Del kt i emoeizucnt van mevr Dacre-iSmitk &itaffan-0tijage. No. 14 VRIJDAG 2 SEPTEMBER 1932 423 Mevrouw Dacre-Smith wist zich goed te hou den, tot haar laatste bezoekster weg was. Toen begonnen haar ergernis en bezorgd heid zich te toonen op haar gelaat. Zij hinkte de kamer door, nam haar schrijf- nccessairc en hinkte terug, de pijn koppig ver bijtend. Toen begon zij zesmaal aan een brief, maar bracht het nooit verder dan enkele regels. Toen zij aan de zevende poging was, kwam haar zoon bin nen, en toen hij zijn moeder zag zitten, met beide voeten op den vloer, riep hij uit „Maar moeder Is dat nu niet te gewaagd Zij trok kreunend haar verstuikten voet weer op de sofa. „Daar," zei de jongeman, „ziet u nu wel Mevrouw Dacre-Smith sprak eindelijk. „Je oom is een gek." „Wat blieft u T' „Je oom is een sentimcnteele oude gek ^,Wat heeft hij gedaan „Je kunt hem net zoo weinig alleen in de wereld vertrouwen, als een baby van een jaar." „U houdt hem ook veel te strak, 't ls hem niet kwalijk te nemen, dat hij zijn vleugels eens uit slaat, als hij de kans krijgt." „Je zult 't misschien beter begrijpen," sprak zijn moeder waardig, „als je hier een ordinaire vrouw als meesteres ziet optreden, en je moeder als voet veeg." „Nou nou, moeder Zóó erg is 't toch niet „Zóó erg is 't. Die vrouw heeft me er verhilcn over verteld." „Welke vrouw?" Zijn moeder nam haar zakdoek van haar oogen om hem aan te staren. „Die vrouw, die net hier geweest is me heeft zitten sarren die kwaadsprekerige oude bemoeial Mevrouw Byne natuurlijk." „O, mevrouw Byne zei hij minachtend. „Wat zei ze „Dat je oom zich in Rockmount belachelijk maakt met een actrice Enid Barret en dat hij in haar strikken zal vallen, als wij er geen stokje voor steken." De jongeman floot. „O, is 't 'm dat Ik dacht al, wat hij moest in dat vervelende gat Enfin, wc kunnen er niets aan doen. Als hij trouwen wil „Dan, maak me niet dolAls ik hier niet aan handen en voeten gebonden zat, ging ik naar hem toe en dan zou ik dat schaamtelooze schepsel de waarheid eens zeggen." Haar zoon kwam op een hoekje van de sofa naast haar zitten. „Wie weet hoe ze meevalt, moeder. Maar ik ge loof niet, dat u u zorg hoeft te maken. Er zal wel geen grein van waar zijn. U kent mevrouw Byne. Laat u 't maar liever loopen." „Dat wil ik nietriep de wanhopige vrouw. „Ik wil niet voor spot staan tegenover dat mensch van Byne ik wil niet, dat mijn zoon verdrongen wordt dat Alton Corner in handen valt van een ordinaire actrice." Dan mompelde iets. Zijn moeder kon nogal over drijven, als ze kwaad was. „Er moet iets gedaan worden," ging mevrouw Dacre-Smith voort. „Ik zit geslagen jij moet dadelijk naar Rockmount, en je laat je oom geen oogenblik alleen." „Maar moeder Dat snapt hij immers direct 1" „Als ik ging wel maar hij zal van jou niets den ken." „Ik spionneer niet graag." „Spionneerenherhaalde zijn moeder boos. „Je moet mijn woorden niet gaan verdraaien." „Ik vind al die bemoeierij in zulke dingen totaal verkeerd," begon Dan weermaar zijn moeder won niets meer hooren. Zij drong en smeekte, tot Dan er in toestemde, onmiddellijk naar Rock mount te gaan. Hij mocht niet eens tot morgen wachten ze had geen rust, voor ze den trein hoorde wegrijden uit het station. Toen Dan dien avond in Rockmount kwam, voelde hij zich onprettig en zenuwachtig. Het was DOOR ELIZABETH M. MOON hem bijna een opluchting, toen hij zijn oom voor de deur van het Marine-Hotel zag staan, kalm een sigaar rookend. Hij zag er lang niet uit als een min zieke zwaan, maar er kwam toch een schaduw van ontevredenheid over zijn gezicht, toen hij zijn neef zag, en Dan kreeg opnieuw het land. „Hallo Dan hoe kom jij hier „Och, een veranderingetje. Voelde me een beetje pipsch." „Hm! Laat opblijven en teveel sigaretten, hè Enfin, je zult je hier aardig vervelen." „U ziet er anders tip-top uit," zei Dan. „Ik heb hier iets te doen," zei zijn oom. „Enfin, kom maar mee eten. Je logeert hier zeker „Natuurlijk," zei Dan. Zijn eerste brief aan zijn moeder klonk niet zeer geruststellend. Zijn oom en Enid Barret stonden op heel goeden voet met elkaar - daar viel niet aan te twijfelen. Maar een knappe vrouw was zij heelemaal niet. In den volgenden brief sprak hij zichzelf tegen. Enid Barret was heusch wel charmant inné- mend. Hij zou later wel meer kunnen schrijven. De derde brief bracht het hart van mevrouw Dacre-Smith geheel tot rust. Zijn oom was klaar blijkelijk aan 't afkoelen had juffrouw Barret al in een paar dagen niet gezien. Hij dacht niet, dat er reden voor bezorgdheid was, maar hij zou blijven, tot zijn oom naar huis ging. Mevrouw Dacre-Smith was opgetogen. Ze vroeg mevrouw Byne op de thee, en praatte over onnoo- zele lui, die alles maar aangrijpen om praatjes rond te strooien. Zij zat op een damcs-achtige manier te schelden, en mevrouw Byne verdroeg het heel ge duldig, scheen zelfs heel tevreden te zijn, dat zij ongelijk had gehad. „Alton Corner is zoo'n mooi goed," zei ze zacht. ,,'t Zou zonde en jammer geweest zijn, als 't aan zoo iemand werd overgeleverd." Mevrouw Dacre-Smith gaf haar gelijk en perste de lippen op elkaar. Als haar broer het niet meer had, zou 't aan Dan komen. Daar was ze zeker van. Intusschen schreef Dan hoe langer hoe minder. Hij had daarginds kennissen gekregen en amuseer de zich best. Maar hij herhaalde, dat er niets be stond tusschen zijn oom en juffrouw Barret nooit iets bestaan had zelfs. Zijn moeder schreef hem volle vellen terug. Zij schetste de manieren, waarop een listige vrouw haar doel kon nastreven en de familie van haar slachtoffer zand in de oogen strooien. Ze vulde bladzijden mei waarschuwingen en raadgevingen en eindelijk, niet gerust over Dan's zwijgzaamheid, vroeg ze hem, naar huis te komen. Er kwam geen antwoord, de eerste drie dagen. Den vierden kreeg mevrouw Dacre-Smith een briefje, dat haar een zenuwtoeval bezorgde. Dan was den vorigen dag stillekens getrouwd met Enid Barret. „Ik had 't liever niet zóó gedaan," schreef de jonge man, „maar ik wist vooruit, dat u 't nooit goed zou vinden, en ik kon haar niet opgeven maar als u haar leert kennen, zult u zien, dat ik geen slechte keus gedaan heb." Een paar uren later stond zij plotseling voor haar broer, die op zijn hotelkamer zat te schrijven. Ze hield hem den brief van Dan onder den neus. „Dat heb jij geweten Jij hebt met hem samen gespannen in dat schandelijke bedrog." „Dan zei hij onnoozel. „Ik wist er niets van de ke'lner bracht me vanmorgen een briefje. Las tig, dat hij haar net nü weghaalt. We waren bijna klaar voor de repetities." „Mijn arme jongen heeft jou gered, en jij laat hem er inloopen „Gered Wat gered „Als je neef er niet tusschen was gekomen, zou die vrouw met jou getrouwd zijn dat weet ik heel goed." „Met mij getrouwd Wat 'n nonsens Ze heeft nooit 't flauwste idee gehad, om met mij te trou wen. Wat 'n idee 1 Ik heb eenehdrama geschreven, waar de wereld van op zal kijken, 't Gezelschap van Enid Barret zal 't opvoeren. Zij had de hoofdrol. Ik had 't stil willen houden, tot 't opgevoerd werd. Ik heb haar geholpen om haar rol in te studeeren. Zeg, heb jij je jongen soms hier naar toe gestuurd „Ikik dacht dat. „Enfin, dan heb je 't aan jezelf te wijten. Niets aan te doen. 't Is een verbazend aardig vrouwtje maar Dan had een betere partij kunnen maken." „Wou jij me nu nog erger overstuur maken?" „Nee nee natuurlijk niet," zei hij zenuw achtig. „Integendeel. Nu we 't toch over trouwen hebben, wou ik je graag meteen vertellen, dat ik besloten heb, mijneh..vrijheid op te geven." Zijn zuster stond hem sprakeloos aan te staren. „Mevrouw Byne heeft beloofd, mijn vrouw te worden." Mevrouw Dacre-Smith viel slap op een stoel neer. Toen ze weer macht kreeg, om te spreken, zei ze tusschen haar tanden „Dat serpent 1" Toen kneep ze haar lippen dicht en berustte grim- mig-wijsgeerig in het huwelijk van Dan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 7