No. 12 Oogst. Dagen worden zwoe gend doorgebracht om de gouden vruchten te rapen. van een werklust, die, ondanks alle mogelijke te genslagen, ondanks alle malaise, ontembaar in den boerenstand leeft, en elk jaar opnieuw doet grijpen naar ploeg en spade. Want, moge de mensch pes simistisch zijn in zijn uitingen, optimist blijft hij toch in wezen, zoolang hij bezield wordt door den drang tot werken, en gedragen door het besef, dat arbeid zegen kan betee- kenen, en geen vloek. De vloek van den ar beid 1 In dezen tijd, in het laatst der vorige eeuw is hij aan velen bewust geworden. Dit bewustzijn heeft gevoerd tot strijd voor meer menschwaardige toestan den. Maar ook heëft het (o, keerzijde der dingen) schade toegebracht aan de zuivere arbeidsvreug de, aan de vreugde van den arbeid om den ar beid, een vreugde die nie mand kan ontberen, wil hij van zijn leven iets moois maken, een vreug de, die evenzeer te vin den is in het werk van den grooten kunstenaar als in dat van den kin derlijk blijen mensch, die uit zijn knutsel werk iets draaglijks ziet groeien. Arbeidsvreugde 1 Weer vloeien de velden over van goud weer trekken Oogst. Overal worden voorraden opgestapeld en naar de schuren vervoerd. Aren lezen. ArbeidsvreugdeGelukkig de mensch, die met een glim lach de garven kan bindenomdat de zomer en zon- neweelde hem naar het hoofd stijgen. (Wolfaartsdijk) de maaiers en binders in gesloten formaties op naar de velden om den oogst te snijden en binnen te halen. Vragen we thans niet naar de resultaten, laten we een enkel oogenblik het verschrik kelijke woord „crisis" vergeten en ons overgeven aan het garen van de vruchten, die moeder Aarde ons schenkt. Gemakkelijk is dit niet. Te veel schrijnt het besef, dat veel arbeid, practisch gespro ken, voor niets zal zijn verricht. Oogst.... Overal worden voorraden op gestapeld die niet aan den man kunnen wor den gebracht Oogst.... Dagen worden zwoegend door gebracht om de gouden vruchten te rapen, en op de markten blijken zij waardeloos. OogstEn daarnaast een krantenbe richt.... aan de Spaansch-Fransche grens heeft men fruitladingen die een waarde vertegenwoordigen van 130.000 francs, in zee geworpen, omdat ze onverkoopbaar bleken. Zeker, de zwarte slagschaduwen van onzen moeilijken tijd vallen donker over de vreugden van den oogst. Maar gelukkig dan de mensch, die nog kan lachen, alleen omdat de zon schijnt en omdat de velden overvloeien van gouden rijkdom. Gelukkig de mensch, die met een glimlach de garven kan binden, omdat de zomer en zonne- weelde hem naar het hoofd stijgen. Gelukkig de mensch, die weet te leven, met een lach door al zijn vele kopzorgen heen, gelukkig omdat elke dag naast zijn kwaad ook zijn goed heeft. Dit heeft de oogsttijd ons te zeggen, de oogsttijd, die ook in Zeeland is ingeluid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 9