No 16
VRÏJPAC; 16 SEPTEMRI K 1932
301
ster," meende Robert „bepaald gunstig ziet hij
er niet uit wat dunkt u," zei hij een oogenblik
later, toen het orkest de nutziek inzette, „zullen
we dansen
Zij dansten, en wel zóó aangenaam, dat zij het
doei vatt hun bezoek feitelijk vergaten. De dansmu
ziek was voortreffelijk, en Mary danste zóó uit
stekend dat zelfs een jong rechtsgeleerde er gevoe
lig voor was. Inderdaad, Robert voelde zijn hart
onstuimiger kloppen, terwijl hij het bekoorlijke
jonge meisje in zijtt armen hield. Een paar keer
gebeurde het zelfs dat ze elkander even in de oogen
keken, om daarna beiden plotseling een anderen
kant uit te zien, en even uit den pas te raken.
Zij gingen eerst terug naar hun tafel, toen het
orkest even pauseerde. Beiden hadden nog maar
even plaats genomen, en keken juist rond of zij de
fameuze dubbelgangster konden ontwaren, toen
een kellner zich naar Robert boog „pardon, sir,"
mompelde hij, „maar wilt u misschien even naar
de garderobe komen, 'n oogenblik maar een
of ander misverstand over een hoed," verklaarde
hij; „alstublieft, dezen kant op."
Hij ging den eenigszins verbaasden jongeman voor
naar een deur aan de andere zijde der zaal, opende
die, liep een korte gang door en opende een tweede
deur. „Dit is de andere ingang van de vestiaire",
lichtte de ober in, terzijde stappend om Robert
door te laten. Deze stapte naar binnen. Onmiddel
lijk wilde hij weer terug gaan, maar het was te
laat. Hij hoorde dat de sleutel achter hem in het
slof gedraaid werd.
Het vertrek, waarin men hem gelokt had, was
klaarblijkelijk een soort pakkamertje eenige kis
ten stonden verspreid, terwijl aan de andere zijde
nog 'n deur was, die, te oordeelen naar het lawaai
daarachter, toegang gaf tot de straat. Vóór die
deur stond de donkere man met het vuil-gele ge
zicht en het litteeken.
„Hier zijn uw jas en hoed," begon deze, zonder
eenige inleiding, „en hier," hij wees over zijn schou
der naar de deur, „is de uitgang. En laat me u
meteen even dit vertellen, dat u bij dat meisje
vandaan blijft, begrijpt u
Was Robert tactisch geweest op dat oogenblik,
en niet haastig, dan zou hij hoed en jas aangeno
men hebben en naar buiten zijn gegaan, om door
de gewone deur weer binnen te komen en Mary
mee te nemen. Maar de jongeman voelde op dat
moment niets voor tactiek integendeel, hij gaf
toe aan zijn eersten impuls, die overigens zeer
begrijpelijk was, balde de vuisten en deed een
sprong in de richting van den donkeren man.
„Wel jou ellendige schurk....!" begon hij.
De man met het litteeken trok een revolver,
doch vóór hij dien kon gebruiken, was Robert met
zoo'n vaart tegen hem aangestormd, dat hij zijn
evenwicht verloor en viel, waarbij zijn hoofd tegen
den scherpen kant van een kist terecht kwam.
Verbijsterd staarde tnr. Homer naar het beweging-
looze lichaam en het smalle stroompje bloed dat
over den grond vloeide. Had hij hem gedood
Hij gaf er zich rekenschap van, dat zijn voornaam
ste gedachte daarna niet den man vóór hem gold,
maar zijn waardigen vader, den gerespecteerden
notaris sir Walter Horner. Zou de oude heer het
moeten beleven, dat zijn zoon gearresteerd werd we
gens doodslag in een verdacht nachtcafé Zijn
tweede gedachte gold Mary. Hij moest zoo spoedig
mogelijk met haar zien weg te komen. Haastig
greep hij zijn hoed en jas, rukte de buitendeur open
sloeg die weer achter zich dicht, en holde eenige
meters verder den ingang van het café weer binnen.
In een ommezien was hij bij Mary. „Vindt u goed,
dat we nu maar weg gaan fluisterde hij, nog
buiten adem „ik geloof niet dat ze er is." Haar
verbazing was onmiskenbaar, maar gelukkig stelde
ze geen enkele vraag en volgde hem naar den uit
gang. Terwijl hij haar in haar mantel hielp, zag
hij over haar schouder, dat twee heeren zich haas
tig door de tafels wrongen in hun richting. Vlug
ging hij met het meisje naar buiten, hielp haar in
een der taxi's die daar stonden, gaf den chauffeur
Mary's adres, en volgde haar in den auto.
Allerlei gedachten stormden Robert door het
hoofd. Was de man dood Zou hij de politie in
lichten Of eerst zijn vader advies vragen?
„Ik wou dat u me nu eens vertelde wat er toch
gebeurd is," hoorde hij eindelijk Mary zeggen.
„Waarom moesten we toch zoo gauw weg gaan
Heeft u lióar misschien gezien Robert besloot
HET BEROEMDE BEELD
HOUWWERK VAN DEN
DOM TE MILAAN: IEDER
TORENTJE BEKROOND
DOOR EEN BEELD.
hij de gehecle geschiedenis van dien avond.
„Ik heb gezien, dat de kellner het pakje in.de
tasch liet vallén," zei de ongewapende detective.
„Daarom volgden we u. Er is den laatsten tijd veel
gestolen in Tappy - u is niet de eerste, die in
dat pakkamertje gelokt is. We lagen vanavond op
de loer. Als u Jerry Smash heeft gekregen, in
plaats van hij u. bent u gelukkig te noemen. In elk
geval moet u toch met ons mee terug gaan. Al be
treft het een schurk, als hij dood is, moet er
toch een behoorlijk rapport uitgebracht worden.'
