde zich een breeden glim
lach.
„Dank u, meneer Paragon," zei hij. „Een zeer
hachelijk avontuur. Ik kan volkomen met u sym-
pathiseeren, want ik heb ook een likdoorn." Hij
keek Roger peinzend aan. „Welke maat schoenen
hebt u Eenenveertig Dat treft 1 Als u er tegen
opziet, u in uw tegenwoordigen toestand bij 't
gezelschap te voegen, zal ik de noodige supplemen
ten voor u halen, als u zoolang hier wilt wachten.
Houd jij hem maar gezelschap, Joan, en probeer
zijn gedachten van zijn voeten af te leiden." Hij
glimlachte weer en vertrok met snellen pas.
Hij liet een zwijgen achter zich.
„Meneer Paragon," zei Joan eindelijk met een
benepen stemmetje, „ik.... 't spijt me, dat ik
dacht, dat u een.
„Praat u er alstublieft niet meer over," zei
Roger, op wien de bekentenis een zeer versterken
den invloed had uitgeoefend. „Eigenlijk was ik 't
ook, is 't niet Hij aarzelde, kwam wat nader.
„Ik wou alleen graag weten, waarom u me gered
hebt van Charles en Harry, en waarom u me wou
laten gaan...."
De teen van haar schoen scheen al haar aandacht
op te eischen.
„Nu," zei ze, „u hebt Togo gered gisteren,
dus
„Was dat," vroeg Roger stoutmoedig, „de eenige
reden
Maar hij moest het haar in den loop der volgende
dagen nog heel wat keeren vragen, eer ze bekende
van niet.
Jtu&üijd in ion ooepttifd