PRACTISCHE
MODENIEUWTJES
No. 15
schouder toe spitsen en ook daar 'n knoopsluiting
vertoonen. Als tweede variatie heeft dit ensemble
een bolero met tot den elleboog reikende wijde
vleugclmouwen met bont omzoomd. De boléro is
rondom vastgeknoopt op den rug en geeft van de
dwarse strepen der blouse enkel maar een vest te
zien.
Een ander nieuwtje, dat zeker ook wel tot prac-
tische doeleinden is aan te wenden, vormt de hoog
opgeknipte rok. „Een rok, die méér is dan 'n rok,
maar nog niet heelemaal 'n japon", zoo wordt hij
beschreven in 'n Fransch modeblad. Deze nieuwe
rok is er in allerlei variaties. In zijn eenvoudigsten
vorm reikt hij tot ongeveer 'n hand breed boven
de taille, om zich op het voorpand nog iets hooger
te nestelen, ofwel in een punt, ofwel in 'n paar
schuin omhoog gaande en elkaar kruisende ban
den, of in twee driehoeken.
Er zijn ook meer gecompliceerde modellen. Stel
u voor, dat de rok van voren, in een punt op
gaand, tot aan de V-vormige halsuitsnijding van
de blouse reikt en met knoopen daarop bevestigd
wordt. Een uitgeknipt vierkant, tot aan de taille
reikend, geeft weer een goed deel van de blouse
te zien.
Soms ook heeft de rok 'n soort bretels aan den
voorkant, met revers en 'n kraagje soms is er 'n
kleine boléro bij en soms 'n variatie daarvan, welke slechts
één schouder bedekt, en in weer andere gevallen is het bij
den rok behoorcnde taille-gedeelte in fantastische figuren
uitgeknipt en op het helkleurige bovendeel genaaid.
De hierbij gaande foto's vertoonen 'n paar der eenvoudige
nieuwe modellen van Charlotte Appert: een namiddagjapon
van zwart wollen stof met een èjour 'bewerkte kleine cravate
als garneering en een japon met bolero van donkerblauwe
wollen stof, gegarneerd met fraai genaaide revers en zak in
wit en lavendelblauw.
Van meer pretentie is het derde toilet van het modehuis
Helly. Donkergrijs diagonaal vormde het materiaal voor
deze japon, op origineele wijze gegarneerd met witte zijde en
met knoopenriien.
PAULA DEROSE.
466 VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1932
Donkerblauwe wollen japon met
bolerogegarneerd met wit en
lavendelblauw.
Men moet erkennen, dat de tegenwoor
dige mode-ontwerpers niet alleen re
kening houden met dc schoonheid
of met wat daarvoor moet doorgaan. Zij
weten zich ook aan te passen aan den
hcdendaagschen eisch tot versobering, aan
de noodzakelijkheid tot bezuiniging van
zoovelen onzer. En dat men tracht model
len in te voeren, weinig kostbaar en toch
elegant, valt zeer zeker toe te juichen.
Daar zijn dan vooreerst heel ingenieuze
ontwerpen van japonnen met 'n paar bij
voegsels, waardoor van die ééne japon
verschillende ensembles zijn te maken. Bijv.
een eenvoudige japon, samengesteld uit 'n
bruin wollen rok en 'n beige blouse met
lange mouwen. Er hoort 'n beige bolero
bij met korte vleugel-mouwtjes, welke van
voren en in den rug met twee punten op de
ceintuur wordt geknoopt. Het geheel vormt
'n keurig wandeltoilet. Behalve die bolero
hoort er bij de japon nog 'n kraag en man
chetten van bontgestreepte stof. De mous-
quetaires-manchetten reiken haast tot aan
den elleboog, de kraag heeft breede revers,
valt van voren schuin overeen en wordt
op de taille bevestigd met de zelfde knoo
pen, die bij het andere ensemble de bolero
vasthielden. De strepen ziin dwars genomen.
Een ander te varieeren toilet
bestaat uit een grijzen rok en
'n blouse met half lange mouw
tjes, grijs met blauw en geel
gestreept. Op de ceintuur zijn
van voren en op den rug vier
knoopen gezet, welke dienen
eerstens voor het bevestigen
van 'n overgooiertje in de effen
stof van den rok. Dit overgooi
ertje vormt een hooge ceintuur
en bestaat verder uit een paar
bretels, welke zich naar den
Donkergrijze japon op origineele
wijze gegarneerd met witte zijde
en met knoopen.
Zwart wollen namiddagjapon met
ajonr gewerkte kleine cravate.