H
HUM
avond en vol zon,
't of de dag ops
nieuw begon,
(/s Heer Arends»
kerke)
Maar daar,
De avond valt en
traag en moe
trekken de „wer
kers" huiswaarts
toe
('s Heerenhoek).
En rust men
uit voor deur
of hof,
blij dat men
't met het
weertje trof.
(Oostkerke)
De kinderen zijn
nog vol vuur,
en spelen in het
avonduur,
(Wolfaartsdijk)
totdat de zon
verdwijnt en
nacht,
vertellen komt,
dat 't bedje
wacht.
(Oud Sabbinge)