'ONDOM En bij de kerk trekt dit kleurige tafereel de belangstelling van vreemdeling en inwoner. Gang naar de kerk op Walcheren (Koudekerke) 'enige jaren geleden, toen de activiteit van de ver schillende vereenigin- gen voor vreemdelingenver keer nog niet bestond, en zelfs de meeste dier vereenigingen nog niet waren geboren, werd de roem van onze provincie bijna uitsluitend uitge dragen door de uitgaande kerkjes op Walcheren. Het scheen wel, of deze gebeurtenis de eenige was, die aan ons gewest glans vermocht te verleenen. Inderdaad, toen was de dracht nog meer algemeen dan nu, en wanneer men op een zomerschen dag zooveel boeren en boerinnetjes mooi „an 'edae" groepsgewijze door het keurige laantje naar de kerk zag wandelen, dan vormde dit zeker een ver kwikkend beeld. In den vorm van briefkaarten ging dit tooneeltje de wijde wereld in, men zag het ook als gravure aan menigen wand, en nog later, bij een voortschrijdende techniek, hing het als lantaarnplaatje aan vele huiskamerlampen. Maar de tijden veranderen. Afgezien van het feit, dat de kerkgang niet meer een zoo groote gebeurtenis is, daar men op de dorpen ook zelfs in de week zich „opkelft" om hier of daar heen te gaan, is de kleurige Zeeuwsche kleedij aan het ver dwijnen. Jammer is dit ongetwijfeld, hoewel we Rust rondom het kerkje van Biggekerke. Ook onder de kerkgangers is langzamerhand de van huisjes eromheen, en meer behoeven ze ook niet te zijn. Er zijn er ook, die wat grooter zijn, zooals de kerk van Serooskerke, een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip en een Westtoren. Twee zandstee- nen leeuwen bewaken het gebouw op de hekposten aan het kerkplein. Een andere, de kerk van Oostkapelle, heeft een stormachtig verleden achter zich. Oorspronkelijk was het een kruis kerk, die in 1572 verwoest werd, herbouwd in 1582 omwoei, in 1585 weer herbouwd werd, en in 1822 gerestaureerd. re kleedij aan 't verdwijnen. verlaat voor 'n dorp, dat niet veel meer heeft dan den kring het vooral de vrouwen niet kwalijk kunnen nemen, dat zij er niet meer voor voelen om een heele garderobe aan elkaar te spelden (wanneer het goed is, wordt name lijk alles gespeld). Maar hoe de tijd ook verandert, er blijft een zekere regelmaat in het wederkeeren der gebeurtenissen. En zoo is het nu gekomen, dat we de kerkjes gingen opzoeken, omdat de kleurige dorps- tooneeltjes zoo langzamerhand aan het verdwijnen zijn. Daar zijn kerken op Walcheren, die niets bijzonders hebben, in- noch uitwendig, zooals het een voudige, gepleisterde kerkje van Zoutelande. Over het algemeen zijn de kerkjes hier klein en landelijk, ze zijn toe-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 8