VRIJDAG 19 AUGUSTUS 1932
Eigenlijk is het niets bij
zonders dat volwassenen
spelen, want men ziet
toch overal en altijd dat ouders,
ooms, zelfs oudere broers en
zusters met kinderen of neef
jes spelen, soms met zooveel
geestdrift, dat de kinderen
zelf het speelgoed bijna niet
aanraken. Spoortreintjes en
mecano-doozen schijnen nog
zoo sterke aantrekkingskracht
op volwassenen te hebben, dat bij den aankoop daarvan even
veel op de verlangens van kinderen als van de ouders wordt
gelet. Maar tegenwoordig, nu alles systematisch en weten
schappelijk moet gebeuren, is er natuurlijk een instituut op
gericht, waar men kan leeren spelen, waar men wetenschap
pelijk de geheimen onderwijst van vlechtdoozen, gekleurde
papiertjes, bouwdoozen, poppen, allerlei
gezelschapsspelen, enz. Zonder het vooraf
te leeren kan men de kinderen en zich
zelf even prettig met speelgoed bezig
houden, maar in Duitschland, waar men
alles „gründlich" en vakkundig wil doen,
richtte men er een school voor op, of
schoon de kinderen zich waarschijnlijk niet
zullen storen aan geleerde speel-methodes.