H HUM avond en vol zon, 't of de dag ops nieuw begon, (/s Heer Arends» kerke) Maar daar, De avond valt en traag en moe trekken de „wer kers" huiswaarts toe ('s Heerenhoek). En rust men uit voor deur of hof, blij dat men 't met het weertje trof. (Oostkerke) De kinderen zijn nog vol vuur, en spelen in het avonduur, (Wolfaartsdijk) totdat de zon verdwijnt en nacht, vertellen komt, dat 't bedje wacht. (Oud Sabbinge)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 32