faftanfic/te etiquette. 3e ga&ttttoutc neemt afocAeid oan de gait. zijn, erover te spreken. Maar ais u 't ons kiint vertellen, dan zouden we wel erg graag hebben, dat u het probeerde." Ze keek op, recht in mijn gezicht. Ze had een kleur en haar oogen fonkelden. „Ik kan u niet woordelijk herhalen, wat hij zei. Het is het is niet te doen. Ik zal u de brute onbeschaamdheid ervan nooit duidelijk kunnen maken. Vanaf het oogenblik, dat hij wist, wie ik was, nam hij als vanzelfsprekend aan, dat 't mij uitsluitend om geld te doen was dat ik doodeenvoudig chantage wenschte te plegen. O, ik kan u de woorden niet herhalen, die hij gebruikte, de dingen, die hij me voor de voeten wierp. Ik wilde weggaan, maar hij beval me, rustig op mijn stoet te blijven zitten en naar hem te luisteren. En zoo ging het maar voort en voort totdat ik van schaamte en walging te ellendig was, om nog een poging te wagen, hem te antwoorden, of weg te gaan, of iets anders te doen dan daar te blijven zitten met mijn handen voor mijn ooren. Ik heb Dr. Marshall niet vermoord, maar ik was werkelijk genoeg buiten mezelf om het te künnen doen. Als hij op die manier tegen een man gesproken had, zou die hem op de plaats zelf gewurgd hebben. Ik wilde niet langer met Jack trouwen. Ik voelde, dat ik nooit in staat zou zijn, te vergeten, wiens zoon hij was. Maar al dien tijd stond hij op mij te wachten beneden bij de lift, vol hoop, dat wist ik, en ik moest naar hem toe gaan, en hem in 't gezicht zeggen, hoe de zaken stonden. Hij nam me ergens mee naar toe om te lunchen - waór naar toe weet ik niet meer en ik probeerde, geen woord te zeggen vóórdat ik weer kalm was geworden. Maar wanneer ik er maar aan dacht, kwam al mijn woede en verontwaardiging weer boven, juist als nu. En dan, en dat was het ergste van alles, ik kon zien, dat Jack me niet geloofde me eenvoudig niet gelóófde. Hij probeerde het wel, maar hij kon niet hij kón niet aannemen, dat zijn vader tot iets dergelijks in staat was. Dus namen we tenslotte diep-rampzalig afscheid van elkaar ik geloof, dat hij er even ellendig aan toe was als ikzelf en ik ging terug naar mijn werk in het St. Anthony. Ik wist niets van Dr. Marshall's overlijden, vóór ik de heeren, die hun avondbladen lazen in den kapperssalon, erover hoorde praten. En toen ik hoorde, dat hij dood was, was ik blij. Ik vond, dat hij zijn verdiende loon gekregen had. Ik geloof, dat u de rest wel weet. Ik verliet het St. Anthony den avond na het onderzoek. Ik werd ontslagen. Jack volgde me toen naar Flatbush, waar de vrouw woont, die zoo goed ze maar kon een moeder voor me geweest Is, sinds ik pas naar New York kwam. Ik zal nooit in mijn leven Jack's gezicht vergeten, zooals 't er dien avond uitzag. En toen kwam ik er achter hij vertelde 't me, hij moést 't me wel vertellen dat hij geloofde, dat ik zijn vader had vermoord. Hij kon er bepaald niets aan doen, dat hij op dat idee gekomen was. Ik kan het nu zoo goed begrijpen. Hij had immers op me staan wachten en wist dus hoe laat 't in werkelijkheid was, toen ik met de lift naar beneden kwam en hij dacht hij moest wei denken dat ik in mijn getuigenverkla ring bij het onderzoek gelogen had. Hij smeekte me dien avond, hem de waar heid te zeggen. Daarna hoorde ik niets meer van hem. Toen ik vanavond uw kaartje zag, herinnerde ik me u van de identificatie en ik dacht, dat u me kwam ver tellen, dat hij óók dood was. Dót bedoelde ik, toen ik u vroeg_of u slecht nieuws voor me had." Ze leunde achterover in haar stoel en haar gezicht ontspande zich ze haalde een paar maal diep adem om nieuwe krachten te verzamelen. „Ik kan u nooit genoeg danken," zei ze, „dat u me hierheen gebracht hebt, en dat mysterie van die klok hebt opgehelderd. Ik ben zóó blij, dat u op dat idee gekomen bent. Ik zou er nooit aan gedacht hebben." „De eer komt mijnheer Stancliffe toe," zei ik. Hij stond voor het raam naar buiten te kijken haar geschiedenis moest hem diep ontroerd hebben, evenals mij. Zijn gehandschoende handen omklemden op zijn rug den knop van zijn wandelstok. Hij keek niet om, en gaf geenerlei antwoord hij stond daar alleen maar naar buiten te staren over de daken der huizen. Geen half uur geleden had hij nog gezegd, dat één van de twee dingen, die we nog maar noodig hadden, een motief voor de daad was. Nu, we hadden het motief. Het meisje had ons er zelf aan geholpen. Haar onderhoud met den dok ter was van persoonlijken aard geweest, en was uitgeloopen op een heftigen twist, althans van zijn kant. Het meisje had met evenveel woorden gezegd, dat ze blij was, toen ze hoorde, dat hij dood was, dat hij het slachtoffer gewor den was van een moord. En ze was weggegaan van de plaats der misdaad, slechts tien minuten vóórdat men hem dood had gevonden. Het was Stancliffe, die de volgende vraag stelde. „Weet u zeker, juffrouw Carr, dat u, toen u de spreekkamer uitging door de gangdeur, die deur stevig achter zich hebt dichtgetrokken Als ik me wel herinner, hebt u verklaard, dat Dr. Marshall u niet tot aan de deur verge zelde „Ik weet zeker, dat ik ze goed heb dichtgemaakt," zei ze. „Ik trok aan den knop, tot ik een klikje hoorde, en toen duwde ik voor de zekerheid nog eens terug." „U ontmoette niemand en hebt met niemand gesproken, terwijl u op de lift stond te wachten „Neen, mijnheer." Worth voortgezet)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 31