No. 17 VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1932 541 in den kapperssalon kwam, en tegenover me aan mijn smal glazen tafeltje ging zitten." Blijkbaar zonder dat ze het zelf verwacht had, scheen de herinnering haar sterk te ontroeren. Haar oogen vulden zich plotseling met tranen, en haar stem begon te trillen. Ze bleef een oogenblik heel stil zitten, omklemde kramp achtig de armleuningen van haar stoel en perste haar bevende lippen opeen. Eindelijk droogde ze haar oogen en ging wat meer rechtop zitten. „Zoowat veertien dagen geleden," ging ze voort, „zei ik hem, dat ik zijn vrouw wilde worden, mits hij de toestemming van zijn vader kon krijgen. Hij moest zijn vader vertellen, dat we niet zouden trouwen tegen zijn wil. Jack voelde er niet veel voor. Zijn plan was, dat we in stilte zouden trouwen en ons daarna met zijn vader zouden trachten te verzoenen, want hij was bang, al wilde hij dat toen niet bekennen, dat alles precies zoo zou gaan, als inderdaad gebeurd is. Eindelijk sprak hij er dus met zijn vader over, en vertelde hem open hartig, wie ik was en wat ik was ik bedoel, hoe ik mijn brood verdiende. Dr. Marshall weigerde niet alléén zijn toestemming, maar hij weigerde ook met de meeste beslistheid, mij te leeren kennen. Jack geloofde haar stem begon weer verraderlijk te trillen geloofde, dat als hij me maar eens kon zien en met me praten dat 't dan wel een heel verschil zou maken. Het was zijn plan, dat ik naar Dr. Marshall zou gaan als patiënt en hem vertellen wie ik was en - en alles over mezelf. Ik kon dat met een gerust hart doen. Er was, er is niets, waar ik me over zou hoeven te schamen, als iemand het wist. ',En u voerde dus uw plan uit," zei ik, „u ging naar binnen en vertelde Dr. Marshall, wie u was. Wat ge- beurde er toen Ze sidderde en verborg haar gezicht in haar handen. Men kan zich gemakkelijk voorstellen, met welke spanning we haar antwoord afwachtten. Ik poogde haar opnieuw op weg te helpen. „We ver moeden, dat het pijnlijk voor u moet „Ja, ik geloof wel, dat ik het u vertellen kan. Ik denk dat het" - haar "stem begon te trillen, maar ze perste haar lippen opeen, en slaagde erin, haar ontroering te bedwingen, „ik denk, dat het een opluchting voor me zal zijn, er met iemand over te kunnen spreken. Maar weet u t al niet U hebt toch met Jack gesproken met den jongen mijnheer Mar shall bedoel ik. Heeft hij 't u niet verteld „Wat ter wereld heeft hij ermee te maken vroeg ik. 'Én bij haar antwoord voelde ik me plotseling als iemand, die in een kaleidoscoop kijkt die een figuur, dat heelemaal „af" leek, opeens ziet veranderen in iets totaal verschillends. Want de beteekenis en t verband van ieder détail in 't heele mysterie kreeg plotseling 'n totaal ander aspect, „ik was met hem verloofd," zei ze. Eén oogenblik weigerde mijn denkvermogen zijn dienst. Toen vlogen alle gebeurtenissen der laatste dagen in razend tempo mijn geest voorbij ik wilde zien hoe ons mysterie eruit zag in deze verrassende nieuwe belichting Een ding'was nu tenminste volkomen opgehelderd. Dat was Jack's gedrag geduren de de vier-en-twintig uur, die volgden op de ontdekking van den moord. Ik herinnerde me zijn half-hysterisch lachje, toen hij gezegd had, dat hij wenschte te kunnen gelooven aan de zelfmoord-theorie. Hij meende, dat de schuld van zijn geliefde vast stond. Na een kleine stilte ging zij voort,,'t Is niet heelemaal juist, dat ik met hem verloofd was. Ik had geweigerd om met hem te trouwen, wanneer zijn vader geen toestemming gaf. Ik voelde te veel voor hem, om zijn leven en zijn vooruitzichten op die manier te willen bederven." Bedoelt u," vroeg ik ernstig, „dat u meent, dat 't hem schaden zou in - eh in maatschappelijken zin, wanneer hij trouwde Ze voltooide den zin voor mij. „Met een meisje, dat haar brood verdient aan een manicure-tafeltje in den kapperssalon van het St. Anthony Hotel? la dat is mijn vaste overtuiging. Meent u niet, dat ik gelijk had Nu ik veronderstelde van wel, al had ik een sterke neiging om te zeggen „Niet, wanneer dat meisje was." Ik ontweek een antwoord „Was dat uw werkkring, toen u kennis maakte met Jack Marshall 'ja," zei ze „hij kwam daar om zijn handen te laten verzorgen." Ze aar zelde even, en voegde er toen bij „Ik zou dat beroep niet precies gekozen heb ben, wanneer ik heelemaal mijn zin had kunnen doen." „Hebt u er iets op tegen, ons een beetje meer over uzelf te vertellen vroeg ik. ,,'t Is werkelijk geen on hebbelijke nieuwsgierigheid. O, ik ben óók wel 'n beetje nieuwsgierig, dat geef ik toe, maar dat is niet de reden, waarom ik die vraag stelde. We zijn heusch een beetje verbijs terd en van de wijs gebracht, mijn heer Stancliffe en ik." „Natuurlijk heb ik er niets op tegen, het u te vertellen," zei ze. „U hebt gelijk, dat u me er naar vraagt. De eerste achttien jaren van mijn leven bracht ik door in Louisville, en ik werd groot gebracht in de overtuiging, dat ik nooit mijn eigen brood zou hoe ven te verdienen. Mijn ouders kan ik me niet meer herinneren. Ze stierven allebei, toen ik nog maar heel klein was, en het eenig familielid, dat ik had, was een oom. Hij scheen altijd geld in overvloed te hebben, en hij liet me mijn eigen gang gaan en doen waar ik lust in had. Toen ik naar New York kwam om zanglessen te ne men, was 't volstrekt niet de be doeling, dat ik daarmee later mijn brood zou verdienen. Ik had er erg veel plezier in. Ik werkte hard, maar had toch een heerlijken tijd, en ik maakte mijn toelage iedere maand zorgvuldig tot 't laatste toe op. En toen bleef op een goeden dag mijn cheque plotseling uit, en de wekelijksche brief van mijn oom ook. Een dag of wat daarna kwam er bericht van een notaris, dat mijn oom gestorven was, en dat er niet voldoende fondsen waren om de toelage, die hij mij steeds gezonden had, voort te zetten. Ik had niets dan mijn kleeren en wat klein geld, zoodat ik oogenblikkelijk naar de een of andere betrekking moest omzien. Ik denk dat ik wel iets had kunnen vinden bij het koor van een operette-gezelschap, maar, ziet u, ik wilde altijd zoo graag echt goed leeren zingen, en daarom had ik er niet veel lust in, mijn stem te ruïneeren bij dat soort werk. Er stond nog maar één andere weg voor me open. Ik wist nogal iets van handverzorging af ik had 't thuis voor de aardigheid dikwijls voor de nichtjes gedaan Denzelfden dag, dat ik den brief van den notaris ontving, ging ik me dus nog aanbieden bij het St. Anthony, en kreeg er werk." „Hoe lang was u daar geweest vroeg ik, „voordat u Jack ontmoette? „Het was eergisteren juist een jaar geleden," zei ze, „dat hij voor 't eerst 'ólaet op den fftommele

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 29