No 16 VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1932 495 Moupnitond en Middacyuiit (foto's genomen in het Kinderhuis „Bernenocht" bij Zeist) „Dat zal niets helpen. Hij zou je vermoorden, denk ik. Luister morgen gaan we naar Amerika. Maar de tijd gaat verder. Mijn vader is nu al een oud man. Wij moeten wachten." Maar Harvey gaf niet toe. „Nee liefste," sprak hij haar tegen, „daar kan ik me niet mee tevreden stellen. Hij is een oud man, maar hij is sterk. Ik heb hem gezien en ik heb ook gezien, waartoe zijn spieren nog in staat zijn. Hij kan nog wel tien, twintig jaar leven. Onkruid vergaat niet. Daar kan ik niet in berusten. En bovendien, lief ste, er zijn nog zoo'n massa dingen, die jij niet begrijpen kunt, omdat je bent opgevoed, alsof je een Chineesch meisje was maar 't is volgens onze Engelsche inzichten te verschrikkelijk, om over na te denken jij, een blank meisje, hier, in zoo'n omgeving. Nee, zooals jij zei kan het niet gaan, lieveling. Hoe weet je bijvoorbeeld, als hij je eenmaal mee heeft gekregen naar San Francisco, dat hij je niet ineens zal willen laten trouwen met den eersten den besten Chi nees Zij huiverde maar trots richtte zij zich op. „Dat zal hij nooit doen," zei ze stellig. „Ik heb een middel, oin hem dat te beletten. Hij kan door alles heen blijven weigeren, om me aan jou te geven. Maar hij zal me nooit dwingen, hem te verlaten. Hij zal me nooit van zich weg durven sturen zonder mijn toestemming, en ook niet willen riskecren, dat ik hem verlaat. Hij móet mij bij zich hebben." En den arm opheffend toonde zij hem den Kus van de Lelie. Even bleef hij zwijgen. „In ieder geval wil ik hem spreken. Ik.. Verder kwam hij niet. Zij hoorden stemmen op het portaal. Zijn hand ging naar zijn zak, en toen herinnerde hij zich, dat hij zijn revolver thuis had Hij nam haar in zijn armen. „Lieveling, ik kon niet anders," zei hij. „Je hebt.... toch niet gedacht, dat ik je in den steek zou laten „Nee, nee," gaf ze toe. „Ik wist, dat je op het eind zeker zou komen. Maar Wilfred, het is hopeloos.Ik ben blij, dat ik je gezien heb. Mijn hart is ge weest als een leege, droge vijver. Maar het is dwaas. Hij bracht haar met een opgewonden uitroep tot zwijgen. Ik ga nog eens met Yang O praten," antwoordde hij toen. „Hij moet naar reden luisteren, lieveling anders zal het hem berouwen. Oroote hemel, een man kan zulke kunsten zóó maar niet uithalen 1 We zijn in de twintigste eeuw 1" Weer schudde zij het hoofd. „In China," zei ze, „bestaan er geen eeuwen daar is alleen tijd, en de tijd heeft gehoorzaamheid geleerd." „Dat kan wel zijn, maar toch zal ik hem spreken gelaten. En opeens was hij daar blij om. Hij was een blanke, een gentleman, en het doel van zijn komst was geen moord, maar liefde. Kalm keerde hij zich om en keek naar de deur. De deur ging open, en Hung No kwam binnen gestrompeld, pijnlijk hijgend. „Hung 1" riep de dokter uit. Hung No stond duizelend op den drempel, een beetje zwaaiend van zwak heid. Hij kon niet dan met moeite ademhalen, en bevend drukte hij de hand tegen de zijde. „Ga ga weg," sprak hij zacht „ga weg, voor het te laat is. U had niet moeten komen. Yang O kan ieder oogenblik terug komen, en dan...." hij ging met de hand langs de keel, „te laat 1" Wilfred Harvey bleef stokstijf staan. „Als je in je bed was gebleven, Hung No," zei hij driftig, „had je zelf tenminste kans gehad, om niet in je doodkist terecht te komen 1" Hung No glimlachte. „Perzikbloesem," begon hij toen smeekend, „laat hem weg gaan. Hij is een goed man. Hij heeft je lief. Eéns.'Frisco.... Hung No komen, dokter Harvey komenalles in orde.... Ga nu voor Yang O komt. Ik vermoord Min Li als zij praat. Ga Perzikbloesem knikte, en in haar opwinding en dringenden ernst schudde zij Wilfred bij den arm. „O Wilfred," pleitte ze, „hij heeft gelijk 1 Je kunt niet blijven. Je begrijpt het niet. Het was een wonder, dat mijn vader je den vorigen keer niet gedood heeft. Nog nooit is er zooiets gebeurd in het huis van Yang O, en nog nooit is er in hem zooveel geduld geweest. En nu, als hij komt, begrijp je dan niet, dat hij je zeker vermoorden zal, en mij waarschijnlijk ook Hung No maakte een dof bevestigend geluid. „En mij vermoordt hij heel zeker 1" voegde hij er luchtig aan toe. Wilfred moest even glimlachen zooals het een niensch meer gebeurt in een uiterst pijnlijk oogenblik. Toen zei hij ernstig „Ik zou haast liever willen, dat hij je maar vermoordde, Perzikbloesem, dan dat je bij hem bleef I" Het meisje hield scherp den adem in, maar haar oogen schit terden om wat zij hoorde, en goedkeurde. De woorden van haar geliefde klonken haar in het oor als een stem van China. Zulk een doodvonnis leek haar rechtvaardig en redelijk, en zij zou het ge willig ondergaan hebben. Zij begreep niet, dat het niet de stem van China was, die sprak uit den mond van Wilfred Harvey, maar de stem van den man, die zijn vrouw verdedigt haar vrouwelijkheid verdedigt met het laatste, wanhopige, ontzettende verdedigingsmiddel. „Uw wil is mijn wet, mijn heer," zei ze teeder, hem glim lachend aanziende. (Wordt voortgezet)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 15