No. 16
Hier wordt gewerkt, gezwoegd, geslaafd,
men past, men sjouwt, men weegt, men draaft
(Kapellei
VRIJDAG 16 SF.PTEMBER 1932
Maar wij voor ons, we prefereeren
Hollandsche namen, jutteperen,
janbazen, pronkers, polmanperen,
Men pronke met zijn eigen veeren
Maar 't zijn alleen de appels niet,
de peren, al de groote vruchten
die groeien onder Hollands luchten
Wee hem, die 't kleinere niet ziet 1
Karmijnen glans van de tomaten,
die nederliggen, heel gelaten
in kist na kist en mand na mand
Het roodste goedje in het land 1
Dan druiven, edel en vol zwier,
wel de voornaamste gasten hier,
aristocratisch saamgetrost,
sappige lekkerbekkenkost.
En perziken, van zacht fluweel,
een brandend blosje op het geel
der teere, zachtbedonsde huid,
verstild en lief, een jonge bruid.
Ja, zulke beelden kwamen mij
in 't hoofd, een zoete droomerij
door schat van boomgaard en van hof,
die mij met felle vreugde trof.
Misschien raak ik ze morgen kwijt
door nuchtere realiteit
een appeltje bij mijn ontbijt....
Dan druiven, edel en vol zwier,
wel de voornaamste gasten hier
Ja, zulke beelden kwamen mij
in 't hoofd, een zoete droomerij..
(Biezelinge)
Zie in die kistjes, mooi gerijd
blozen de vruchten van jolijt
(Kapel le)
Maar wij voor ons,
wij prefereeren.
Hollandsche namen,
juttepeeren.
(Biervliet)
Zie in die kistjes, mooi gerijd
blozen de vruchten van jolijt
De weelde die u tegenlacht
is uit het mooiste saamgebracht.
Malaise kent geen kwaliteit
Een goede appel smaakt altijd 1
Waarom toch draagt zoo menige vrucht
een naam met een uitheemsche lucht
Lord Suffield, lees ik, Transparant,
en Frankenthalers, Alicant,
ga zoo maar door, een vreemde tooi
schijnt mooier nog te zijn dan mooi,
Mag 't fruit in onze boogerds staan,
de naam geeft nog meer glans er aan.
Maar, vrienden, zie de lijsten niet,
ze brengen ergernis, verdriet,
een mondvol klanken, onbekend,
namen, waaraan men nimmer went.