De lengte van de diepte 10OV2 is 67 bij 55 M., gelegen. In 1 et v< gen voor het st hoewel daa bij gerekend r,,eiscb zondere zorj. Ver waarin keurig ne niet de bijbehoi equipementen. V\ gewone dienst st onderdeel vormei koetsier nooit dei onder behoort de De pt kouiie, van Prof. van der (i'aai/, liesliji Rijks-Academie oan Beeldetuct Kun rechterpaneel oerbeeldl eene 1 lulde midden een figuurvoorstellende voeten jong Iloiland leliën eit ro/.t zijde Vrede, Ondermijn, Gelotf, Lan en Nijverheid. Ter linkerzijde Muf. schap, Beeldende Kunsten, illecht, Orde. De beschildering van liet lin Hulde der Koloniën: In hit mit Maagd met de wapen: van Oust- i voeten schatten en voortbrengselen rechterzijde een Indisch vorst met brengende en Zonen dt lands die De Bescherming en 1 ryfflajbVig Indisch leger en de Marine. Op o zicht op Oost-Indië. Rechts van dt nier figuren voorstellende liet bren; ontwikkeling aan den Jnlfflder voortbrengselen uit IVest-lnm aanü grond West-indië in hei 'oef - VI. Reeds nadert weer de derde Dinsdag van Sep tember, de Prinsjesdag, zooals de Haagsche volksmond hem noemt, waarop ons staatshoofd met feestelijker! stoet uittrekt om een nieuw jaar van werkzaamheid voor ons parlement in te luiden met de troonrede. Van jaar tot jaar neemt de belangstelling toe voor deze ceremonie, waarvan de statie een der laatste overblijfselen is van de tra- ditioneele praal, waarmede de hoven zich eertijds omringden. In de Koninklijke stallen is dan ook de Prinsjesdag een der weinige dagen, die nog de oude drukte en groot vertier brengen voor den uittocht met den langen stoet, waarvan de gouden koets, het kronings geschenk der Amsterdainsche bevolking, de laatste jaren immer den clou vormt. Wie ooit de Residentie bezocht, merkte aan den Hoogewal den inassalen gevel op met de groote inrijdeuren, waarboven een coquet torentje uitsteekt. Maar niet velen hebben ooit iets van het interieur gezien, dat wij bij deze gelegenheid eens met onzen fotograaf mochten bezoeken, minzaam rondgeleid door den Eersten Stalmeester, baron Bentinck. Reeds lang had zich gedurende de vorige eeuw aan het Hof de noodzakelijkheid doen gevoelen nieuwe I 'ex::het rijpaard, doodelijk ge- 1 mond werd in den !Ktn Quatre- llrastoen het Koning W illem 11, den toenmaligen Prins van Oranje, ten strijde voerde. stallen voor de paarden en koetsen te bouwen, omdat de stallen op verschillende plaatsen in de stad waren en wel op Blijenburgh, achter het paleis op het Noordeinde en in het Valkenhuis. Nadat een plan van particulieren, die grond wilden ruilen en daarvoor stallen bouwen, bij het bestuur der domeinen geen willig oor had gevonden, besloot dit zelf den bouw ter hand te nemen en het droeg het maken van tcekeningen op aan de architecten Eberson en Vogel. Op 15 Maart 1879 waren de stallen voltooid, maar het zou nog bijna een jaar duren voordat de beesten zoowel ais hun verzorgers hun intrek in de statten en woningen zouden nemen. De koetsier der gouden koets in groot gala.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 16