Nog Is hef Vacanfiefljd! \s rMAT°7F-KE* Sinds onze laatste opgave keerden wij, tengevolge onzer 406 VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1932 No. 13 Nog hebt U gelegenheid aan het zonnig strand of in het schaduwrijk bosch met geheel Uw hart te genieten van een prachtig boek Welnu, onze nieuwste premieroman, „Het fortuin van Angela Brent," een schitterend boek van de beroemde schrijfster Effie Adelaide Rowlands, stelt U in staat verscheidene uren een uitgelezen genot te smaken. En te weten dat dit U, als abonné op dit blad, slechts171/., cent kost 11 Om U een indruk te geven van dit kostelijk boek drukken wij hier een gedeelte af uit het eerste hoofdstuk, dat nog maar een klein voor proefje isWij raden U aan met het oog op de te verwachten groote navraag, niet te lang te wachten met den aankoop van dezen roman. U weet 't71/2 cent voor een inge naaid exemplaar, 70 cent in luxe prachtband. Franco toezending per post volgt na ontvangst van postwissel groot resp. 221/2 of 80 cent. Overigens zijn onze romans verkrijgbaar bij al onze bezorgers, agenten of op ons Hoofdkantoor D HOOFDSTUK 1 e winteravond begon te vallen. Hoewel het pas vier uur was geweest, werd het in het hooge, ongezellige vertrek, waarin de tonen van de ouder- wetsche piano zoo koud en onmuzikaal weer klonken, reeds duister. De temperatuur, die er heerschte, was eveneens verre van behaaglijk, aangezien de haard leeg was en geen overgordijnen den tocht tegenhielden, welke door de spleten naar binnen kwam. Een klein meisje, dat met halfbevroren vingers voor de piano had gezeten, stond merkbaar ver heugd op, toen de jonge muziekleerares haar zei, dat zij kon gaan. Zij pakte haar muziek bijeen en wilde reeds vertrekken, toen zij het gezichtje op hief om een kus te geven. „Heb ik het vandaag beter gedaan vroeg zij. „Het was heel goed, Madge. Je bent de beste leerling, die ik heb." Angela Brent boog zich voorover en drukte het meisje met genegenheid een kus op het voorhoofd. Een zwakke glimlach zweefde over haar gelaat, toen zij het kind met snelle passen het vertrek zag verlaten. Daarna keek zij door een venster naar buiten. Gedurende een kort oogenblik sloot zij de oogen en ze streek met de hand over het voor hoofd, als om de hoofdpijn te verdrijven, die haar heden in hevige mate hinderde. Onbewust slaakte zij een diepen zucht, terwijl zij de hand bijna moe deloos liet zakken. Het uitzicht was niet opwekkend. Er strekte zich een groote, verlaten tuin uit, waarin de hoo rnen, ontdaan van al hun bladeren, heen en weer zwiepten door den hevigen wind. Angela Brent herinnerde zich sinds haar prille jeugd niets anders dan dit uitzicht, en indien zij had moeten zeggen wat zij ervoer telkens weer als zij door de vensters van dit groote, kille school gebouw staarde dan zou zij in alle oprechtheid hebben geantwoord, dat de eenzame drukkende atmosfeer haar leven gemaakt had tot een onafge broken periode van troosteloosheid. Zij wendde zich met een zucht van het venster af, toen een flinke vrouw met een aanmatigend gelaat het vertrek binnentrad. „Miss Brent," zei zij, „wilt u direct even naar de kamer van Mrs. Grantham gaan Angela Brent zag haar verwonderd aan. „Maar eh," zei zij op halfverschrikten toon, „ik ben nog niet gereed met mijn lessen." De andere vrouw de huishoudster, die alles in het huis bestierde haalde haar schouders op. „Ik moest zeggen, dat u bij Mrs. Grantham moest komen," klonk het kortaf, „en ik geloof, dat u het best onmiddellijk gaan kunt." Het meisje aarzelde haar hart klopte onstuimig. „Is er iets niet in orde informeerde zij haastig. „Weet u, waarom ik bij Mrs. Grantham moet komen?" „Het is niet mijn gewoonte, mij met Mrs. Grant ham's aangelegenheden te bemoeien," antwoordde de huishoudster onverstoorbaar. Het was duidelijk, dat de jonge muziekleerares zich niet direct in de genegenheid van de huis houdster mocht verheugen. Miss Brent wist dit heel goed, doch de onaangename behandeling van deze vrouw behoorde tot de vele vernederingen, die haar dagelijksch lot uitmaakten. Weldra stond het meisje alleen in een gang, die naar de kamer van Mrs. Grantham voerde. Zij drukte de handen tegen de borst. „O," zei zij bij zichzelf, „wat is het leven toch moeilijk. Ik vraag mij af, wat er nu weer is." Toen klopte zij aan. Een scherpe stem riep „binnen." Zij ging in het ruime vertrek, dat werd verlicht door een drietal lampen en verwarmd door een groot houtvuur. Mrs. Grantham zat in een armstoel bij het vuur en tegenover haar bevond zich een andere dame. De bezoekster keek haastig, bijna gretig op naar het meisje, dat binnentrad en langzaam naderbij kwam. Gedurende