LOUISE KINGSTON 42S VRIJDAG 2 SEPTEMBER [932 No. 14 Op keii dooft ooo land. VISSCHERSHAVEN (URK) door Yang O aan de telefoon, Min Li," drong Hung aan „hij heeft al ge wacht hij wil u spreken vragen of Perzikbloesem 't goed maakt. Ga maar gauw „Ja," zei Perzikbloesem met een flauw gebaar, „ga maar gauw, Min Li, en zeg tegen vader, dat ik 't goed maak, en dat ik met mijn heele hart verlang naar zijn terugkomst Nog een seconde aarzelde Min Li. Zij wierp Harvey nog een blik toe, mompelde binnensmonds iets en waggelde toen weg. De deur ging achter haar dicht de gele hand, die den knop had omgedraaid, was niet de hare. Zij waren alleen, en toen Harvey het meisje aankeek, kwam er een teer blosje op zijn wangen, en zijn hart begon wild te kloppen. „Juffrouw Yang," zei hij met kalme stem, „ik hoop vurig, dat ik u nog eens zal mogen weerzien Zij sloeg haar zachte oogen naar hem op, en die antwoordden op een half vragende manier. „Misschien kan dat wel," antwoordde zij. „Ik weet het niet" zijn stem beefde een beetje „ikikenfin, u gaat op reis, en -ik geloof niet, dat die oude meid van u mij graag mag, en jk enfinVindt u mij alstublieft niet vreemd. Het is zoo moeilijk uit te leggen. Ik kan dat nu in ieder geval niet doen. Ik begrijp wel, dat dat u en ik verschillende dingen misschien van een heel anderen kant be schouwen in een ander lichtmaarenfin, er is iets, dat ik heel graag eens met u zou willen bespreken De blos op haar wangen werd dieper. itlkhoopnu was het haar stem, die onvast klonk, „ik hoop, dat ik er ooit eens gelegenheid toe krijg Zij deed een klein stapje naar hem toe. „Hung No is goed hij is trouw hij is mijn vriendzei ze. En Harvey begreep. Zelfs al was er iets Chineesch aan haar ziel het was de ziel van een vrouw en hij begreep, wat zij hem wou doen begrijpen. Hij vatte haar hand, en een oogenblik bleef die als een No. 4 kleine witte bloem in de zijne liggen. „Dank u, juffrouw Yang," zei hij. „Misschien kan Hung mij ooit helpen. Voor 't oogenblik" hij fronste het voorhoofd „voor 't oogenblik weet ik bijna niet, wat ik zeggen of denken moet. Ik heb iets op 't hart iets waar ik misschien nooit over zal kunnen spreken, maar ik ben heel blij met de gedachte, dat ik misschien in Hung een vriend zal vinden, en u u ook, als wij er een noodig hebben Tot weerziens De deur was opengegaan, en daar stond Min Li weer. Haar oogen be studeerden hen beiden toen kwam haar blik naar Harvey, en bleef daar. „Tot weerziens," zei het meisje en het volgende oogenblik ging Wilfred Harvey het huis uit. VI In het leven van een dokter, die werkt in een district als het Oosten van Londen, komen er vaak problemen voor, die niet geheel of niet direct uit de beoefening der geneeskunde voortspruiten. Er zijn daar groote menschelijke problemen van menschenlevens, zonden en lijden, en Wilfred Harvey had daarvan zijn deel gehad en altijd had hij zijn best gedaan, met een helder brein te wikken en te beslissen, en met recht schapenheid te handelen. Maar nooit tevoren nog had hij zich in zoo'n twijfel en verwarring gevoeld. Het was nu een week geleden, sinds hij Perzikbloesem voor de tweede maal gezien had, en zij was sindsdien geen seconde uit zijn gedachten geweest. Yang O was terug. Hij had van den ouden Chinees een zeer deftig epistel ontvangen, met dank voor zijn groote attentie jegens zijn „dochter", en de verzekering, dat Yang O altijd zijn slaaf zou blijven. Maar hij dacht niet aan Yang O en zijn bloemrijke woorden hij dacht aan het blanke meisje, dat niet wist dat zij blank was, en hij zocht naar de innerlijke bedoeling van zijn eigen hart. Telkens en telkens opnieuw probeerde hij zichzelf te verzekeren, dat hij alleen om haar maatschappelijke positie belang stelde in het meisje. Voor hem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 12