cAj W r.
V o
li-te
-s J\
v--«<séfïr
Nog schemerig,
een vergezicht,
rijst d' ochtend in
een zee van licht.
En rust is in de stad; t gerij
van enk'le wagens rolt voorbij.
En slechts een enk'le
vroegling gaat
reeds dapper door de
stille straat.
Dan komt *t gezegend ochtend»uur
van schuren, schrobben met veel vuur
Het sein, dat weer de dag het wint
en alle drukt* opnieuw begint.
'J iTSZPMt-k