Op ids dooi ons land.
No. 13
VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1932
397
EEN MOOI HOEKJE IN DE OM
GEVING VAN OLDENBROEK-
is een gelukskind, een weeldekind, en degene, die het beschermt
en koestert, zal nooit gebrek hebben, maar altijd voorspoed.
„Door welk een gril van de goden het vleesch van een
Engelsche baby gemerkt is met het stempel van de hemelsche
gelukslelie, kan ik niet zeggen maar het was er en het is er
nu nog, op den linkerarm van de Engelsche Perzikbloesem,
die Yang O, toentertijd bijna een bedelaar, gespaard heeft,
toen hij het heilige teekcn zag die hij sedert dien altijd
beschermd heeft en gekoesterd.... altijd heeft hij gedaan naar
haar behagen, nooit heeft hij haar iets geweigerd, hij heeft
haar bijna over zich laten regeeren, altijd.... Perzikbloesem,
die hij zijn dochter noemt, en laat leven als een koningin
maar half gevangen laat hij haar leven in paleisachtige
kamers, boven een Chineesch hol van goedkoop eten en dob-
belarij en erger en hij bewaakt haar angstvallig, opdat geen
Engelsche oogen haar zullen zien en haar herkennen als een
Engelsche. En hij houdt van haar. Alleen mij haat hij en
ik denk, dat hij mij haat, omdat hij half vermoedt, dat ik mij
herinner. En ik herinner 't mij 1 De amah, Min Li, weet, wie
Perzikbloesem is, maar ik betwijfel, of zij het ooit aan Yang
O verteld heeft. Tusschen haar en mij is er nooit sprake over
geweest. Ik ben veiliger, als zij denken dat ik het vergeten heb.
Ik was nog maar heel jong. Maar ik herinner 't mij. En ik
wacht. Ik wacht, tot zij mijn dienst noodig heefttot de oude
Yang O sterft, of zijn liefde tot haat wordt door een eigen
zinnigheid van haar, misschien als zij een rijken Chineeschen
minnaar afwijstwant tienmaal meer dan hij Perzikbloesem
liefheeft, Yang O, de dief en woekeraar, de tyran van drie
Chineezenwijken, tienmaal meer heeft hij het geld lief, zwelgt
hij, als hij bankbiljetten ruikt, trilt hij bij het gerinkel van
zilver en goud. Ik leef en ik glimlach om den riem aan
Yang O's knoopzweep om Perzikbloesem te dienen in haar
nood als die komt.
„Ja," ging hij voort, nu weer in eenvoudiger taal sprekend,
„ik twijfel er niet aan, of Min Li weet, wie Perzikbloesem is
en wie haar ouders geweest zijn. Maar ik geloof, dat Min Li
het, om de een of andere reden, nooit zal vertellen. Waarom
zij haar eigen leven waagde, om die blanke baby te redden
want wagen deed zij het zeker heb ik nooit vernomen. Ik
denk, dat de moeder van Perzikbloesem door de Boksers ver
moord is, dat zij de meesteres was van Min Li, en dat zij goed
geweest is voor de amah,want dat zijn de Europeesche
meesteressen soms voor haar Chineesche ainah's en zulke
schulden moeten betaald worden. Dat is alles, wat ik er van
begrijpen kan. Yang O heeft aan Perzikbloesem al zijn rijkdom
te danken. In die dagen, die ik me nog maar flauw kan herin
neren, was Yang O straatarm, en dikwijls was hij hongerig, een
roover, die van zijn handigheid leefde. Maar is Yang O van
dien dag af, toen hij niet alleen Hung No, den onwaardige,
maar ook Min Li en Perzikbloesem voeden en kleeden moest,
niet van rijkdom tot rijkdom geraakt Is het hem niet goed gegaan in
'Frisco, in Londen, Malta, Liverpool, Marseille Heeft hij geen groote
fortuinen verzameld en groote macht verkregen eer zelfs en weet hij
niet, dat dit allemaal enkel door Perzikbloesem komt
De jonge dokter luisterde ernstig. De „Kus van de Lelie" had niet veel
indruk op hem gemaakt. Maar hij twijfelde er niet aan, of de rest van het
verhaal van den jongen was maar al te waar.
„Ik begrijp het. En behandelt hij haar goed?"
Hung No boog het hoofd.
