No. 17 VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1932 „Goed. Dan kun je ze voor andere kennissen ge bruiken. Je moet me goed begrijpen, Sam. Ik heb plichten tegenover mijn gezin. Ze zijn me in al mijn tegenslag voorbeeldig trouw geweest, dus kan ik hen niet zonder een cent laten stranden op een woeste kust." „Enfin, laten we er maar niet meer over rede neeren. Je weet, hoever ik gaan wil, William. Denk er maar eens goed over na." „Hij komt wel over de brug!" rapporteerde William Rendell aan zijn vrouw. „Hij zit vreese- lijk in angst, dat 't geld in 't water gegooid is, dat hij al betaald heeft. Ik ken Sam." Zoowat een week later kwam Sam Rendell op een ochtend beneden, om te ontbijten, en zei „Ik heb eens nagedacht, wat jullie doen moes ten vandaag, William. Mijn vrouw moet naar Loqden met Mary, naar den tandarts, en ik heb zaken, en ik wou George meenemen. Hoe denken jullie er over, om samen een tochtje naar Boulogne te maken Dan kun je meteen probeeren, of de zee je bevalt." „Dat vind ik aardig van je, Sam. Bedank jullie oom, kinderen, 't Is een buitengewoon hartelijke attentie. We zullen 't allemaal een heerlijke af wisseling vinden. En ik zal er mijn zorgen even door kunnen vergeten." „Neem 't er maar eens van," zei Sam, en hij schoof een biljet van vijf pond over de tafel. „Misschien zien de meisjes Boulogne nooit meer terug." Weinige gezinnen hebben er ooit zoo gelukkig uitgezien als de familie William Rendell, toen zij op het salondek zaten van de boot naar Boulogne. „Sam begint bij te draaien," zei de vader tot zijn vrouw. „Hij zei, dat de meisjes misschien nooit meer in Boulogne terug zullen komen. Let op mijn woorden er zit wel wat in dien Sam. Over 'n paar dagen zijn we op weg naar Canada." Laat in den avond keerden zij terug, na een zeer blijden dag. Een glimlachende dienstbode deed open. „Meneer al terug uit stad, Maggie vroeg Wil liam Rendell. Hij was altijd erg aardig tegen on dergeschikten. „Nee meneer en hier was een brief voor u." Ietwat verwonderd trok William Rendell de envelop open en las. En terwijl hij las, kwam er een grauwe ontzetting over zijn gezicht. Zijn broer had geschreven „Beste William, Aangezien jullie meenen, niet naar Canada te kunnen gaan, en ik 't geld voor de passage niet in 't water wil gooien, heb ik besloten, zelf een zaak in Canada te gaan vesti gen. Het lukte mij namelijk niet, hier in 't land een geschikte zaak te vinden. Door jouw uitla tingen heb ik begrepen, hoeveel geluk er klaar ligt voor een man met voldoenden ondernemingsgeest ik ben je komst bij ons als 'n fortuintje gaan be schouwen, als een wegwijzer naar 't land van gou den belofte. Voor het gemeubelde huis is betaald tot het einde van deze maand. De dienstboden eveneens. Alle rekeningen van leveranciers zijn af gedaan. Ik heb alleen bezwaar gemaakt tegen de rekening van den sigarenhandelaar. Hij schijnt andere en duurdere sigaren geleverd te hebben, 533 dan ik ooit besteld heb en mezelf durf permit- teeren. Ik heb aan al die menschen geschreven, dat ik voor geen enkele bestelling meer aansprakelijk ben. Ingesloten een cheque van vijfenvijftig pond, het bedrag, dat ik je beloofd heb (de kosten van het reisje naar Boulogne er af getrokken) en ik wensch je veel voorspoed in het vaderland. Met hartelijke groeten aan allen, je toegenegen broer, Sam. P.S. Mijn zoon George vraagt me te zeggen, hoezeer het hem spijt, dat hij zijn motorfiets niet aan je zoon kan leenen voor dat tochtje naar Brighton, zooals hij beloofd had. De wegen zijn in Canada niet erg best, geloof ik, maar we nemen het ding toch maar mee. S." De brief viel den heer Rendell uit de verlamde vingers die echter nog in staat bleken, de cheque voor een dergelijken val te behoeden. „Groote hemel I" riep hij ontroerd uit, „mijn eigen broer heeft mij in den steek gelaten in het uur van den bittersten nood De andere leden van het gezin stonden te drin gen, om de noodlottige boodschap te lezen. „(tei nu zult u moeten gaan werken, vader riep-jjSja.dys uit. GÜqdys was een flapuit maar zij sprak dikwijls de' koude, harde waarheid. 3iei teAilietaeAüge aitecAm- dotftje &andtia aan Aet /HacAtige meet aan £ugano gelegen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 21