„Maar miss Bradley behoeft toch niet mee te
komen," protesteerde Robert. „Jij...."
„Ik ga mee," zei Mary beslist, ,,'t Is allemaal
gekomen omdat jij mij wilde helpen, het zou laf
zijn, als ik me nu terugtrok."
Tegen-argumenten baatten niets het einde was,
dat de taxi met vier passagiers terug reed naar
Tappy. Maar een nader onderzoek was niet meer
noodig. Het bleek dat een overval-patrouille een
bezoek aan het etablissement had gebracht. Toen
zij aankwamen, werd juist de ober in een politie
auto geleid. Achter hen volgden twee mannen, die
Robert niet kende. Daarachter, gesteund door twee
agenten kwam mr. Jerry, nog een beetje wanke
lend, iets bleeker dan gewoonlijk, een groot ver
band over zijn voorhoofd. En tenslotte, de rij af
sluitend, twee detectives, die een meisje escorteer
den, dat Mary had kunnen zijn, zelfde grootte,
zelfde figuur, zelfde gelaatstrekken.
„De doodslag vervalt in elk geval," glimlachte
een der detectives, met klaarblijkelijk genoegen
den gearresteerden mr. Jerry Smash met de oogen
volgend „maar ik had toch wel graag dat u even
meeging naar het bureau, voor het verbaal over
de juweelen in de tasch van miss Bradley."
Zoo was het tenslotte ver na middernacht gewor
den, vóór Robert den tweeden keer Mary naar
huis begeleidde.
„Over sensatie gesproken I" riep hij, toen de taxi
naar Kensington vertrok.
Mary was stil.
„Wat is er, Mary?" vroeg hij zacht.
Zij zagen elkander aan, waarna mr. Robert
Horner plotseling het glas opzij schoof, dat hen
van den chauffeur scheidde.
„Wacht nog maar even met dat adres in South-
Kensington," zei hij. „Rijd voorloopig maar in dé
richting van Hyde Park." En tenslotte zich het
advies van zijn vader herinnerend, voegde hij
er aan toe: „We hebben geen haast, hoor.
haar alles te vertellen. Zóó verbaasd luisterde zij
naar zijn verhaal, dat zij onwillekeurig dichter
tegen hem aanschoof. Daardoor werd een zóó
eigenaardig gevoel in Robert wakker geroepen, dat
hij vergat het meisje met „u" aan te spreken.
Mary scheen er zoo weinig bezwaar in te zien. dat
ze er zelf ook toe overging.
„Wat een roman beleven we vanavond," fluis
terde ze „want, weet je, ik heb ook nog wat be
leefd, terwijl jij weg was."
„Hè?"
„Ja, die ober, die jou geroepen had, kwam terug
naar ons tafeltje, liep er langs en lief een klein
pakje in mijn open taschje vallen. Meteen fluis
terde hij haastig „Jerry vraagt of je dit voor
hem bewaren wilt tof morgenochtend
Robert Horner knikte. „Hij keek je natuurlijk
ook aan voor de ander. Laten we eens kijken wat
het is."
Mary opende haar tasch en haalde er een klein
doosje uit. Terwijl zij voorbij een lantaarn reden,
bekeken zij den inhoud, waarbij hun hoofden ge
vaarlijk dicht bij elkander kwamen.
„Oh," mompelde Mary bewonderend, toen ze
twee ringen met prachtige steenen en een diaman
ten broche zag. „Och, wat snoezig.
„Gestolen natuurlijk," zei Robert. „Zal ik ze
maar bewaren Met iets als een spijtigen zucht
overhandigde het meisje de kostbaarheden. Hij
zou dan toch de politie wel moeten inlichten, be
dacht Robert, onverschillig hoe het afgeloopen was
in het pakkamertje van Tappy.
Een paar minuten later stopte de taxi voor Mary's
huis.
„Is het geen prachtige avond geweest?" zei
Mary, alsof het haar speet'dat die afgeloopen was.
„Natuurlijk ben ik je erg dankbaar voor alles wat
je voor me gedaan hebt, zelfs al zouden we die
dubbelgangster van mij nooit zien." Ze zaten dicht
bij elkaar op dat oogenblik en hij had haar hand
in de zijne dus was het misschien niet vreemd
dat hij zacht zei „Ik geloof niet, dat er een tweede
meisje bestaat, dat erg op je lijkf." Mary had geen
gelegenheid meer haar oordeel daarover te kennen
te geven, want op dat oogenblik werd het portier
van de taxi geopend en de jongelui staarden naar
twee heeren, die voor de opening stonden. Eén
van hen maakte er geen geheim van dat hij gewa
pend wasen beiden waren onmiskenbaar van
de politie.
„Wat moet dat beteekenen informeerde
mr. Horner.
„We zijn u van
Tappy af gevolgd,"
antwoordde een der
detectives kortaf.
„Wat 't beteekent
zult u wel weten."
Is hij dood
'„Dood her
haalde de ander,
starend. Dan keer
de hij zich tot zijn
collega. „Hoor je
dat, 't lijkt alsof
het geval nog iets
grooter is dan we
dachten."
„Laat ik u even
een verklaring ge
ven, vóór u verder
gaat," viel de jon
geman van Mary's
zijde in. „M'n naam
is Horner, zoon
van Sir Walter
Horner. En dat is
miss Bradley, die
in dit huis woont,
en één van onze
cliënten is" en
in 't kort verhaalde
van hiet.