„Zooals een vader het kind van zijn hart behandelt, het kind, waarvan
hij eer verwacht in zijn graf, zoo behandelt Yang O Perzikbloesem 1"
Er volgde een oogenblik van stilte voor de dokter uitriep
„Hoor eens hier, Hung dat is een heel ernstig geval. Ik wil je gevoelens
niet kwetsen, maar een blank meisje.... wat ik zeggen wou, wéét zij, dat
zij een blanke is
„Nee 1"
„Groote hemel 1 En en hoe is zij, Hung No
Hung No keek naar den grond.
„Zooals de bloem in een vreemd land, waarvan de geur de smachtende
ziel terug brengt door de woestijn naar het huis van zijn kindsheid zooals
de aanraking van een moederhand op een vermoeid voorhoofd zooals de
stem van een vriend door een nacht van leed zoo mooi en lief is zij. O
mijnheer 1"
Hij zag de lippen van den dokter verstrakken, hij merkte op, hoe opeens
de rimpels van diepe gedachten kwamen in het voorhoofd van den genees
heer, hij zag het ernstige gepeins in de Engelsche oogen en de Chinees
oordeelde, dat hij zijn werk goed begonnen had. En zonder nog een woord
of gebaar aan zijn uitlatingen toe te voegen, gleed hij geruischloos de spreek
kamer uit en naar buiten.
V
De oude Min Li, die nog ouder was dan Yang O zelf, en zoo leelijk dat
het moeilijk te beschrijven valt, zag met koele minachting op Hung No neer.
Zij aanbad Perzikbloesem, zooals zij vroeger de moeder van Perzikbloesem
aanbeden had, en omwille van de jonge Engelsche vrouw nu reeds lang
lood -die haar goedheid had betoond in den tijd van haar ergstcn nood, zou
Min Li haar leven zelf gegeven hebben in den dienst- van Perzikbloesem.
Inderdaad had zij Yang nooit verteld, wie zijn vondeling was ook
hierin had Hung No goed geraden en zij zou het nooit doen ook Yang
had haar trouwens nooit erg lastig gevallen door er naar te vragen. Hij stelde
volstrekt geen belang in de afkomst van het meisje hij interesseerde zich
alleen, en machtig, voor het kleine roode leliemerk op haar molligen arm. En
Min Li was er in ernst van overtuigd, dat Perzikbloesem beter geborgen was
onder Chineesche hoede dan in eenig denkbare Engelsche omgeving. Met
uitzondering van die eene Engelsche vrouw had Min Li de Engelschen gehaat,
die zij zoo lang in China gekend had en noch de Chineezenwijk in 'Frisco,
noch de Chineezenwijk te Londen hadden verandering gebracht in haar
waardeering van de „vreemde duivels".
Maar zij haatte ook den Chinees Hung zij haatte hem om een aller-
vrouwelijkste reden omdat zij hem nu eenmaal haatte. En Min Li wist, wat
niemand anders wist en ook dat zou zij nooit vertellen zij wist, waarom
Yang O Hung No haatte en martelde want eens had Yang O het in zijn
dronken woede in haar bijzijn uitgeblaft zij wist, dat Hung de zoon was
van Yang's bittersten vijand en zij wist, hoe Yang den kleinen jongen in
handen had gekregen, en waarom hij hem zoo slecht behandelde.
Den volgenden morgen riep Min Li met haar schrille stem om Hung No,
en toen hij haastig kwam, beval zij scherp
„Haal den dokter Perzikbloesem voelt zich niet wel; Maar vlug 1"
Hung No boog het hoofd, zooals hij het maar zelden gebogen had voor
de-bevelen van Min Li, als zijn meester, Yang O, er niet bij was. Maar hij
toonde verwonderlijk weinig bezorgdheid voor de ziekte van Perzikbloesem.
„Ik zal hem vlug brengen, vlug!" beloofde hij, en aanstonds slofte hij
weg op zijn zachte schoeisel.
Alles ging goed. Het werkte.»
Yang O was immers dien dag naar Southampton? Hij zou immers eenige
dagen wegblijven? En zou in dien tijd de pijl, dien hij vergiftigd had met de
fijne listigheid van zijn Chineeschen geest, niet zijn doorgedrongen in het
hart van Wilfred Harvey
Hij repte zich door de straten, en de spreekkamer van den dokter binnen,
zich nauwelijks tijd gunnend om te kloppen.
„Hallo, Hung 1" groette Harvey hem.
„Perzikbloesem ziek 1 Komt u alstublieft direct 1"