Twee oudjes, die altijd nog kijken gaan.
beide schouders tegelijk op den grond komt te
liggen. De deelnemers zijn barrevoets, dragen
meestal een korte broek een enkele maal
vecht ook een boer in zijn lange Zondagsche
pantalon, wat een vrij potsierlijk gezicht is
en een hemd uit sterk linnen vervaardigd, met
halve mouwen. Om het middel wordt boven
dien nog een lendedoek geknoopt.
Het is merkwaardig te vermelden, dat
na hun binnenkomst in de arena de I
Als er één omvalt, volgt
de tweede bijna altijd.
Midden in het dorp, vaak
op de markt, die dik met
zand bestrooid is. vin
den de wedstrijden plaats.
sportbroeders de volgende belofte doen
„Wij beloven, eerlijk en zonder list of
ruwheid te vechten. Tot onze eigen eer
en die van het vaderland. Gelijk onze
voorouders deden, reiken wij onzen
tegenstanders de hand en bieden hun
de wang tot den vriendschapskus."
Als die is gewisseld staan de worste
laars tegenover elkander, bukken zich
als stieren gereed tot den tweekamp
één schijnbeweging.... en zij stormen
op elkander af.
Het schoone geslacht is sterk vertegen
woordigd onder de toeschouwers.
Het wisselen van den vriend
schapskus voor den aanvang.
De tegenstanders drinken onder de pauze een
fleschje appelwijn om op krachten te komen.