eenige seconden heerschto er stilte. Toen sprak het hoofd der school: „Dit is Angela Brent." De dame stond op en kwam op het meisje toe. „Angela!" zei zij. „Kleine Angela! Wat is het toch vreemd te moeten bemerken, dat je zoo flink bent opgegroeid. Den laatsten keer, dat ik je zag, was je nog zoo heel klein. Je herinnert je mij na tuurlijk niet meer." Angela's hart klopte onstuimig en zij beefde van zenuwachtigheid. „Neen," antwoordde ze toen. „Wie wie is u?" De dame, tot wie zij sprak, was niet jong meer, doch zij bezat overigens alle uiterlijke kenteekenen van een knappe vrouw. Zij droeg een ruimen, lan gen mantel met bont gevoerd. Ik ben de halfzuster van je vader, Miriam Rush ton, en ik ben gekomen om je met mij mee te ne men. Arme, kleine Angela," vervolgde zij met zachte, vleiende stem. „Al die jaren ben je volko men verwaarloosd en ik vrees, dat je je reeds volkomen vertrouwd hebt gemaakt met de ge dachte, dat je was vergeten." „Ja," antwoordde het meisje met verstikte stem, doch met fierheid in haar houding, „al die jaren ben ik verwaarloosd en vergeten, maar...." „Maar aan dit alles komt nu een einde," viel Miriam Rushton haar in de rede. „Ik heb het reeds aan Mrs. Grantham uitgelegd. Het is een lange geschiedenis, een geschiedenis van misverstand en fouten. Thans behoort deze echter tot het verleden en nu heb je slechts te denken aan de toekomst. Het heeft mij heel wat tijd en moeite gekost om je te vinden, Angela, doch ik hoop, nu ik je heb ge vonden, dat je spoedig veel van mij zult houden." Zij sprak op eenvoudige wijze, met diepen ernst in haar stem, en het meisje werd getroffen door de warme genegenheid, die deze dame voor haar scheen te koesteren. Toch had Angela zich nog niet geheel kunnen losmaken van den angst, gepaard aan opwinding, die haar vóór het binnentreden had aangegrepen. „Ik zou wel gaarne een volledige en duidelijke verklaring hooren," zei zij rustig. Zij ging op een stoel zitten, die dicht in haar nabijheid stond, en keek in het gelaat van het school hoofd, die haar eenigste verzorgster was geweest sinds den dood van haar moeder. Haararme moeder! Al haar krachten had zij in deze school moeten geven aan het onderricht der leerlingen, om op die wijze kost en inwoning te kunnen verdienen voor zichzelf en haar dochter. Er was een eigenaardige smeekbede in de gelaats uitdrukking van Angela. Zij wist uit ervaring, hoe hard en meedoogenloos Mrs. Grantham over het algemeen kon zijn. Er ging geen dag voorbij of het werd haar op een of andere wijze duidelijk gemaakt, dat zij geheel en al afhankelijk was van deze vrouw. Ofschoon er geen enkele aanleiding bestond om een teedere liefde voor het schoolhoofd te koesteren en Angela oud genoeg was om in te zien, dat zij vooral den laatsten tijd als een overbodige last werd beschouwd, hoopte zij toch, dat haar vragende oogen voldoende zouden zijn om het hart van haar verzorgster te vermurwen. „Ik ken haar niet. Ik gevoel mij niet tot haar aangetrokken. Laat mij eerst nog wat onder uw hoede blijven." Dit waren haar onuitgesproken woorden en Mrs. Grantham begreep de bedoeling in haar oogen volkomen, doch zij wenschte maar al te zeer deze gelegenheid aan te grijpen om zich van Angela los te maken. Haar schooi ging niet meer zoo voor spoedig. Juist den laatsten tijd had zij belangrijke geldelijke verliezen geleden en de kosten, die haar de kleeding en het onderhoud van dit meisje ver oorzaakten, hadden haar reeds meermalen bezig gehouden. Daarom sprak zij nu op haar gewone, voor geen tegenspraak vatbare wijze. „Ik vind het een buitengewoon geluk voor je," zei zij op koelen, afgemeten toon, „dat Mrs. Rush ton er in is geslaagd je te vinden. Hoewel je mij er nimmer over hebt gesproken, heb ik heel goed ge merkt, dat het leven hier je den laatsten tijd niet zoo erg meer aanstond, zoodat het je ongetwijfeld een vreugde zal zijn, thans je vrijheid te herkrijgen. Mrs. Rushton wenscht, dat je onmiddellijk met haar meegaat en ik ben de laatste, die daartegen eenig bezwaar zal inbrengen, hoewel je onverwacht vertrek mij natuurlijk eenige moeilijkheden ver oorzaakt ik heb niet direct iemand, die je plaats kan innemen." De adem bleef Angela in de keel steken. „Moet ik nu reeds weg? Onmiddellijk vroeg zij met zachte stem. Het was Miriam Rushton, die haar vraag be antwoordde. de volgende bedragen uit aan: Wed, M.v. Leeuwen, Bleekstr. 44, Vlaardingen f 600.— Wed. C. Bouwman, Stolwijkersluis Gem. Gouderak - 600. Wed. G.Vonk, Zeeburgerdijk 69hs, Amsterdam-O. - 600. f 1.800.— Vorig totaal bedrag - 260.0 11.— Nieuw totaalf 261.8 11.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 22